Tijdens VITRINE PERPLX #3 in Kortrijk organiseerde Circuscentrum samen met het Departement cultuur, jeugd en media en circuswerkplaats PERPLX een infosessie over dossierschrijven binnen het circusdecreet. Je leest hier wat er allemaal aan bod kwam. Wil je meer details? [email protected].
TIP 1: Lees driemaal de richtlijnen
Zo ben je zeker dat je de richtlijnen juist interpreteert. Bij vragen is het departement zeer toegankelijk.
TIP 2: Begin op tijd
Het is niet evident om creatieve ideeën te verwoorden op een manier die een commissie kan overtuigen, neem hier de tijd voor.
TIP 3: Een dossier schrijven vraagt een andere taal.
Een dossier vraagt andere inzichten en andere woorden dan publiekscommunicatie. Zorg voor heldere communicatie.
TIP 4: Let op met ‘name dropping’
Wees realistisch en eerlijk over de external eyes, coaches en andere betrokkenen. Vermeld enkel diegenen die effectief betrokken zijn geweest bij het project.
TIP 5: Contacteer de werkplaatsen aan het begin van je traject
Betrek hen vanaf het begin, geen drie dagen voor de deadline. Ook met beginnende plannen kan je werkplaatsen contacteren. Ze kunnen je wijzen op sterktes en zwaktes en ze begeleiden je doorheen het proces.
TIP 6: Vraag een labo of witruimte aan bij een werkplaats als je afstudeert
Als je rekent op de eerste projectsubsidie na afstudeerdatum, moet je anderhalf jaar wachten. Er zijn andere opties zoals een labo bij een werkplaats. Het resulterende vooronderzoek kan later worden meegenomen in het dossier.
TIP 7: Ga in gesprek na een negatief advies
Zie een negatief advies als een leerervaring. Waarom heeft de commissie een negatief advies gegeven? Dossiers zijn nooit vanaf de eerste keer compleet. Dossier schrijven kan je leren. Iedereen krijgt wel eens een negatieve beoordeling.
Machteld De Smedt van het Departement cultuur, jeugd en media gaf concrete tips.
> Werkplaats PERPLX (Kortrijk)
> Werkplaats Miramiro (Gent)
> Werkplaats CIRKLABO (Leuven)
> Werkplaats Dommelhof (Pelt)
> Circuscentrum
> cjm Vlaanderen
> Andere gezelschappen met een goed dossier
>> Deadline indienen: 1 maart
>> Alle info over de aanvraag.
>> Deadlines: 15 februari, 15 juni en 15 oktober
>> Alle info over het aanvragen van een beurs.
>> Deadlines: 15 februari, 15 juni en 15 oktober
>> Lees er meer over.
Vandaag vertel ik wat over de blinde vlekken die ik ondervond bij het opmaken en indienen van een subsidiedossier. Ik diende zelf een zevental dossiers in, het is pas de laatste jaren dat mijn gezelschap over personeel beschikt om dossiers te schrijven.
Een eerste blinde vlek, of tekortkoming, zit bij de commissie zelf. De mensen die in de commissie zetelen, doen goed werk, waar enkel een vrijwilligersvergoeding tegenover staat. Maar het veld is zo klein, dat ook de commissie beperkt is. Je schrijft een dossier voor negen mensen. Google hen en je weet wie ze zijn en voor wie je schrijft.
Binnen het kunstendecreet is er een landschapscommissie, dat is een overkoepelende commissie die op zoek gaat naar blinde vlekken. Ze willen het landschap zo breed mogelijk houden. Zijn er al twintig jongleergezelschappen, dan zal het 21e jongleergezelschap minder kans maken dan het eerste jeugdtheater bijvoorbeeld.
Artiesten die binnen het circusdecreet indienen, hebben vandaag een grotere slaagkans dan vroeger. Dat is positief, maar er is minder doorgroeipotentieel. Daarom hebben we (Not Standing) gekozen om in te dienen binnen het kunstendecreet. Er is meer ruimte om te groeien. De reden waarom we aanvankelijk kozen voor het kunstendecreet is omdat naakt (in de voorstelling ANECKXANDER) toen niet ondersteund werd binnen het circusdecreet. Vandaag is dat gelukkig anders.
Probeer je plaats in het landschap in te nemen als je indient. Durf genoeg geld te vragen en gebruik de CAO-richtlijnen voor de loonberekening. Hou ook rekening met de indexering: er verstrijken acht maanden tussen de laatste aanvraag en de goedkeuring. Soms moet je ook vertrouwen hebben: iedereen heeft de intentie om de sector vooruit te helpen, ook de mensen in de commissie die nagenoeg vrijwillig die zware taak op zich nemen.
Er wordt telkens ook een deel eigen inbreng gevraagd. Om die te halen kan je op zoek gaan naar coproducties. Iets ambitieuzer zijn mecenaten (bijvoorbeeld een bedrijf dat mee sponsort of technologie verschaft), vooral op internationaal vlak zijn er mogelijkheden. Tax Shelter (voor structureel gesbubsidieerden), benefieten, …
Soms zijn er rondes waarbinnen er zoveel aanvragen zijn, dat er te weinig geld is. Timing van indienen kan belangrijk zijn, maar dat heb je zelf niet in de hand.
Het is interessant om met labosubsidies en ontwikkelingsgerichte subsidies te werken. In de dans zijn er veel collega’s die afwisselend een projectsubsidie en een ontwikkelingsgerichte beurs aanvragen, om periodes te overbruggen en een veelvuldige praktijk te ontwikkelen.
Denk aan jezelf en je eigen positie: schrijf jezelf in. Als beginnende artiest kan je nooit vergoed worden voor al je werkmomenten, dat klopt. Maar als je ingeschreven bent en je dus ook officieel aan het werk bent, heb je meer zekerheid mocht je toch voor een langere periode uitvallen. Het risico op ongevallen is er nu eenmaal altijd.
Het circusdecreet is nog altijd in evolutie. Je kan dus zelf mee vorm geven aan onze jonge sector.
Ik vind het spijtig dat er in Vlaanderen geen artiesten zijn die programmeren, festivals organiseren, organisaties leiden, cureren, … Het zou de sector drastisch kunnen veranderen. Als artiesten deze posities zouden opnemen, zou het landschap mee kunnen veranderen, er zou sneller aan de alarmbel kunnen getrokken worden bij problemen.
The future is yours.