Vroeger – toen de dieren nog konden spreken – waren er grosso modo twee manieren om circus te leren: ofwel via familieleden (indien zij circusartiest waren) ofwel gewoon door goed te kijken en alles zelf te leren (de autodidacten). Vandaag kan het nog steeds op die manier, maar ondertussen zijn er diverse circusopleidingen bijgekomen.
In Vlaanderen bestaat (helaas) nog geen circushogeschool. De circusateliers zorgen met hun wekelijkse lessen voor het belangrijkste circusaanbod. In Leuven is er ook een circushumaniora in het Lemmensinstituut. En uiteraard is er Circuscentrum dat enkele artistieke bijscholingen organiseert, zoals de ESAC-stage en masterclasses voor artiesten (lees meer).
Wie een voortgezette opleiding op hoog niveau wil volgen, kan deelnemen aan het ingangsexamen van ESAC (Ecole Supérieure des Arts du Cirque) in Brussel. Het gaat hier wel om een intensieve bacheloropleiding van drie jaar waartoe jaarlijks slechts een 15-tal kandidaten (min. 18 jaar) op hoog niveau geselecteerd worden. De ESAC wordt beschouwd als een van de belangrijkste circushogescholen ter wereld. Ook in Brussel opereert Espace Catastrophe, internationaal creatiecentrum voor de circuskunsten, waar volwassenen diverse bijscholingen kunnen volgen.
In Nederland zijn Codarts Circus Arts (vierjarige opleiding) en Fontys ACaPA (Academy for Circus and Performance Art, vierjarige opleiding) de belangrijkste spelers. Veel Vlaamse circustalenten komen zich hier professioneel bijscholen.
Voortrekker qua circusopleidingen is zonder twijfel Frankrijk, met onder andere de oudste circushogeschool van Europa, het Centre National des Arts du Cirque (CNAC). Verder zijn de Ecole Nationale de Cirque de Chatellerault, Le Lido, Lomme en FAI AR belangrijke opleidingen, en dan vergeten we er nog een paar. ARTCENA is er het steunpunt voor circus, kunst in de publieke ruimte en theater.
Voor een overzicht van praktisch alle artistieke voortgezette opleidingen in Europa (en verder) neem je best een kijkje bij FEDEC, de koepelorganisatie van circushogescholen.
Twee opleidingen in België focussen specifiek op de vorming van circusdocenten. De Ecole de Cirque de Bruxelles biedt (onder meer) een eenjarige fulltime opleiding tot circusdocent aan, de Formation Pédagogique of FP. De pedagogische en technische basis die je mee krijgt, maakt het mogelijk om aan het einde van het jaar les te geven aan kinderen tussen 6 en 12 jaar in het kader van hun vrijetijdsbesteding. Voorwaarden: minimum 21 jaar worden tijdens de opleiding + een opvoedkundig diploma hebben of gelijkwaardig door ervaring.
Daarnaast is er de BIC-opleiding (Begeleider in de Circuskunsten) van Circuscentrum en Cirkus in Beweging. Dit is een cursus van twintig dagen (verspreid over een schooljaar) waarin je enerzijds enkele belangrijke circusvaardigheden aanleert en anderzijds deze vaardigheden leert over te brengen op kinderen, jongeren en volwassenen. Andere pedagogische opleidingen die Circuscentrum aanbiedt, zijn de circus-jeugdanimatorcursus (voor jongeren tussen 15 en 18 jaar), maar ook specialisatie modules en bijscholingen voor circusdocenten en -assistenten. Alle info.
Vlaanderen wil met de ‘ontwikkelingsbeurzen voor individuele circuskunstenaars’ uitzonderlijke inspanningen of een professioneel traject voor circusartiesten mogelijk maken. Het proces, het onderzoek en het artistieke experiment primeren op een concrete productie, maar je moet in je subsidieaanvraag wél overtuigen met je groeipotentieel en concrete verwachtingspatroon.
Je mag het begrip circuskunstenaar ruim interpreteren. Naast opleidingen voor circusmakers komen ook cursussen in aanmerking die gericht zijn op circustechniek, -dramaturgie en -pedagogie. Zowel voor opleidingen binnen Vlaanderen als daarbuiten kan je een subsidie aanvragen. Een opleiding in het kader van formeel onderwijs kan echter niet gesubsidieerd worden.