Op het sociale medium dat Facebook heet postte de Finse jongleur Onni Toivonen onlangs een getuigenis over duurzaamheid in de circussector, of toch het gebrek daaraan. Een van de vele beschaafde reacties kwam van een andere jongleur, genaamd Jay Gilligan.
“De laatste tijd ben ik veel aan het denken over mijn job als circusartiest en in welke mate mijn manier van leven duurzaam is. Vóór covid reisde ik veel voor optredens en festivals. Tijdens m’n carrière speelde ik in 16 verschillende landen, hetgeen bijna altijd met vliegen gepaard ging. Er is duidelijk een conflict tussen het hebben van een mooie carrière/geld/erkenning en de uitstoot van CO2. Maar ik denk niet dat ik van circus zou kunnen geleefd hebben in Finland alleen, bovendien waren al mijn reizen erg belangrijk voor mij.
Wat me echter stoort is dat deze inherente contradictie geen issue lijkt onder mijn collega’s. Op andere vlakken zijn ze goed geïnformeerd, progressief en (milieu)bewust, maar de hoeveelheid vlieguren beschouwen ze als vanzelfsprekend. Er wordt niet stilgestaan bij de vraag of het in de grotere context wel oké is om naar dat ene festival te vliegen, om voor slechts 2 optredens naar Spanje te reizen of om de zee over te steken voor een pitchsessie die in het beste geval alleen maar leidt tot nog meer trips naar dat verre land. Op een universiteit werd mij ooit verteld dat artiesten vooroplopen wanneer het om culturele veranderingen en de staat van de wereld gaat, steeds een beetje voor op de rest van de bevolking. In dit geval heb ik echter het gevoel dat de discussie vooral elders gevoerd wordt, niet in de circuscommunity en al zeker niet in mijn kleine bubbel binnen die community.
Ik heb geen oplossing voor deze contradictie. Het is natuurlijk veel gevraagd van een individuele artiest om enkel in een kleinere regio te spelen en op die manier mogelijks aan kansen in te boeten, zowel op vlak van carrière, inkomen als soort voorstellingen die je kan maken. Het is, zoals alle duurzaamheidsissues, een structureel probleem dat structurele oplossingen vereist. Een goeie start zou zijn om langer op tournee te kunnen gaan in een bepaald land, inclusief meer openheid van organisatoren voor ‘slow travelling’ – hetgeen vaak ook duurder uitkomt. Langere tournees in kleinere regio’s lijken mij ook veel leuker voor de artiesten zelf. Het is erg vermoeiend om op één week tijd in drie landen op te treden.
Onze levensstijl is niet immuun voor antropogene klimaatverandering; we zouden beter nu oplossingen vinden dan later. Momenteel ben ik een show aan het maken die flexibel is qua speelplekken, maar toch niet aan artistieke ambities inboet. Ik hoop dat ik er veel in Finland mee kan spelen. Ik ben ook van plan om met de trein of bus naar Berlijn te reizen om er op te treden. Wat zijn jullie ideeën rond duurzaam creëren en toeren? Welke compromissen willen jullie nemen voor een betere toekomst voor ons allemaal?”
“Hmm, ik heb een totaal andere ervaring de laatste jaren – ik heb het gevoel dat iedereen constant over duurzaamheid aan het praten is… Zo is er de ‘acting for climate’ show die ik in Finland zag, er is het ‘bicycle circus’ in Zweden, er zijn Cirkus Cirkör en vele andere gezelschappen die rond duurzame tourpraktijken werken. Ik luister naar massa’s podcasts en het is altijd een onderwerp waar mensen over willen praten. Onlangs was ik op de Zweedse ambassade in New York en het eerste waar een journaliste het met mij over had, was duurzaamheid.
Op vlak van tournees kan je kijken naar wat belangrijk is voor de voorstelling, zowel op artistiek als financieel vlak. Om echt duurzaam te zijn zou je bijvoorbeeld een circusschool kunnen starten in het land waar je met de voorstelling wil toeren. Na 20 jaar heb je dan lokale artiesten getraind die je show kunnen spelen: je creatie reist, maar jijzelf niet. Check eens het project ‘The Sphere’ van Sara De Vylder en Olle Strandberg: het intellectuele eigendom van de voorstelling kan zomaar gekocht worden. Op die manier kan je show in China toeren zonder dat jij fysiek aanwezig bent, en toch word je er (in zekere mate) voor betaald.
Een ander punt om over na te denken zijn de culturele poortwachters van een land, de programmatoren. Momenteel zijn er bijvoorbeeld verschillende Australische circusgezelschappen op tournee in Zweden. Ik leef in Zweden maar word nooit geboekt voor die zalen. Er is de exotische component, de aantrekking van andere landen. Onlangs grapte ik met een collega – zij is Deens en deed een tournee in Zweden, ik woon in Zweden en deed een tour in Denemarken – dat we beter zouden zeggen dat we in elkaars land woonden om eindelijk eens in ons eigen land te kunnen optreden. Of beter nog: ik zou beter zeggen dat ik van pakweg Japan kom zodat ik ‘cool’ overkom bij de culturele poortwachters van Zweden en eindelijk eens door hen geprogrammeerd word.
Dit gezegd zijnde, wat is de essentie van een live performance? In welke mate gaat je levenskwaliteit erop vooruit door andere culturen te ontmoeten? Het lijkt me duurzamer om enkele artiesten van Australië naar Zweden te halen dan de volledige Zweedse bevolking naar Australië te transporteren om ter plekke die shows te gaan bekijken. We hebben allemaal virtuele shows meegemaakt tijdens de pandemie en zoals je kan zien zijn die niet blijven plakken. Duurzaam toeren komt neer op het hebben van middelen, tijd, geld en energie. Iedereen is erover bezig in mijn omgeving.
Persoonlijk vind ik het erg lastig om gegrond na te denken over alle duurzaamheidskeuzes die ik moet maken, om zo rationeel mogelijke beslissingen te nemen die voor mijn pad kloppen, omdat het zo verweven is met de samenleving in haar geheel. Het zou leuk zijn om alle discussies en inzichten die op dit vlak in de wijde wereld rondgaan eens helder samengevat te zien. Ik voel dat ik zoveel meer informatie nodig heb wanneer ik over mijn specifieke circuspraktijk begin na te denken.
Ik snap wat je bedoelt wanneer je zegt dat je niet naar China vliegt voor een goedbetaald optreden. Maar ik weet niet over welk bedrag het gaat en hoeveel geld je nodig hebt om te leven. Als dat optreden voldoende is om vervolgens een jaar van te leven en als het tientallen kleinere trips – zelfs zonder vliegtuig – vervangt, dan is het misschien wel duurzamer om naar China te gaan? Ik snap dat het onmogelijk is om de toekomst te voorspellen, zeker wat dit onderwerp betreft, en dat we allemaal zo goed mogelijk handelen volgens onze mogelijkheden. En dat het start met voornemens en conversaties zoals deze.
Organiseer jij een tour in Zweden, ik zal er een plannen in Finland. Stuur me de video van je show, ik stuur je mijn video, dan spelen we gewoon elkaars show in eigen land en moeten we niet te ver reizen. Ik denk hier constant aan sinds ik een 7-jarige zoon heb met wie ik elke dag wil avondeten en geen enkele seconde van zijn jeugd wil missen!”
>> Dit artikel verscheen in Circusmagazine #74 (maart 2023) // All rights reserved // Voor overname: contacteer info[at]circuscentrum.be