Vier individuen vegen in een lege ruimte, met niets om zich aan vast te klampen. Een ruimte om iets stabiel, solide en evenwichtig te construeren. Of om zichzelf als een gek te smijten in de instabiliteit en het ‘onsolide’. Verloren in hun eigen onhandigheid verenigen de vier lichamen zich en flirten met vallen, falen en de absurditeit van dat alles. Een virtuoze circusvoorstelling die de grenzen van (on) evenwicht verkent.