Beste circus- en cultuurminnaars,
In deze turbulente tijden, waarin het jarenlang opgebouwde en waardevolle werk van (sociaal-)culturele actoren plots onder druk komt te staan, bevindt de circussector zich nog in het vagevuur. Over eventuele besparingen binnen het Circusdecreet is nog niets geweten (update begin december: voorlopig is enkel bekend dat Circuscentrum als bovenbouworganisatie maar liefst 8% moet besparen in 2020 – de andere actoren binnen het Circusdecreet ontspringen voorlopig de dans).
De beleidsnota zou ons hoopvol moeten stemmen, want daarin staat te lezen dat de minister “de circusorganisaties zo veel als mogelijk wil ondersteunen met het oog op verdere professionalisering, ontwikkeling en profilering.” Maar het is vandaag nog onduidelijk in welke mate dit zich zal vertalen in een voldoende groot financieel engagement.
De circussector heeft sterke argumenten om te ijveren voor een passende ondersteuning. Dit zijn er enkele van:
>> Pas sinds 2008 wordt van overheidswege via decretale weg in de circuskunsten geïnvesteerd. Stel je daar geen gigantische bedragen bij voor: het gaat om ca. 2,3 miljoen per jaar. Hiermee worden tientallen festivals, creaties, docenten, tournees, artiesten en een koepelorganisatie binnen de circussector ondersteund. Ter vergelijking: een kunstinstelling als deSingel ontvangt 6 miljoen. Een F-35 vliegtuig kost 80 miljoen.
>> Circus staat op het punt om de wereld te veroveren. Dat proces is sluimerend al volop aan de gang. Onze meest succesvolle producties spelen de internationale podia en festivals plat. Cultuurcentra programmeren meer en meer circusvoorstellingen – jammer genoeg aan de andere kant van het communicerende vat: minder en minder theater en dans. Het aantal inschrijvingen in de circusscholen groeit jaar na jaar – de grootste circusschool van Europa is in Leuven gevestigd, heeft meer dan 1000 unieke cursisten (van 3 tot 83 jaar) en luistert naar de naam Cirkus in Beweging. Festivals met een focus op circus of straattheater lokken samen honderdduizenden bezoekers. Van Marke tot Neerpelt, van Brugge tot Turnhout, van Gent tot Genk: overal in het Vlaamse land brengen circusgezelschappen een lach, een traan of een openvallende mond op het gezicht.
>> Het effect van de subsidies voor circus is onmiskenbaar positief. Sinds de invoering van het Circusdecreet in 2008 is de sector exponentieel gegroeid. Het uitdagende, verbindende en verfrissende werk van circusartiesten, circusdocenten en circusbeoefenaars is hiervan uiteraard de basis. Maar de financiële injecties vanuit de overheid vormen de hefboom om in betere omstandigheden te opereren en meer mensen te bereiken. Om één concreet voorbeeld te geven: poëtisch circuskunstenaar/mentalist Kurt Demey rekende uit dat zijn voorstelling Ongekende Evidenties voor een totaal van 42.550 euro aan projectsubsidies ontving. De voorstelling toert sinds de creatie (in 2015) al enkele jaren nationaal en internationaal en betaalde daarvoor 834.278,43 euro aan rechtstreekse lonen. Het geld voor die lonen kwam dan weer voor meer dan 75% uit het buitenland. Vlaanderen, reken uit uw winst.
>> Vanuit het buitenland kijkt men met argusogen en met gezonde jaloezie naar wat hier gebeurt. Een apart decreet voor circus is op zich al een unicum, maar vooral het artistieke werk gooit hoge ogen. In die mate dat in 2018 vanuit Frankrijk (op circusvlak het gidsland in Europa) het volgende statement kwam: Après la vague flamande sur la scène mondiale de la danse contemporaine, va-t-on bientôt pouvoir parler de vague sur la scène circassienne? (Journal de la Brèche/Cherbourg)
>> Vanaf 2021 gaat het nieuwe Circusdecreet in voege. Dit voorziet in enkele essentiële verbeteringen voor onze prille sector: de oprichting van werkplaatsen, de ‘inkanteling’ van de circusscholen, structurele subsidies voor gezelschappen. Maar zonder een navenante groei van het budget is dit decreet onuitvoerbaar en zal dit leiden tot een verschraling van het huidige, bloeiende circuslandschap.
Op basis van bovenstaande argumenten blijven we resoluut voor onze deelsector opkomen, maar niet zonder ons tegelijk te scharen achter voorstellen die de groei en het potentieel van de cultuursector zoveel mogelijk stimuleren. We doen dit vanuit het geloof dat besparen op cultuur een negatieve economische en maatschappelijke impact heeft, maar evengoed omdat we als kleine sector maar al te goed beseffen hoeveel baat we hebben bij het optimaal functioneren van het culturele ecosysteem.
Wij geloven in een diverse cultuursector als essentiële pijler van een succesvolle samenleving.
Wij geloven in een verbindend en respectvol discours.
Wij geloven in maatregelen die in overleg met de betrokken sectoren tot stand zijn gekomen.
Wij hopen dat de regering van voortschrijdend inzicht getuigt en haar contraproductief besparingsbeleid herziet.
Vriendelijke groeten vanuit het vagevuur,
Circuscentrum