In ‘Fidelis Fortibus’ of ‘Trouw aan de Dapperen’, betreedt het publiek een circustent waar alle artiesten overleden zijn. Enkel de clown is overgebleven en weigert te vertrekken. Hij heeft iedereen begraven onder de circuspiste.
De graven zijn herkenbaar. Daar ligt de koorddanseres, met haar ballerina’s, versierd met verwelkte rozen. Daar ligt de witte clown, met zijn trompet, elke dag opgeblonken aan het kruis. Daar ligt de directeur.
Maar de clown geeft niet op en blijft altijd doorgaan, wat er ook gebeurt. Want al zakt de tent in elkaar, the show must go on …
‘Fidelis Fortibus’ gaat een heel klein beetje over eenzaamheid, maar bovenal over trouw. Eeuwige trouw. Trouw aan familie, aan een geliefde.
Trouw aan het werk van je voorouders. Trouw aan je onuitgesproken beloften. En over de grens tussen trouw en waanzin.