Een piste! We moeten een piste hebben! Maar geen ronde, nee! Laten we ophouden met in rondjes draaien! We hebben een piste nodig met pieken en hoeken, een piste met een hoek af, zo scherp dat die een beetje pijn doet aan zij die komen kijken. We moeten alles veranderen, akkoord? Maar wie bezit de macht om alles te veranderen? Hij, jij, ik?
>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #50 (maart 2017). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteur: Liv Laveyne // Foto (c) Arno Loth
Het is een hoogst ongewoon zicht voor een circusvoorstelling. Circulair, frontaal, bifrontaal… dat hebben we inmiddels wel gezien, maar een driehoekige piste? En toch is dat de hoogst atypische vorm waarin ‘A-Tripik’, een driehoeksverhouding tussen circusbroers Jef en Jan Naets en acrobaat Benoit Belleville, zich afspeelt.
Piramidespel
“We zijn 2,5 jaar geleden gestart met het maken van deze voorstelling, maar ondertussen kwamen allerlei andere projecten op onze weg, waardoor het zo lang geduurd heeft om te staan waar we nu staan,” aldus Jef Naets. Dat ‘nu’ is de internationale biënnale voor circus in Marseille, de try-outreeks alvorens eindelijk in première te kunnen gaan eind mei op Festival Gare au gorille in Lannion (FR) en begin juli op PERPLX in Marke. “Zo’n lange aanlooptijd tot een productie heeft zijn voor- en nadelen: technisch is het een hel. Je oefent drie weken om iets onder de knie te krijgen en een week om dat op punt te zetten, en zoveel maand later kan je terug van vooraf aan beginnen. Maar anderzijds geeft het je vanuit artistiek oogpunt de tijd om ideeën te laten rijpen, inhoudelijk opzoekwerk te doen.”
En dat deden ze dan ook ten gronde voor ‘A-Tripik’. Het moest een voorstelling over macht worden, iets wat hen alle drie fascineert. “Macht zit overal: politiek, sociaal, economisch, financieel, … het is des mensen, het zit in onze natuur en cultuur.” Ze verdiepten zich in Sovjetpropaganda, de heldencultus in het Romeinse Rijk, militaire marsen en religieuze symbolen. “Het zijn elementen die op de een of andere manier nog aanwezig zijn in de voorstelling, maar dat totaal-idee van macht bleek toch te groots en voor elk van ons drie zodanig anders dat we uiteindelijk terug uitgekomen zijn bij de essentie van macht: de machtsverhouding binnen een groep, van het individu versus andere individuen.” Die inhoud vertaalt zich ook in de vorm: de driehoek als symbool van macht, de beweging van top-down tot bottom-up. Of als je de driehoek ruimtelijk omzet: een piramideconstructie van palen neergepoot in de driehoekige scène als het werktuig waarin ze klimmen, hangen en springen, met elkaar samenwerken en tegenwerken. Ook met het publiek wordt een machtsspel gespeeld, zij het op een veilige afstand. “Ik heb geen zin om een pineut uit het publiek in het midden van de arena te zetten, ik heb zelf een hekel aan publieksparticipatie, maar we spreken hen wel direct aan. Letterlijk. Zo brengen we liederen in het Sanskriet en Latijn, lezen de Rechten van de Mens in verschillende talen.”
No spettacolo
No spettacolo, het is de intro waarmee Danny Ronaldo zijn publiek bij aanvang van zijn voorstelling ‘Fidelis Fortibus’ de pan uitveegt om plaats te ruimen voor een tragikomische solo over eenzaamheid en verlies maar ook de hechte band van een circusfamilie. Ook ‘A-Tripik’ moet het niet hebben van technische hoogstandjes – zelfs niet echt aan de barre flamande (zoals ze de halve barre russe die ze hanteren omdoopten) – maar vooral van de inhoud en de vis tragicomica van de clown.
Voor CirkVOST, de Franse circuscompagnie onder wiens vleugels de broers Naets en Belleville deze voorstelling maken, is dat vrij ongewoon. “Ze staan bekend om hun grootse spektakelvoorstellingen, maar zijn nu toch op zoek naar een andere, meer kleinschalige invulling. Dat heeft deels te maken met de economische crisis. De grote spektakels die ze vroeger brachten voor 600, soms zelfs voor 1000 of 5000 man blijken steeds moeilijker haalbaar te zijn. Maar tegelijk ligt het ook in de mogelijkheden die je met een kleinere voorstelling kan scheppen: de intimiteit met het publiek, eens in de diepte, op de inhoud van wat je wil vertellen kunnen werken zonder de druk van om de zoveel seconden een ooh of aah te moeten generen. Het is iets waar ikzelf met ‘Da/Fort’ enorm heb van genoten.”
Als het duo Circ’ombelico maakte hij samen met Iris Carta deze minuscule circustheatervoorstelling, een teder en ook wat triest relatiespel tussen bollen wol in een camion met nauwelijks plaats voor 50 toeschouwers. “Enfin, uiteindelijk is ‘A-Tripik’ in vergelijking met ‘Da/Fort’ toch een stuk grootschaliger geworden dan eerst gepland: we hebben een tent gekocht en reizen met een oplegger, maar dat is nog altijd een significant verschil met de vier opleggers waarmee CirkVOST toerde.”
De link met Vost komt via Jefs broer Jan. “Hij is kleiner dan ik, maar een pak breder. Toen we jong waren gingen we altijd samen op de Zomer van Antwerpen helpen met de tenten opzetten. Toen in 2004 circusgezelschap Les Arts Sauts passeerde, vroegen ze aan hem of hij het niet zag zitten om technisch directeur van hun compagnie te worden. Jan is van opleiding opvoeder en straathoekwerker, maar hij heeft de sprong gewaagd. Toen de jonge garde uit Les Arts Sauts in 2007 een eigen gezelschap, CirkVOST, oprichtte is hij daar technisch directeur geworden en in die hoedanigheid heeft hij de afgelopen jaren een hechte band opgebouwd met Benoit Belleville, een van de acrobaten.”
Broederlijk delen
Het was daar dat het idee rijpte om samen een voorstelling te maken. “Jan heeft op een blauwe maandag nog toneelschool in Nederland gevolgd. Hij heeft toen een erg mooie clown ontwikkeld die me nu nog levendig bijstaat. Na zelf ook een paar clownsstages te hebben gevolgd, zei ik dat ik graag ooit samen met hem een zingend clownsduo wou vormen. Ondertussen had ook Benoit bij Jan laten vallen dat hij met hem iets wou maken waarop Jan zei: ‘Mannekes, jullie willen allebei iets met mij maken, maar ge weet niet waar ge aan begint, misschien doen we beter iets met ons drie.’”
Twee is te weinig, drie is te veel, wordt wel eens gezegd, of ook als twee honden vechten om een been loopt de derde ermee heen, en wie heeft zich tijdens een uitje met een koppel nog nooit het vijfde wiel aan de wagen gevoeld? Kortom, hoe loopt zo’n driehoeksverhouding waarin ook nog eens twee broers verwikkeld zijn? “Natuurlijk zijn er soms strubbelingen, maar dat is hier niet meer dan in andere creatieprocessen. Benoit zegt wel eens dat wij als broers aan één woord of blik genoeg hebben om elkaar te verstaan, maar anderzijds hebben zij al jaren samengewerkt bij CirkVOST, terwijl Benoit en ik dan weer gewoon zijn om op scène te staan en artistiek te creëren, terwijl Jan die expertise niet heeft. Om maar te zeggen, de machtsverhoudingen fluctueren nogal. Ik ben meestal degene die vooral op de inhoud werkt en snel met ideeën afkomt, waarmee Benoit meteen uitvoerend aan de slag gaat, terwijl Jan de terughoudende kritische factor is. Soms zijn we twee weken op iets aan het ‘sjieken’ en dan komt hij plots met een tegenvoorstel waardoor de puzzel in elkaar valt.”
Voor Jef is het niet de eerste keer dat hij samenwerkt met iemand waarmee hij een persoonlijke band heeft. Zijn vorige circusproducties maakte hij samen met zijn toenmalige vriendin Iris Carta. “Ik vind dat absoluut geen probleem, een voorstelling maken die verder gaat dan gewoon artistiek verbonden zijn. Integendeel, wat is er schoner dan close te zijn met elkaar, alle lief en leed te kunnen delen. Samen met mijn broer deze voorstelling kunnen maken voelt heel bijzonder. Je kan alles tegen elkaar zeggen omdat je weet no matter what, we geraken er wel samen uit want we zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.”
Net als bij zijn broer Jan kwam het circus op Jefs pad via toevallige wegen. “Ik heb beeldhouwkunst gestudeerd aan de Academie van Antwerpen. In de zomer zette ik mee circustenten op tijdens de Zomer van Antwerpen, maar het was pas toen ik naar het Franse straattheater- en circusfestival Chalons dans la rue ging en daar voorstellingen zag van Cirque Trottola en d’irque (van d’irque en fien) dat ik de smaak te pakken kreeg. Ik heb toen Iris ontmoet en samen hebben we met Circ’ombelico niet alleen op Chalons dans la rue gestaan, maar de hele wereld afgereisd. Het klinkt als een cliché, maar voor mij is dit a dream come true. Ik ben heel gelukkig in wat ik doe.”