Na een kwakkelperiode toerden circusartiesten deze zomer opnieuw volle bak, van festival naar festival, van speelplek naar speelplek. Sommigen hebben al vele festivalnamen in hun balboekje staan. Welke festivals zetten hun beste beentje voor? Welke lieten hen zot gedraaid en met zere tenen verweesd achter? We vroegen enkele gepokte en gemazelde artiesten naar hun beste en slechtste festival- of speelervaring.
Slechtste festivalervaring
“Een festival in Spanje nodigde Circo Ripopolo uit. Op het toerismekantoor kregen we een envelop met alle info en eetbonnen voor lokale restaurants. Op de speelplek kwam een technicus ons tegemoet met een lijntje stroom. Na drie dagen spelen hebben we werkelijk niemand van de organisatie gezien, ook die technicus niet meer. De derde dag speelden we tot zes uur ’s avonds en zijn we nog langs het toerismekantoor gereden, dat gesloten bleek. Dan zijn we maar naar huis gereden. Bizar dat we niet persoonlijk kennis hebben gemaakt met de organisator. Je kan niet eens vertellen hoe het geweest is.”
Beste festivalervaring
“Op een festival in Duitsland hadden ze langs de rivier een gans dorp gebouwd met paletten en strobalen van wel honderd meter lang met torentjes, huizen, enzovoort. We hadden daar met Circo Ripopolo een prijs gewonnen voor ‘beste straattheatergroep’. De prijs bestond uit twee delen. We kregen een kunstwerk dat we het jaar erop moesten terugbrengen als we met een andere voorstelling kwamen spelen. En de avond zelf kregen we een fakkel in onze handen: we mochten dat dorp in brand steken. Plots waren we opnieuw jongetjes van tien. Blij als een kind dat we heel de boel in de fik mochten steken.”
Slechtste festivalervaring
“Het absolute dieptepunt was toen ik met REDtheCAT voor één iemand heb gespeeld: een man in een rolstoel die ik eigenlijk heb moeten forceren om dichterbij te komen. Toen de voorstelling tien minuten bezig was, kwam de programmator eens langs en bleef op dertig meter afstand staan kijken. Erg bevreemdend allemaal. Er was gewoon geen volk. Ik vroeg me af wat ik daar kwam doen.”
Beste festivalervaring
“Brussel springt er uit voor mij. Ik heb altijd een goed gevoel als ik er speel. Het publiek heeft er echt zin in. De allerbeste ervaringen heb ik als je bij wijze van spreken één wordt met je publiek. Wanneer je bijvoorbeeld een wenkbrauw optrekt en je daar al meteen reactie op krijgt. Dan voel je dat ze helemaal met jou in de voorstelling zitten. Verder is het altijd gezellig om collega’s tegen te komen.”
“We waren geselecteerd voor een promotiefestival in Italië. De bedoeling was dat ik eerst een kort nummer zou doen met de ringen. Daarna zouden mijn vrienden het overnemen voor de rest van de tien minuten. Alleen speelde de muziek tijdens mijn performance héél, héél stilletjes. Vervelend, want alles was volledig geënt op de muziek. Ik was een beetje in paniek maar ik worstelde mij erdoor. Na mijn drie minuten probeerde ik meteen de luidsprekers naar het podium te brengen zodat mijn vrienden toch tenminste iets van geluid zouden opvangen. Maar helaas. Ik vroeg de regie wat het probleem was. ‘Ah, maar het is 22 uur ’s avonds. We mogen dan geen muziek meer opzetten,’ antwoordden ze. We hadden meer dan duizend kilometer met de nachttrein gereisd om daar onbetaald vijftien minuten uit onze voorstelling te spelen. Het festival wist dat ze geen decibels meer mochten produceren en toch programmeerden ze ons nog zo laat terwijl muziek voor ons nummer van elementair belang was. Ik werd gewoon zot. Ik duwde de techniekers weg van bij de geluidstafel en zette zelf het volume op een degelijk niveau. Zij duwden mij weg. We begonnen te vechten in de regietent, terwijl de volumeknop de volgende tien minuten naar boven en beneden werd geschoven. Zo ben ik eigenlijk totaal niet. Ik ben geen vechtersbaas. Dat was me nog nooit en is me sindsdien ook nooit meer overkomen. Ik was kwaad en zeer geënerveerd. Gans de festivalorganisatie was een ramp. Sindsdien spreken we van Sul Filo del Vafanculo.”
Beste festivalervaring
“Ik hoop ooit te mogen spelen op wat voor mij het beste festival ooit is. Ik heb het geluk gehad het één keer te mogen beleven op uitnodiging via een vriend. Het is een zeer alternatief en hoogstaand festival gebracht door een Michelin-sterrenchef in Frankrijk. Hij is zelf grote fan van circus en straattheater. Omdat hij zoveel werkt en nooit naar voorstellingen kan komen kijken, organiseert hij zelf om de twee jaar een uniek festival op zijn domein voor zijn personeel en vrienden. Je komt er dus niet in zonder uitnodiging. Het eten is er uiteraard fantastisch. De programmatie is zot: allemaal topvoorstellingen. Geen enkele artiest die er speelt is betaald, maar je mag later met vrienden komen eten, op het domein blijven slapen, enzovoort. Het volledige pakket is meer dan een uitkoopsom waard.”
Slechtste festivalervaring
“Een bekend buitenlands festival vroeg ons om met enkele andere gezelschappen samen op een pleintje te spelen. Voor ons was het de vierde keer dat we er uitgenodigd waren, steeds een fijne ervaring in een prachtige omgeving. Deze keer speelden we niet in het centrum maar op een parking van het sportcentrum even buiten het stadje, in de vlakke zon met een lelijke omheining errond. Het festival was gratis. Alleen voor ons moesten de mensen tien euro betalen. Veel volk kwam er dus niet. Op de koop toe was er een hittegolf en het festival had niets voorzien, geen eten, geen drinken. We stonden daar een beetje te sterven. Bovendien wilde de directeur nog poffelen met de prijs, of we voor minder konden spelen, of we de vervoersonkosten konden laten vallen. We waren allemaal woest. Zo behandel je mensen niet.”
Beste festivalervaring
“In Duitsland hebben we gespeeld op een oud vliegveld uit W.O.II middenin de bossen. Dat festival was precies Woodstock, echt on-waar-schijnlijk. Je werd terug gekatapulteerd naar de jaren zestig. Iedereen had respect voor elkaar en voor de natuur. In de oude vliegtuighangars was er een cinema en verschillende plekken om te dansen en te feesten. Overal tussen de bomen waren er voorstellingen. Vier dagen hebben we er gespeeld. Het publiek was dolenthousiast. We werden op handen gedragen. De sfeer was ongelooflijk.”
Slechtste festivalervaring
“Ik weet niet waarom, maar je kan er gif op innemen dat als een outdoorfestival met je onderhandelt over de prijs, het festival meestal niet erg goed is. In plaats dat ze je dan helpen of ondersteunen, draait het eerder uit op een discussie of geschil met de techniek of speelomstandigheden die niet in orde zijn. Wanneer ik net begon, adviseerden collega-artiesten me: zet je prijs hoog want als je uitkoopsom laag is, zullen ze je ook op lage voet behandelen. Het ergste wat we hebben meegemaakt, was toen we naast de biertent speelden terwijl er een feestje aan de gang was. Natuurlijk viel ons geluid in het niets. Het was vreselijk. Tijdens de afbouw verdwenen de technici om bier te drinken en stonden we er alleen voor.”
Beste festivalervaring
“Er is een festival in Frankrijk waar ze de zaterdagavond het aller-aller-allerbeste feestje ooit hebben, elk jaar opnieuw. Iedereen, artiesten, artistiek directeur, de crew is wat door de neus en staat te dansen. Ik vind het telkens heerlijk daar te zijn. Verder kom ik graag op festivals en in theaters waar er een goeie samenwerking is met het technisch team. Soms kom je op plekken waar er veel geld is, maar dragen ze geen zorg voor je. Soms kom je op plekken waar ze je ontvangen met als insteek: ‘we zijn hier voor jullie, we zullen ons uiterste best doen.’ Het hangt niet af van een land of een cultuur maar van de technische directeur, het technisch team, de spirit. Ik heb altijd Belgisch bier in mijn koffer zitten. Na de afbouw geef ik hen het bier cadeau als dank voor de fijne samenwerking.”
Slechtste festivalervaring
“Een van de weinige slechte ervaringen met Les Argonautes stamt uit onze beginperiode. Met onze voorstelling Zouff hadden we amper op festivals gespeeld, al helemaal niet buiten België. We besloten onze kans te wagen op een showcasefestival. We hoopten dat dit voor ons de deur naar Frankrijk zou openen. Alleen speelden we op de allerlaatste festivaldag in de namiddag, toen eigenlijk de meeste programmatoren al naar huis waren. De zaal was prachtig, zo’n Italiaans theater met balkons, maar veel te groot voor ons. In het publiek zaten 400 kinderen van alle leeftijden door elkaar terwijl we voor schoolvoorstellingen niet over de 250 gaan. Het werkte gewoon niet. We hebben er niets aan gehad en voelden ons zo bedrogen.”
Beste festivalervaring
“Voor mij zijn dat de grote festivals zoals Edinburgh en Avignon waar je twee, drie weken in soms moeilijke omstandigheden hard moet werken om volk naar je voorstelling te lokken. Met Les Argonautes gingen we flyeren en paraderen in de straten. We hadden een heel simpele, visuele improvisatieact in slow motion. Dat deden we elke dag, één of meerdere uren, tot de show goed vol begon te lopen via mond-tot-mondreclame. Op zo’n festivals ga je dan in een bepaald ritme, ben je erg alert, vul je elkaars sterktes en zwaktes aan. Je voelt dat je samen iets aan het doen bent. Je gelooft dat er iets zal gebeuren met je voorstelling. Je ontmoet zoveel mensen. Of je in de prijzen valt of niet, je er nu veel boekingen uit haalt of weinig, het is een heel sterke ervaring als compagnie.”
Slechtste festivalervaring
“Mijn slechtste en beste festivalervaring zijn eigenlijk dezelfde. Ze hadden me gevraagd of ik mijn nummer wou spelen op het gala van een Franse jongleerconventie. ‘Oké, cool!’ zei ik. Ik was negentien en kwam van Israël naar Frankrijk om er te starten met de circusschool. Tijdens de generale repetitie van het gala zag ik rondom me al die zotgoeie jongleurs, zoals een Rus die negen ringen perfect in de lucht gooide. Ik dacht: ‘Shit, ik wil niet spelen, het zal vreselijk zijn.’ Ik was zo gestresseerd, sliep niet ’s nachts. Ik trainde en oefende uitzinnig. Ik smeekte de organisatie om me van het programma te schrappen. Ze reageerden: ‘Nee, Neta, komaan, speel. Vanaf het moment dat je op dat podium staat, vergeet je de stress, je zal dat heel goed doen. We willen echt dat je speelt.’ Dus ik deed het toch. Nog nooit in mijn hele leven heb ik zoveel stress gehad. Op dat moment dacht ik: ‘Nooit meer!’”
Beste festivalervaring
“Ik speelde dus op dat gala en miraculeus… het was een van de beste shows die ik ooit heb gedaan. Het publiek was superblij. Ik kreeg een staande ovatie. Ik ging van de hel naar ‘oh, het werkt, ik amuseer me hier op het podium en het publiek vindt het leuk wat ik doe en ik kàn dit.’ Want dat wist ik helemaal niet voordien. Dus voor mij was het een belangrijk moment waarop dingen veranderden. Na die ervaring wist ik: ik kan alleen op scène iets brengen en ook de stress de baas. Ik kreeg ook veel mogelijkheden om te spelen.”
Slechtste festivalervaring
“We speelden met Collectif Sous le Manteau op een vooraanstaand Frans festival. De Fransen maken een heel naar – vind ik toch – onderscheid tussen ‘les pros’ en ‘les artistes’. Les pros zijn de professionals; iedereen die geen artiest is: programmatoren, mensen die een theater of een festival hebben, producers, … Een collega en ik moesten halsoverkop naar dat festival reizen omdat we de dag ervoor een belangrijke première in Tilburg hadden. We bouwden af tot twee uur ’s nachts om onmiddellijk erna naar Toulouse te vliegen. Daar moesten we nog een bus, een trein en nog een bus nemen om dan hopelijk net op tijd doodop te arriveren om er de voorstelling te spelen. Voor we het vliegtuig instapten, lazen we in de ontvangstbrief van het festival tot onze grote opluchting dat er een navette of pendelbusje was tussen de luchthaven en het festival. We stuurden nog vlug een berichtje naar iemand van het gezelschap of ze dat voor ons konden regelen. Toen we landden in Toulouse kregen we bericht binnen: ‘Nee, sorry, de pendelbus is alleen voor les pros.’ Die is voor mij altijd blijven steken. De makers, de spelers zijn voor hen tweederangs.”
Beste festivalervaring
“De beste festivalervaring is dan toch echt het omgekeerde van dat. Het zit ‘m vaak in kleine dingen: gastvrijheid, gezelligheid, gemoedelijkheid. We hebben heel de dag hard gewerkt, we bouwen samen met de festivaltechnici af en drinken samen nog een drankje. Vlaanderen is daar gul in: ‘Neem maar een biertje uit de koelkast.’ In Nederland hoor je vaker: ‘Oh neen, de bar is al dicht. We gaan naar huis.’ Een goed festival is zich bewust – en dat zijn de meeste, dat wil ik hier wel even benoemen – van het heftige artiestenbestaan. We zijn steeds onderweg. Als het festival een klein beetje comfort en gastvrijheid biedt, zonder dat je je vervelend voelt wanneer je steeds om dingen hoeft te vragen, dat maakt een wereld van verschil.”
Slechtste festivalervaring
“Op een middag werd ik gebeld door een Spaans festival met de vraag waar ik bleef. Ik was compleet vergeten dat ik die dag moest spelen. Ik haastte me naar de vlieghaven van Barcelona om het eerste vliegtuig te nemen. Daar stond iemand van de productie me op te wachten om me zo snel als mogelijk naar de speelplek te brengen. Ik haalde het net op tijd. Uiteindelijk was het een goede voorstelling. Maar het is het ergste wat me overkomen is op een festival. Het was een grote schok. Sindsdien dubbelcheck ik alle info als ik een vlucht moet nemen.”
Beste festivalervaring
“Ik was zes en toerde met mijn vader en moeder doorheen Nederland, Duitsland, België en Frankrijk in de zomer. Mijn vader was muzikant bij een straattheatergezelschap. Het was niet alleen mijn eerste festivalervaring, maar ook de grootste, de beste en meteen ook de belangrijkste voor mij. Ik wist toen al: dit wil ik later doen als job. Nu heb ik het geluk om ook mijn dochter diezelfde ervaring te geven als ze met ons meegaat op tournee.”
Slechtste festivalervaring
“Nog niet zo lang geleden speelden we in een dorpje in de Italiaanse bergen. Je had er hellingen van wel tien, twaalf procent. De programmator begeleidde ons naar de speelplek. Zonder zever, dat was een helling van 45 graden. ‘Hier kunnen we niet spelen!’ zeiden we geschrokken. ‘In je contract staat dat je kan spelen met een kleine helling,’ antwoordde de man zonder verpinken. Hij nam het ons echt kwalijk dat we aangaven op die plek onmogelijk te kunnen spelen. Hij gaf ons een nieuwe locatie maar sprak ons de rest van het festival niet meer. Ook merkten we dat we niets meer mochten vragen. Geen spotje, geen kabel. Alles was te veel. We zijn geen diva’s. We vragen niet het onmogelijke, enkel de basis om een goeie voorstelling te kunnen spelen.”
Beste festivalervaring
“De tofste festivalervaringen waren en zijn nog steeds de Europese jongleerconventies in Griekenland, Polen en Finland. In Griekenland speelden we met ShakeThat voor 1000 à 2000 andere, uitzinnige jongleurs. We kregen een staande ovatie. Ik was toen nog maar pril, pas een jaar of twee artiest. Het was megaoverweldigend. Alles was te gek: de weg ernaartoe, het optreden, het feest achteraf, de gesprekken in de bar, … Het is net alsof je in een droom zit. Later speelde ik nog solo’s in Israël en Finland. Ik was superzenuwachtig. Dan een staande ovatie in ontvangst nemen, vooral van gelijkgezinde mensen die in dezelfde trip zitten als jij… Dat is waanzinnig.”
>> Dit artikel verscheen in Circusmagazine #72 (september 2022) // Auteur: Gwendolien Sabbe // All rights reserved // Voor overname: contacteer info[at]circuscentrum.be