>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #26 (maart 2011). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteur: Roland Vermeylen
Meer en meer is er toenadering tussen de wetenschappelijke wereld en het circus. In de marge van het Monte Carlo festival werd lang stilgestaan bij nieuw wetenschappelijk onderzoek bij roofdieren en olifanten in het circus.
Het team van de Duitse gedragsbioloog Immanuel Birmelin vergeleek, via diverse metingen rond welbevinden, dieren in de vrije natuur in Afrika met dieren in het circus. Hij ging ook na hoe de levenssituatie van circusdieren verder kan worden verbeterd. Het blijven leerprikkels creëren, het blijven zoeken welke noden en kansen elk individueel dier nu heeft, zijn de hefbomen voor een verantwoord dierenhuishouden in het circus.
Birmelin onderzocht met Franco Knie hoe olifanten in een ongewone situatie in groep met elkaar overleggen en zaken uitproberen en samen oplossen. Na verschillende tests besluit Dr. Birmelin: “Je kunt met dieren die zich goed aanpassen aan de nabijheid van de mens erg goed samenwerken. En het is eigenlijk zoals tussen mensen onderling: als de relatie dresseur-dieren goed is, dan kan er veel. Meer nog, dan komen er voor mens en dier doorlopend nieuwe leermomenten. Precies dat samen leren is verrijkend en gezond makend. Goed circus is dus volgens ons onderzoek een gezonde context voor mens én dier.”