>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #26 (maart 2011). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteur: Koen Allary
Het circus is om zeep, ik zeg het u en jullie zien het niet.
Jullie worden geacht goed geïnformeerde mensen te zijn, jullie moeten toch weten dat het jaartal 2012 opvallend vaak genoemd wordt als het einde der tijden, dit zowel door de Pueblo-indianen, de Zulu’s als de Maya’s. Jullie moeten toch beseffen dat er een strijd zal uitbreken tussen licht en duisternis, tussen goed en kwaad, tussen mannelijke en vrouwelijke energie en jullie zien het niet aankomen.
De uitkomst is onzeker, maar het staat vast dat de bestaande orde verdwijnt. De politici weten het en verzwijgen het, maar ze maken dan ook geen nieuwe regering vóór 2012 en dat is het bewijs. Ik zie het. En het circus ontsnapt daar niet aan. Vrouwelijke porteurs zullen opstaan. Wilde dieren zullen dompteurs dresseren. Het nieuwe circus zal de zalen massaal verlaten. De pers zal volop over circus en zijn BV’s schrijven. En tenten zullen overal in steden opduiken, meer nog, appartementen en fabrieken worden afgebroken en er komen tenten en feest, circusfeest.
Het einde der tijden betekent ook een begin en dat is interessant om alle vastgeroeste ideeën, alle ‘Gestalten’ over circus overboord te gooien, ik zeg het u. Laat u gaan, jullie moeten het durven. Nee, er zal geen kloof meer zijn tussen nieuw en traditioneel circus, het gaat enkel over circus waar de artiesten emoties oproepen met hun lichaam. Nee, circus is geen entertainment, maar volwaardige kunst. Nee, circus is niet dood, het zit in ieder van ons en is een virus dat het einde der tijden overleeft. Als het moet, bevriest het zich in de ijslagen en komt binnen duizenden jaren terug tot leven, maar het moet niet.
Wij bereiden ons voor op dat einde der tijden, zullen mee ten onder gaan, maar zullen ook met vuur en het vlam het nieuwe begin zo goed mogelijk voorbereiden en herrijzen als zelfrijzend deeg, niet tegen te houden door conventies en regels. Half mei verschijnt er met name een speciale CircusCourant, het tijdschrift van het Vlaams Theaterinstituut, de eerste maal dat de ongelovigen geconfronteerd zullen worden met het feit dat circus een toekomstperspectief kan bieden na de bestaande orde.
Moeder is een universeel woord dat begint met de koesterende genotvolle m van mmm en circus is de moeder van alle kunsten, vertel het door en zeg dat ik het gezegd heb na van horen zeggen en dan is het waar, ik verzeker het u. Boeiend circus komt op u af, verleiding zal toeslaan via zomerfestivals, geef u over want het kan de laatste keer zijn, maar het zal de laatste keer niet zijn, want het wordt meer en daarna nog meer. En dat meer kan onder andere gemaakt worden in onze creatiestudio, maar daarvoor moet je die aanvragen en dat kan en graag ruim vooraf, want de studio wordt veel gebruikt.
En in het grote Europa, het Europa dat ook ten onder zal gaan, wordt er gewerkt aan een Europees charter voor nomadische circussen. En Europa is ver van ons bed of toch niet. En is Europa traag, wij wat minder en we werken met de nomadische circussen aan een eigen Vlaams charter, een eigen afsprakennota met de Vlaamse steden en gemeenten. En die komt er vóór het einde der tijden, vóór 2012 dus, dat is de bedoeling.
En tot slot wil ik in het vuur van mijn betoog Roger Novaro bedanken. Roger, ik heb je te kort gekend, maar toch, toch was het super. Of ‘nickel’ zoals er tegenwoordig gezegd wordt door die mensen die Frans praten en dat zijn onze vrienden en ook de Hollanders en de Duitsers en nog veel anderen, want circus is internationaal en kunst ook.
Roger, de eerste contacten waren schuchter en afwachtend, daarna warm en vol. Vol van vriendschap, van gedeelde circuspassie en goesting. Je daagde me uit met de belofte van een kathedraal van een lichaam als ik zou stoppen met roken en zes maanden les bij jou zou volgen. Ik zag deze kathedraal wel zitten en stopte met roken. En dan stopte jij. Onverwachts en opeens.
En bij iedere sigaret die ik niet opsteek, denk ik aan jou.
En ’s morgens na de douche zie ik in de spiegel een hangaar en geen kathedraal.
Het is om zeep, zeg ik jullie, en jullie zien het niet.