>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #19 (juni 2009). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteur: Maarten Verhelst
De Luchtwacht, het nieuwe project van Cirkus in Beweging, is geen doorsnee productiegroep. Ten eerste staat ze volledig in het teken van luchtacrobatie, ten tweede zijn alle ‘artiesten’ tussen 16 en 25. Inderdaad, een oude bende! Jonas Van Soom, artistiek coördinator van het Leuvense circusatelier en een van de begeleiders van De Luchtwacht, vertelt waarom.
Jonas Van Soom: “De Luchtwacht bestaat uit zes jongvolwassenen die nog nooit in een productiegroep van Cirkus in Beweging hebben gezeten. Enerzijds omdat ze door externe activiteiten het engagement niet konden aangaan, anderzijds omdat luchtacrobatie moeilijk in een geïntegreerde circusvoorstelling in te passen is. We hebben al een aantal producties gehad waar luchtacrobaten aan deelnamen, maar die kwamen ofwel te weinig aan bod, ofwel enkel als we in een cultuurcentrum speelden. Je bent steeds afhankelijk van ophangpunten, de veiligheid moet optimaal zijn, …”
Ze hebben dus niet veel podiumervaring. Is dit geen nadeel?
“Ze hebben vorig jaar al opgetreden tijdens Leuven in Scène; losstaande acts aan de bomen in het park. Ze vonden het heel leuk en hadden zin om vaker op te treden. Toen groeide dan ook het idee om een volledige voorstelling rond doek en trapeze te maken. Maar effectief, het zijn technisch sterke gasten zonder al te veel podiumervaring. Daarom dat Fred Versonnen hen expliciet op het circustheatrale vlak begeleidt.”
Ligt het verhaal eigenlijk al vast?
“Het scenario is met de hele groep geschreven, maar er kan nog van afgestapt worden. We willen er niet door beperkt worden. Het is natuurlijk de bedoeling dat het één samenhangend verhaal wordt, maar zoals in elke voorstelling is het de vraag in hoeverre dat verhaal er effectief gaat uitkomen. Het is er vooral om de artiesten zin te geven: waarom doe ik dit of dat.”
Heeft het publiek geen nood aan een duidelijke lijn?
“Ik vind van niet. Op basis van een voorstelling hebben de mensen niet altijd door wat het verhaal is, en dat is ook niet de bedoeling. Het gaat erom een sfeer te creëren; het publiek kan zelf zoeken en invullen. Maar de artiesten weten waarom ze op het podium staan, voor hen is het duidelijk, ze doen hun ding met overtuiging. Bij De Luchtwacht zijn we er echter nog niet uit of we een duidelijk verhaal dan wel een algemene sfeer zullen creëren. Alles is nog mogelijk.”
Jullie zijn nog in de experimenteerfase?
“Het voorlopige scenario ligt er en de repetities zijn begonnen. We hebben ook al een weekend gewerkt rond de zelfdragende trapezestelling: wat kan je ermee doen, hoe zit het met de veiligheid, wat zijn de technische beperkingen, … De stelling is trouwens gemaakt door Joppe Wouters. Nu worden een aantal afzonderlijke acts gecreëerd, maar de echte voorstelling moet nog vorm krijgen. We denken er ook aan om enkele andere technieken zoals jonglage en eventueel dans erin te vermengen.”
Hoe beperkend of bevrijdend is de trapezestelling?
“Het beperkt je omdat het relatief klein is en omdat je een maximum aantal ophangpunten hebt, maar het verplicht je dan weer om creatief te zijn. Ook ben je niet afhankelijk van bestaande ophangpunten. We hopen hierdoor meer te kunnen spelen, onder andere in cultuurcentra.”
Wanneer kunnen we De Luchtwacht voor het eerst aan het werk zien?
“Op onze opendeurdag stelden we al wat work in progress voor. Misschien halen we het Stadsfestival van Leuven op 20 september, maar ons echte doel is Theater op de Markt (Neerpelt, 5 tot 8 november, red.). Dan moeten we er volledig staan. Het is ook leuk voor de groep om meteen in zo een belangrijk festival terecht te komen. Sommige van onze productiegroepen hebben er al een aantal keer opgetreden; voor hen is het normaal. Maar voor de gasten van De Luchtwacht is het nieuw. Ze zijn er ook erg dankbaar voor.”
Vanwaar trouwens de naam ‘De Luchtwacht’?
“Niet dat we het warm water uitvinden, maar er zijn niet veel jongerenvoorstellingen met luchtacrobatie. De naam legt hier direct de link mee: de lucht wacht om geëxploreerd of bespeeld te worden. Het is niet de meest hippe naam, maar het klinkt en mensen nemen het snel over. Al is het wel nog steeds onze werktitel. De groep mag uiteindelijk zelf kiezen hoe ze zal heten.”
Productiegroepen worden steeds intens begeleid. Hoe zit dit bij De Luchtwacht?
“Gert De Cooman (Ecole Supérieure des Arts du Cirque, Carré Curieux) en Twiggy (Sandrine Schenkel) zijn de technische begeleiders met betrekking tot luchtacrobatie. Fred Versonnen werkt zoals gezegd aan de circustheatrale technieken. Qua regie zorgt elke begeleider voor input, ook ik. Verder is choreograaf, danser en costumier Karlon Fonteyn er uit persoonlijke interesse bijgekomen. Hij heeft rond de kostuums gewerkt en geeft ook tips en ideeën vanuit zijn vakgebied. Bregt Janssens, die al van zijn achtste bij Cirkus in Beweging zit, zal instaan voor de techniek.”
De eerste productiegroep van Cirkus in Beweging was Kontrast in 1994. Sindsdien passeerden ettelijke productiegroepen de revue. Hoe belangrijk zijn deze projecten in jullie werking?
“Circusles is één ding, maar optreden is ook een pedagogische pijler van Cirkus in Beweging. We proberen zoveel mogelijk jongeren de kans te geven om in een productiegroep te stappen. Het is een ongelooflijke ervaring om dit mee te maken; ik kan ervan meespreken. De kwaliteit ligt in het begin niet altijd superhoog, maar uiteindelijk maak je iets waar andere kinderen en mensen naar opkijken. Je bereikt ook uiteenlopende doelstellingen: enerzijds werk je aan de vorming van de kinderen, anderzijds komt het de uitstraling van onze school ten goede. Het eindproduct – de voorstelling – is artistiek, maar we zien de productiegroepen vooral als een pedagogisch project. Daarom ook dat we geen audities houden: iedereen is welkom. De zogenaamde ‘zwakkeren’ worden door de groep gedragen en bloeien vaak helemaal open. Bovendien merken we dat veel van onze jongeren die doorstromen naar de Brusselse circushogeschool ESAC – zoals Gert, Antonio, Jokke, Lennart, Joren – ooit in een productiegroep hebben gezeten.”