>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #19 (juni 2009). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteur: Eva Kahan
Bij een verjaardag, lentefeest, communie of wat dan ook, kan ik het niet laten het gepaste cadeau te zoeken in de circussfeer. Kinderen uit familie en vriendenkring krijgen steevast clowntjes, sjaaltjes en balletjes cadeau en als ze groter zijn kom ik aandraven met Chinese bordjes en diabolo’s. En wie niet zo’n doener is krijgt van mij een boek… over circus natuurlijk.
‘Het circus’ is net zoals ‘de boerderij’ en ‘het ziekenhuis’ een eeuwig wederkerend onderwerp voor menig prentenboek en men is duidelijk niet vies van clichés. Zo hebben al die circusprentenboeken nog wilde tijgers die door hoepels springen, zeehonden met een bal op hun neus en jongleurs die vlotjes zes of meer balletjes in de lucht houden, in ‘shower’, boven hun hoofd! Wonderbaarlijk!
‘Het circus komt’, door Adèle Ciboul, Davidsfonds Uitgeverij in de reeks kididoc
Een prachtig boek, met veel uitschuifbare en inklapbare stukjes, waarachter de geheimen van het circus verscholen liggen. De tekeningen zijn supergrappig, maar als ik later navraag doe bij wat jonge lezertjes, blijken die de tekeningen toch nog niet zo goed te kunnen smaken: een verdraaide glimlach vol tanden, knieën die raar omplooien, borstjes die de verkeerde richting uitwijzen… De grens tussen gruwelijk en grappig is blijkbaar flinterdun.
Je krijgt in dit boek een heleboel tekst en informatie mee over het circus en die informatie is lekker nauwkeurig en correct; er is duidelijk onderzoek gedaan. Zo leren we dat jongleurs niet alleen met hun handen, maar ook met hun voeten of neus kunnen jongleren, dat koorddansers steeds voor zich uit kijken en zien we het verschil tussen een August en een witte clown.
‘Later word ik circusartiest’ door Hilde Vandermeeren, Davidsfonds Uitgeverij
Via enkele eenvoudige tekeningen en tekstjes komen we te weten wat je allemaal moet kunnen om in een circus te werken. We komen ook te weten wie dan je toekomstige collega’s zijn en waar je zal wonen. Lief boekje, een beetje informatief en met kindvriendelijke tekeningen (die ikzelf dan weer saai vond, maar tja…).
‘Met Barbapapa naar de kermis’, door Annette Tison en Talus Taylor, uitgeverij Gottmer
Toegegeven, de titel doet niet dadelijk uitschijnen dat dit over circus gaat. Ik zag de reeks boeken van de Barbapapa’s liggen in de etalage en jeugdsentiment maakte zich van mij meester. Er is geen Barpapaboek specifiek over circus, maar kermis bij hen is alles waar een kermis vroeger voor stond: stoet, circus, freaks, vertier, toneel en bal masqué!
De kermiskaravaan passeert het Barbapapadorp zonder te stoppen en daarom besluiten de Barbapapa’s zelf een kermis te maken. Ze transformeren zich spontaan in levende rolla-bolla, jongleur, reuzenrad en draaimolen. Ook de wilde dieren in het circus worden door de Barbapapa’s zelf gemaakt: origineel én diervriendelijk! En hoewel ik dacht alleen te staan in mijn enthousiasme voor dit stukje cultuurgeschiedenis, wat bleek toen dit boek in de handen kwam van de jonge lezers? De Barbapapa’s zijn nog steeds in! De tekeningen zijn fascinerend en het viel hen moeilijk het boek weg te leggen voor ze het helemaal uit hadden. En op mijn vraag waarom dit hun favoriete boek was, kwam steeds hetzelfde antwoord: “Omdat die in van alles kunnen veranderen!”
En als laatste: toevallig niet in de boekhandel toen ik ernaar op zoek was maar een boekje waar ik veel positieve dingen heb over gehoord: ‘Hoe Tito zijn neus kwijt raakte’, door Guido van Genechten, uitgegeven door Clavis. Mooi, eenvoudig en licht poëtisch/filosofisch: meer moet dat niet zijn.