>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #19 (juni 2009). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteur: Maarten Verhelst
Sylvie Dhaene is directeur van het Gentse museum Huis van Alijn en bestuurder van het Circuscentrum. Haar voortrekkersrol op het vlak van vernieuwing en dynamisering van het volksculturele veld leverde haar de prijs voor Cultuurmanager van 2009 op. Maar belangrijker: zij en Nele Van Uytsel raakten de afgelopen jaren volledig in de ban van circus en haar rijke traditie.
Hoe leg je ‘erfgoed’ uit aan een simpele ziel zoals ik?
Sylvie Dhaene: “Erfgoed is al het waardevolle van onze cultuur. Dat willen we bewaren én doorgeven aan de volgende generaties en elke geïnteresseerde. Het gaat hierbij niet alleen om zaken van vroeger, maar ook van vandaag en de toekomst. Het doorgeven gebeurt liefst op zo’n manier dat het betekenis kan krijgen, zodat mensen er iets mee kunnen doen en waardoor het terug inzetbaar is in de maatschappij.”
En wat is specifiek het belang van circuserfgoed?
Dhaene: “Mensen kennen het circus vandaag en hebben er een bepaald beeld van. Vaak is dit negatief: dierenmishandeling, marginaliteit, … Via het erfgoed kan je duiden vanwaar circus komt, wat voor rijke traditie het heeft. De affiches, kostuums, foto’s en verhalen uit onze collectie kunnen het negatieve beeld corrigeren, ook bij de circusactoren van vandaag. Als je het verhaal en de geschiedenis van de toenmalige circusfamilies kent, kan je niet anders dan er respect voor hebben. Chapeau voor hen!”
Nele Van Uytsel (collectieregistrator Huis van Alijn): “Het zijn fantastische verhalen, maar voor ons onvoorstelbaar. Hoe ze in barre omstandigheden elk weekend opnieuw hun tent opzetten en streefden naar perfectie… Bijna niemand wil dat nu nog doen.”
Dhaene: “Erfgoed wordt al te snel in de sfeer van nostalgie geplaatst. De goede herinneringen, de schone oude tijd. Hier moeten we als erfgoedinstelling elke dag tegen vechten. Maar ook in het beleid van het Circuscentrum is circuserfgoed erg belangrijk. Jullie moeten helpen om de negatieve beeldvorming te doorbreken.”
Welke concrete rol speelt het Huis van Alijn in de ontsluiting van het circuserfgoed?
Van Uytsel: “We hebben in 2002 de circuscollectie van André De Poorter verworven. Die collectie bestaat uit erg waardevolle lithografieën en affiches van Belgische circussen, circusattributen, kostuums en natuurlijk ook echt archiefmateriaal zoals foto’s en allerhande documenten. In nauwe samenwerking met André hebben we dit alles gedigitaliseerd en ontsloten. Het is een collectie die monden doet openvallen. Als kinderen in het museum de circuslitho’s en fotoalbums van artiesten zien is hun eerste reactie: ‘Wow!’”
Blijft het bij deze collectie of hebben jullie nieuwe circusplannen?
Van Uytsel: “Het is zeker onze bedoeling om nog meer circuscollecties te verwerven. Circus is een ongelimiteerde informatiebron. Het is niet op één land vast te plakken, het is op zich een internationaal gegeven. Onze collectie focust op Belgische circussen, maar circussen verbleven in het buitenland, hadden internationale artiesten in dienst en omgekeerd. Het blijft zich uitbreiden en vertakken. Ook historisch gezien hebben we nog veel werk aan de winkel: de huidige collectie ‘stopt’ eigenlijk in de jaren tachtig. Het zou interessant zijn om de evolutie van traditioneel naar hedendaags circus in kaart te brengen.”
Tot slot, Sylvie, heb je goede herinneringen aan circus?
Dhaene: (lacht) “Dat is een strikvraag hé, je verplicht mij om nostalgisch te zijn! Maar ik herinner het me nog goed: in het dorp waar ik ben opgegroeid was de komst van het circus hét evenement van het jaar. Het was midden jaren 70, het was een klein circustentje, allemaal heel eenvoudig, en als kind was het superspannend. Ik vond het fantastisch, net als alle andere kinderen in de tent.”