>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #22 (maart 2010). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteur: André De Poorter
Om artiest te worden is er talent, geduld en volharding nodig en komt het erop aan te blijven oefenen en zoeken naar vernieuwing en verbetering. Het bedenken van een artiestennaam daarentegen is (normaal gezien) eenmalig, maar zorgt dikwijls voor heel wat kopzorgen. Bij dat zoek- en denkwerk kan het misschien een hulp zijn te vernemen hoe men vroeger aan een artiestennaam kwam. Toegegeven, erg origineel kwamen ze niet altijd uit de hoek.
Van Alberto tot Adolpho
Er waren er heel wat die gebruik maakten van hun eigen voornaam en daar de Italiaanse o-uitgang aan toevoegden zoals: slangenmensen Alberto (Albert Van Royen), Achillio (Achilles De Pauw) en Camillio (Camiel Vertriest); clowns Carlo (Charles Hoste), Sandro (Alexander Leschan) en Josephko (Joseph Verswijvel); kunstruiters Fernando (Ferdinand Beert) en Adolpho (Adolphe De Seck); trapezist Raphaëllo (Raphäel De Koeyer) en goochelaar Gastono (Gaston Oriot). Het kon ook met de familienaam: fietsacrobaat Campo (François Van Camp), jongleur Michelo (Jean Michel), hondendresseur Hermano (Victor Herman); en in de meervoudsvorm met s: acrobaten The Moro’s (De Moor) en Demanetos (Demanet), tonnenspringers Bernardos (Bernart), barristen Callaerdos (Callaert), draadlopers Hendricos (Hendrickx), equilibristen Bragardos (Bragard).
Speelman wordt Manplay
Het verengelsen of verfransen van de familienaam is ook in de mode geweest. Zo kenden we vroeger de acrobaten Delahays (Vander Haegen), jongleur Charly Wood (Vandenhouten), muzikale clowns The Manplays (Speelman), acrobatische danseres Mej. Lariche (Rosa De Rycke), hogeschoolrijdster Miss Leroy (Mariette De Coninck) en equilibrist Renardo (François De Vos).
Eigen naam of naampje stelen?
De artiestennaam was soms van de eigen naam afgeleid zoals bij de tonnenspringers Bistrew’s (Verbist), The Maebs (Maebe), draadlopers Dolhany en jongleuse La Dolyna (Dolhain), equilibristen The Torfys (Torfs), jongleursduo Les Vekos (Vander Veken), komische acrobaten Sawartos (Zwarts), luchtacrobaten Mestrys Sisters (De Meester). Men kwam ook tot een artiestennaam door omkering van de naam: goochelaar Niuq’sar (Rasquin), atleet Trébla (Albert), clowns Mussilnav (Van Lissum), Nomis (Simon) en Niotna (Antoin), equilibristen Erdna (André) en Relda (Adler), krachtacrobaten Riovas (Savoir), acrobaten Tnomirad en Treabboc (Darimont en Cobbaert). Er waren er ook die delen van twee namen samenvoegden zoals de Moortons (Moortgat-Tondeurs), Les Rocars (Robert Meunier en dochter Carmen) en The Roulenas (Raoul en Lena Vermeiren).
Sommige artiesten kozen de naam van een bestaand persoon. Evenwichtskunstenaar Henri Frans koos voor de naam van een Argentijnse vriend Bento. De familie Vuylsteke de Laps trad op als de Saratos, verwijzend naar een Grieks vrijheidsstrijder. Trapezist Bragard trad op als Léotard, verwijzend naar de gelijknamige bekende Franse luchtacrobaat en clown Lieven Demuynck noemde zich Boum-Boum zoals de Franse clown Médrano.
Sax en Phon
Soms refereerde de naam naar het soort nummer dat men bracht. Er waren de krachtatleten Miss Athléta, Willy Athléty en Fortis, de hoogdraadwerkers L’aigle blanc en trapezisten Les de l’airs, plastische poses met Les 2 Plastic, fietsacrobaten Les Railys, Indianenact door The Cherokees, rolschaatsnummer door de Roltinos, acrobaten Les Olympics, cowboyacts door Buffalo-Bill, Los Pistoleros of Texas Bill, muzikale nummers door Les Mélodys, Réfala, Mi Naturel, Mi-Fa-Sol, Dacapo, Johnny Ré, Sax en Phon.