Mondmaskerverplichtingen, avondklokken, rellen aan zee: de zomer van 2020 zal niet snel vergeten worden. Voor artiesten en andere spelers uit de cultuursector was het vooral een kwestie van aanpassen, doorbijten, hopen en perspectieven zoeken. Redactielid Els Degryse zocht – live of online – enkele circusactoren op en vroeg naar hun coronabeleving.
“Zijn jullie al naar iets gaan kijken sinds maart?” vroeg ik mijn ouders onlangs. Allebei boven de zeventig is het niet zo verwonderlijk dat het antwoord ‘nee, niets’ luidt. Dat ikzelf het aantal circusvoorstellingen dat ik deze zomer zag op één hand kan tellen, verbaast ook weinig, maar het doet pijn. Ik beken: ik leef bij gratie van kunst en cultuur. Als ik niet op tijd en stond iets zie, hoor of meemaak dat me verwondert, doet nadenken of raakt, sterft er een stukje van me af. En nee, ik overdrijf niet. Als er iets is dat corona ons leert, is dat niemand zonder muziek, dans, literatuur, beeldende kunst, theater of circus kan. Het liefst live gebracht. Ik kan het niet genoeg zeggen. Ik hoop dat ze het in Brussel horen en niet meer vergeten bij een volgende subsidieronde.
Corona heeft echter ook voordelen. Ik krijg plots mijn hypersensitieve man mee naar een muziekoptreden omdat er weinig volk is en iedereen op 1,5 meter afstand blijft. Soms zijn er zelfs vaste zitplaatsen en altijd ben je zeker van een goede plaats. Ook valt op dat iedereen die ik in functie van dit artikel geïnterviewd heb, zijn uiterste best doet om hun zomer niet te laten verknallen. Is dit algemeen zo of eerder de aard van het creatieve beestje? Ik laat het sociologisch onderzoek aan een ander en geef het woord aan een aantal mensen uit de circussector die deze zomer meer het zwijgen werd opgelegd dan hen lief was.
De Nederlanders Maartje Bonarius en Harm van der Laan vormen sinds 2012 Tall Tales Company. Ze leerden elkaar kennen op de Rotterdamse circusschool. Sindsdien maken ze samen voorstellingen waarbij acrobatie en/of objectmanipulatie de kerndisciplines vormen. In het voorjaar van 2020 zou Square Two in première gaan, een locatievoorstelling die ze op elke plek kunnen brengen: in de natuur, in de publieke ruimte of in een gebouw. Bonarius en van der Laan maakten twintig scènes die ze vooraf uittesten en aanpassen aan de plek. Op deze manier willen ze het publiek op een andere manier laten kijken naar jongleren, beeldende kunst, maar ook naar de omgeving. Toen begin maart de lockdown inging en iedereen binnen moest blijven, kwamen Bonarius en van der Laan op het idee om hun voorstelling aan te passen zodat iedereen ze online kan meemaken in zijn eigen huis: Square 2.1. Ze keerden terug naar de tekentafel en bedachten een route die iedereen thuis kan volgen om zo zijn huis met nieuwe ogen te bekijken. De thematiek bleef ongewijzigd en het bewegingsmateriaal bestond al grotendeels, maar er kwam wel een nieuw medium bij: film.
Maartje Bonarius: “We wilden geen gefilmde versie van onze voorstelling, maar per se iets interactiefs dat gemaakt is om online te beleven. Dat is het bijzondere, dat het echt gemaakt is voor deze tijd. Het is een nieuwe manier van online voorstellingen maken.”
Harm van der Laan: “Mensen hebben niet het gevoel dat ze weer een uur naar een scherm kijken, maar dat ze een voorstelling meemaken die op deze manier bedoeld is, die beter is zo.”
Bonarius: “Film is iets heel anders dan een live act. Je kan een publiek midden in een jongleerpatroon neerzetten.”
Van der Laan: “We onderzochten of we dingen visueel sterker konden maken door bijvoorbeeld van bovenaf te filmen. Waar zitten nieuwe mogelijkheden? Daar hebben we veel over nagedacht. Als we mensen meenemen op een route proberen we hen andere perspectieven te bieden op jongleren. We hebben veel Zoom-meetings gehad. We hadden erg veel ideeën en het was moeilijk om te kiezen. We zijn gaan testen en de beste ideeën hebben we gehouden.”
Hoe reageert het publiek en hoe merken jullie dit?
Bonarius: “De lancering was heel gek. Wij toosten met zijn tweeën op de lancering en dat was het dan.”
Van der Laan: “Dan denk je dat er mensen thuis de voorstelling aan het bekijken zijn, maar je weet het niet. Je hebt geen applaus.”
Bonarius: “We hebben een reactiepagina waarop mensen iets kunnen achterlaten. Als mensen het zien zijn ze enthousiast en willen ze het ook cadeau doen. We hebben ook een cadeaufunctie op de website. Dat werkt heel goed. Maar omdat er zo veel dingen online zijn, is het moeilijk om mensen te vertellen wat het precies is en dat het oké is om daar ook geld voor te vragen.”
Van der Laan: “Het helpt ook niet dat het zomer is. Niemand heeft zin om in zijn eigen huis te zitten. Iedereen wil naar buiten. Als je bovendien vertelt dat het iets met jongleren, beeldende kunst en wiskunde is, zijn er wel wat mensen die afhaken. Aan de andere kant krijgen we ook reacties van mensen die zeggen dat ze normaal niet van beeldende kunst houden, maar het op deze manier geweldig vonden. Daar zoeken we naar. Dat is nu de grote uitdaging. De voorstelling werkt. Mensen vinden het tof. Hoe zorgen we ervoor dat ze het allemaal gaan zien? Het zou heel leuk zijn als mensen een foto van zichzelf konden achterlaten terwijl ze bijvoorbeeld in bad naar onze voorstelling kijken. Maar de techniek van de website en de filmpjes is echt ingewikkeld. Daar hebben we ons op verkeken. Hoeveel tijd we eraan kwijt zijn om dat allemaal te laten werken op telefoons, tablets, laptops, Apple, Windows, …”
Bonarius: “We zijn een nieuwe wereld ingestapt. Dat was best wel heftig. Er zit zo veel techniek achter. Er hoeft maar iets te gebeuren of het werkt niet.”
Van der Laan: “We waren ongeveer even veel tijd bezig met de voorstelling te maken als met deze dan online te krijgen.”
Hoeveel mensen hebben het al online gezien?
Van der Laan: “We zitten midden in de zomer dus het loopt nog niet echt storm. In het najaar verwachten we de grens van 1000 bezoekers te passeren. Voor de komende tijd staan er ook een aantal samenwerkingen op stapel met festivals en theaters. Zo biedt De Werf in Aalst de voorstelling met korting aan hun publiek aan. De komende weken komt er ook een Engelstalige versie, en gaan we het internationaal lanceren.”
Bonarius: “Het is ook interessant dat we dit concept aan programmatoren van cultuurhuizen kunnen tonen. Normaal zouden sommigen live komen kijken. Nu kunnen ze dat op elk moment online. Ze begrijpen ook meteen waarover het gaat. Het is gek dat die versie er de hele tijd is. Normaal speel je live en dan is het er enkel op dat moment. Nu hoeven wij niks te doen en kan iedereen het bekijken.”
Terwijl Bonarius en van der Laan enthousiast vertellen over hun online concept kijk ik naar hen vanop het scherm van mijn laptop. Hun energie werkt aanstekelijk en het lijkt alsof corona alleen maar een nieuwe uitdaging voor hen is. Toch regende het ook bij hen annuleringen. Binnen een week verdween de hele zomer en alles waar ze het afgelopen anderhalve jaar naartoe hadden gewerkt. Maar het zit duidelijk niet in hun genen om dan niks te doen.
Bonarius: “Er liggen nog steeds zo veel dingen op ons bordje. Wij hebben een Circusstudio in Rotterdam waar professionele circusartiesten komen trainen zodat ze in Nederland blijven. Volgend jaar moeten we een nieuw onderkomen zoeken. Daar hebben we nu meer tijd voor doordat we zelf niet optreden.”
Van der Laan: “Eerst was het balen en daarna vonden we het fijn om al die dingen te doen waarvoor we in normale omstandigheden geen tijd hebben. In het begin dachten we ook dat het maar twee maanden zou duren. Nu is het duidelijk dat dit niet zo zal zijn. Het is afwachten. De komende jaren wordt het in Nederland echt wel zwaar met de kunsten. Maar tegelijkertijd wordt het nu ook heel duidelijk hoe belangrijk de kunsten zijn. Dubbele gevoelens dus.”
Hoe is de financiële impact?
Bonarius: “Ook heftig. Normaal gezien is ons hoogseizoen in de zomer met de festivals en dat valt allemaal weg. We hebben nog steeds hoop dat we in november de nieuwe voorstelling kunnen maken en spelen. Maar je weet gewoon niet hoe lang het gaat duren.”
Van der Laan: “Het is in Nederland sowieso vrij zwaar in vergelijking met andere landen waar het voor kunstenaars beter is geregeld. Wij zijn best jaloers op jullie kunstenaarsstatuut en Circusdecreet. Zoals het er nu uitziet, overleven we het als we alle zeilen bijzetten, maar de onzekerheid is wel gek. Geen idee ook of de voorstellingen de komende maanden zullen doorgaan. We hebben een contract, maar zelfs daarmee weet je niet of je betaald zal worden als het niet doorgaat. Ik begrijp ook heel goed dat theaters en festivals het even zwaar hebben en zichzelf moeten redden. Die willen ook nog bestaan over een jaar. Het is ingewikkeld.”
In juni en juli hebben jullie toch wat kunnen spelen?
Van der Laan: “We hebben gespeeld bij noodopvanglocaties voor kinderen van ouders die in de zorg werken. En zo zijn er nog wat dingen voorbij gekomen: een eindexamen voor lichttechnici waarbij wij dan het onderwerp waren. We beseften pas hoe erg we het hadden gemist toen we op een schoolplein stonden voor tien kinderen. Het was erg fijn om te doen, maar het is nog geen volwaardig alternatief voor de langere termijn.”
Heeft corona iets permanent veranderd?
Van der Laan: “Ik verwacht dat het sowieso wel anders wordt. Nog twee of drie jaar zal corona dingen op zijn kop zetten. Maar hoe het culturele landschap er daarna zal uitzien, weten we niet.”
Bonarius: “We zijn harde werkers en zijn elke dag fanatiek bezig. Nu hebben we af en toe wat meer rust kunnen nemen. Alles staat een beetje stil en daardoor hebben we meer adem om alles rond te krijgen.”
Van der Laan: “De mogelijkheid om te reflecteren herkennen wel veel mensen. Dat ze een gejaagd bestaan leven en graag even stil zouden blijven staan om te reflecteren, maar er zijn zo veel toffe projecten dus je komt daar niet aan toe. Dat je daar nu toe gedwongen wordt, is op zich iets positief en dat nemen we mee uit deze situatie. Onze online versie heeft ons artistiek ook veel gebracht. Ik heb nooit het gevoel gehad dat we in een soort zwart gat gevallen zijn. Dat is ook eigen aan onze sector. We zijn creatief en als er iets verandert dan passen we ons aan. We willen het natuurlijk ook op een positieve manier zien. We doen gewoon alsof de negatieve kanten er niet zijn en dat gaat vrij goed.”
www.talltales.nl – www.square2-1.nl
Patrick De Groote is artistiek leider van de Zomer van Antwerpen. Elk jaar kan je op verschillende plaatsen in de stad terecht voor theater, dans, circus, cinema, expo’s, comedy, enzovoort. En hoewel ook hier corona vanaf begin maart strepen zet door de programmatie, konden er in juli toch 250 à 300 events doorgaan. Bovendien werd achter de schermen al die tijd verder gewerkt. Ook toen op 27 juli alle evenementen op grondgebied Antwerpen opnieuw verboden werden tot eind augustus raakte De Groote niet van zijn à propos.
Patrick De Groote: “We zijn nooit gestopt. Sinds maart zijn we eigen creaties beginnen aanpassen. En wat circus betreft heb ik een alternatief geprogrammeerd. Toen we eind juli on hold werden gezet, werkten we gewoon verder achter de schermen. Alleen de publieksactiviteiten gaan niet meer door. Hier is een heel grote werkplek. Sinds eind juli repeteren hier dans, theater, muziek, instagram live, film- en video-opnames, workshops voor jongeren, etc. Het is niet dat we stoppen. We ondersteunen artiesten met techniek, met gratis ruimte, … Dat is nu ook nodig. De gezelschappen die we nu even on hold hebben moeten zetten, hebben we voorlopig 30% uitbetaald. En met een engagement dat er zodra er terug zicht is op mogelijkheden we dit terug opnemen. Ik besef dat niet iedereen zo schakelt maar voor ons is dit de beste manier. Of dit het summum van geluk is voor artiesten weet ik niet, maar het is beter dan dat ze gewoon thuis zitten. En anders zat ik ook thuis en dat is niet leuk.”
Wat doet dat met een mens, die constante aanpassingen?
De Groote: “Met mij niet zo heel veel. Ik doe gewoon verder. Ik merk wel dat het voor gezelschappen en artiesten een lastig jaar is. Voor het publiek is het raar en verwarrend. Ik heb gewoon meer werk. Dat is nu eenmaal wat het is. Wij focussen op de dingen die we kunnen doen, zowel in de voorbereidingsperiode als nu. Als er een verbod is op iets, dan doen we dat niet. Daar kan je dan uitgebreid over jammeren. Soms terecht vind ik. Maar voor de rest proberen we te focussen op wat er wel kan.”
Wat is de financiële impact?
De Groote: “Dat zal blijken op het einde van het jaar. Het is niet onbelangrijk maar op dit moment niet urgent. Momenteel focussen we op wat er mogelijk is en op welke manier je die dingen kan faciliteren. Op welke manier kan je gezelschappen en artiesten aan het werk houden zonder publiek? Of hoe kan je de financiële nood een beetje ledigen?”
Zetten jullie extra in op een online aanbod?
De Groote: “In de aanloopperiode van de Zomer van Antwerpen hebben we een aantal online events opgezet. Gewoon om een aantal artiesten en freelancers aan het werk te krijgen. In juli hebben we een aantal dingen gelivestreamd als een secundaire stap. Sinds eind juli faciliteren we veel online. Een aantal events die gepland waren en die om een of andere reden heel erg aan die data vasthingen, zijn online doorgegaan. Er zijn andere, breed culturele initiatieven die we faciliteren via Instagram Live.”
Sommige zaken lenen zich niet zo goed om online hun publiek te bereiken. Hoe kijkt u daar tegenaan?
De Groote: “Alles leent zich ertoe, maar niet iedereen heeft de skills en de kennis van sociale media om daar op een goede manier mee om te gaan. Er werken hier bijvoorbeeld jonge mensen met een breed netwerk op Instagram. Voor hen is dit een soort vanzelfsprekendheid. Voor sommige circusartiesten is Instagram nog steeds een onhandige tool om foto’s te delen met bijzonder weinig impact. Dan heeft dat inderdaad geen enkele zin.”
Mist u iets door corona?
De Groote: “Nee, jij?”
Ja, het toevallig ontdekken van kleine optredens in de zomer, bijvoorbeeld.
De Groote: “Ik kan enkel naar ons kijken. Omdat wij altijd zijn blijven verder werken, hebben we een volledig programma kunnen maken. Dat gaat dan weliswaar in andere omstandigheden door. Heel veel collega’s hebben noodgedwongen hun festival geannuleerd en hebben dan in een veel latere fase, al dan niet op vraag van overheden, nog een alternatief geboden. Wat maakt dat dit natuurlijk een heel andere impact heeft dan andere jaren. Zomer van Antwerpen had ook een andere impact, maar in juli hadden we per dag gemiddeld 10 à 12 events. Dat is niet zo verschrikkelijk veel minder dan vorig jaar. Wel voor kleinere capaciteiten en met veel meer doorloop, vaak twee tot drie keer per dag spelen. Vanuit onze bubbel gezien was het een ander opzet maar qua intensiteit was het heel vergelijkbaar. Natuurlijk was de capaciteit beperkt voor bijvoorbeeld circusvoorstellingen. Daarom hebben we daar ook voorstellingen gezet die verschillende keren per dag of doorlopend konden spelen. Daardoor bereik je op één dag toch ook wel wat publiek.”
Waar haalt u de motivatie en het vertrouwen vandaan om gewoon verder te doen, wat er ook gebeurt?
De Groote: “Voor ons is dat een evidentie. Op een bepaald moment had ik een programma op papier dat totaal coronaproof was. Spelen voor appartementsgebouwen met mobiele installaties die door de straat trekken, 1-op-1 bubbelperformances. Er is altijd iets mogelijk.”
En dan bedenk je dat en wordt dit nooit uitgevoerd?
De Groote: “Nee, maar dan is dat voor de volgende keer als er een invasie van buitenlandse wezens komt waardoor we weer anders moeten schakelen?”
Dat is niet frustrerend?
De Groote: “Nee, het is net interessant om andere vormen te bedenken. Sowieso werken we met de Zomer van Antwerpen altijd op andere manieren omdat we weinig tot geen eigen plekken hebben. We stellen frontale voorstellingen altijd in vraag waardoor het voor ons makkelijker was om te schakelen. Voor collega’s met een vaste zaal of vast format is dit moeilijker.”
U bent de eerste persoon die ik tegenkom bij wie corona precies geen impact heeft gehad.
De Groote: “Ik ben me zeer bewust van de impact van corona, maar ik denk dat het belangrijk is in alle omstandigheden te kijken naar wat er wel kan en hoe je dat kan doen. Voor mezelf en mijn team, voor de gezelschappen, om hen te ondersteunen, om hen financieel een klein beetje zuurstof te geven. Als we 250 events hebben kunnen doen in juli dan wil dat ook zeggen dat er 250 keer betaald is. Daar zijn wij best trots op. Los van het feit dat we iets getoond hebben en dat het publiek blij is. Theatergezelschap Laika heeft bijvoorbeeld hun ganse voorstelling moeten aanpassen. Ze hadden oorspronkelijk een agenda die na de première bij ons vol zat tot het voorjaar. Nu viel hun ganse agenda weg. Als wij niet hadden volgehouden, hadden ze helemaal niet kunnen spelen. Er kwamen veel organisatoren en daardoor hebben ze nu zicht op een reeks in Canada. Dat is ook belangrijk. Als wij hadden opgegeven dan had die voorstelling zelfs niet bestaan. Ik wil gerust klagen over corona en hoe verschrikkelijk het allemaal is. Maar het is belangrijk om een beetje perspectief te bieden en verder te gaan.”
www.zva.be – www.circuscentrum.be/festivals
Kris Hoeylaerts en Lien Drent zijn al jaren de stuwende kracht achter circusatelier Locorotondo in Herentals en Turnhout. In maart werden niet alleen de circuslessen stilgelegd. Ook workshops, schoolprojecten en optredens werden geannuleerd. Deze activiteiten zijn vaak de financiële pijlers van een atelier en zorgen voor extra promotie van de werking.
Lien Drent: “We waren bezig met een schoolproject in Turnhout. Daar moesten we nog één week repeteren voor het optreden in de schouwburg De Warande. Het project liep heel goed. Het moeten annuleren was direct een serieuze domper op de vreugde. De plots lege agenda gaf een raar gevoel.”
Kris Hoeylaerts: “Om veel redenen was het superjammer dat het optreden niet doorging. We konden ook geen alternatief bieden.”
Hebben jullie online les gegeven?
Drent: “Ja, voor de ene lesgever werkte dat heel goed, voor de ander iets minder. Soms was de opkomst ook laag. Een les parkour is online al moeilijker te geven dan een les jongleren.”
Hoeylaerts: “Anderzijds, de les die het vaakst is doorgegaan is luchtacrobatie. Die groep besefte zelf dat ze thuis ook wel iets konden doen aan kracht, lenigheid en uithouding. En de lesgever was er heel vaardig in. Een voordeel van corona is dat we gezocht hebben naar wat we kunnen doen buiten onze zaal. Onze laatste lessen vonden buiten plaats, mits het ontsmetten van het materiaal en het opsplitsen van de leden in eilandjes. Iedereen was content dat ze elkaar nog eens zagen. Voor luchtacrobatie hebben we een paar online spelletjes ontwikkeld. De lesgever stelde een vraag en het antwoord was een beweging of een reeks bewegingen. Cognitieve dingen omzetten in iets fysiek vond ik heel interessant. Normaal doe je samen de oefeningen en nu hang je de oefening op aan iets meer dan alleen maar een truc doen.”
Drent: “We hadden ook onze blog Circuscorona waar we elke dag een opdracht plaatsten. Zo behielden we de verbinding met de leerlingen. In het begin was het populair, maar dat bleef niet duren. De blog werd getrokken door de lesgevers. We hebben gevraagd of er iemand de inkomsten vanuit zijn lessen nodig had om te overleven. Behalve de drie mensen vast in dienst, geeft iedereen als vrijwilliger les. Een van de lesgevers kon die inkomsten niet missen en wij hebben die een goede duw in de rug gegeven om de blog te trekken.”
Hoeylaerts: “De blog heeft veel mensen recht gehouden, want er was elke dag iets om voor te werken. De meeste kinderen zaten thuis en hadden niks te doen.”
Waren de drie mensen vast in dienst technisch werkloos?
Hoeylaerts: “Ja, bijna al onze inkomsten vielen weg. We hielden alleen nog de circuskampen over en vier workshops.”
Drent: “Die workshops kwamen er last-minute. Een groep zou naar Bobbejaanland gaan, maar door de tweede golf wilden ze dit niet doen. Onze workshop was een veiliger alternatief, want die was coronaproof. Het materiaal wordt daarna 72 uur niet gebruikt. De lesgever draagt een mondmasker en houdt afstand. Acro-porté kon natuurlijk niet, maar jongleer- en evenwichtstechnieken lukten wel.”
Hoeylaerts: “Workshops voor groepen die nog gevormd moeten worden, bijvoorbeeld voor evenementen of een eenmalige Grabbelpas-activiteit, werden afgelast. Initiaties voor ‘bubbels’ die een week samenwerken en samen spelen, kunnen wel doorgaan als de externe lesgever afstand houdt en/of een mondmasker draagt.”
Hoe verliep jullie circuskamp?
Drent: “Fantastisch. We werkten met twee bubbels en dat was vooral voor de lesgevers even zoeken. We hebben ook veel voordelen ontdekt. Normaal zitten leeftijden door elkaar, hetgeen wij als een sterkte zien: als er een 16-jarige niet kan jongleren, dan kan die bij de jongere groep aansluiten. Omgekeerd ook. We hebben veel straffe jongleurs en eenwieleraars gekweekt op vorige kampen omdat verschillende leeftijdsgroepen door elkaar werden uitgedaagd. Dit jaar waren de groepen op basis van hun leeftijd ingedeeld. We hebben gemerkt hoe fijn het is om een spel met enkel leeftijdsgenoten te kunnen spelen. Als volgend jaar iedereen terug in één bubbel mag, kunnen we de voordelen van de twee formules toepassen om het kamp nog beter te maken.”
Waren de bubbels altijd gescheiden?
Drent: “Niet volledig. Ze mochten door elkaar lopen als ze afstand hielden. Alle activiteiten waren wel apart. We hadden twee lesgeversteams, maar de lesgever die keigoed is in jongleren mag ook wel aan de andere bubbel een workshop geven, mits mondmasker.”
Moesten jullie nog dingen doen om het kamp coronaproof te houden?
Drent: “Heel veel ontsmetten en kuisen.”
Hoeylaerts: “We hadden een derde bubbel met de kookploeg en een paar extra vrijwilligers. Die hebben bijna niet kunnen genieten. Zij moesten constant materiaal ontsmetten, douches tweemaal per dag kuisen. Ze beseften dat het nodig was en niemand klaagde, maar het doet wel iets aan de sfeer. Er moet zo veel. Onze gasten hebben zich ook supergoed aan de afspraken gehouden. We hadden de coronaverplichtingen in ons thema verwerkt. Er waren twee vervloekte koninkrijken die niet bij elkaar mochten komen. De gasten wisten wel dat het corona was, maar doordat het verwerkt was in het sprookjesthema werkte het gewoon. Corona heeft ons over een paar zaken laten nadenken die misschien over twee jaar volstrekt nutteloos zijn. Maar je hebt het wel kunnen uitproberen. Behalve financieel twijfel ik of de circusschool daar echt onder geleden heeft. We hebben een aantal zotte ervaringen moeten missen, maar we kregen er ook een paar andere dingen voor terug. Ik ben daar dankbaar voor. Het is een kans om eens iets anders te proberen. Te midden van de lockdown mochten we optreden in woonzorgcentra. De stad vroeg op een bepaald moment of er niemand anders dan de Vlaamse schlagers en accordeonisten waren die wilden optreden. Ja, dat moet je maar één keer zeggen tegen een circusschool. Als ze eens openstaan voor iets anders, zullen wij natuurlijk optreden. Het waren eenvoudige solo-optredens die heel goed onthaald werden. Zo kom je ook eens op een andere plek. Dat is natuurlijk allemaal vrijwillig. Financieel is het een grote ramp.”
Drent: “We hebben 3000 euro steun gekregen, maar de serieuze premie van 160€/dag niet omdat we geen eigen zaal hebben. Ook kunnen we niet terecht bij het Noodfonds voor Cultuur omdat we pas vanaf 2021 onder het Circusdecreet vallen. Lokaal krijgen we hopelijk wel steun, maar dat weten we pas in december. We hebben de pech dat we net dit jaar overal tussendoor vallen. Vanaf volgend jaar levert het Circusdecreet ons hopelijk veel voordelen op. Als het dit jaar financieel slecht gaat, hopen we het daarmee te kunnen redden. Al is het natuurlijk de bedoeling om met die subsidie extra personeel te kunnen aanwerven voor administratieve ondersteuning. Zo kunnen we zelf terug meer focussen op het coachen van docenten.”
Merk je iets bij de inschrijvingen voor het nieuwe schooljaar?
Drent: “Onze werking in Herentals start haar dertiende jaar en in Turnhout haar vierde jaar. In Herentals hebben we begin maart nog net de circusshow kunnen doen met een aantal keigoede optredens. We wisten dat er meer interesse zou zijn en de inschrijvingen zijn even vlot verlopen als vorig jaar. Alles zit zo goed als vol. In Turnhout is het optreden van de Circusschool niet kunnen doorgaan en daar hebben we een terugval in de inschrijvingen. Het verschil zit in hoe we het jaar hebben kunnen afronden. Het toonmoment heeft een grote impact. Of leerlingen doorschuiven van multi-lessen naar specialisatielessen gaat bijvoorbeeld heel vaak samen met een goed optreden van die groep. Vorige jaren hebben we ook heel hard ingezet op workshops in Turnhout en dat heeft altijd een instroom gecreëerd. Dat viel nu ook weg.”
Plannen jullie al activiteiten voor het najaar?
Drent: “We durven nog niet. We hopen dat onze lessen min of meer normaal kunnen starten, maar het is bang afwachten. Die onzekerheid is het moeilijkste. Als onze lessen in september niet kunnen starten, zullen mensen uitschrijven en daar heb ik schrik voor.”
Hoe groot zouden de gevolgen kunnen zijn voor de circusschool?
Hoeylaerts: “Als je lessen niet zo vol zinnen zoals gepland, heb je te veel lesgevers. Maar je hebt die mensen wel een vaste lesopdracht beloofd. Dus ofwel heb je lessen die te duur zijn ofwel moet je lesgevers teleurstellen.”
Wat missen jullie het meest?
Hoeylaerts: “Spontaniteit. Gewoon kunnen afspreken in het park. Zot doen. Nu moet je je bij alles afvragen of het wel mag. Die online vergaderingen zijn handig met het Circuscentrum, anders ben je een dag onderweg en nu log je gewoon in. Maar online vergaderen met je team of raad van bestuur is moeilijker. Je moet wachten op elkaar. De spontaniteit is er uit. Alles is getimed.”
Drent: “Er is minder ruimte voor smalltalk en eens zwanzen tussendoor. Ik mis sociaal contact in het algemeen. Ouders die hun kinderen afzetten op kamp zijn meteen weer weg omdat napraten niet mag.”
Hoeylaerts: “Dat is het tegenovergestelde van wat we willen vragen. Andere jaren helpen de ouders bij de afbouw van tenten en portieken. Nu vroegen mensen of we zeker waren dat ze niet móchten helpen.”
Is er iets dat je meeneemt uit de coronaperiode?
Drent: “Het was zalig om thuis te zijn. We hadden een megadrukke agenda en voor mij persoonlijk was het heel fijn dat die gewoon leeg was. Ik keek tegen die drukke periode op. Aan de ene kant had ik wel zin in al die dingen, maar het zou ook erg vermoeiend geweest zijn – zeker in combinatie met de eerste maanden van een zwangerschap.”
Hoeylaerts: “Wij mogen niet klagen. Het beleidsplan moest geschreven worden. Dankzij corona en onze kinderen, die elkaars beste vriend waren en urenlang rustig samenspeelden, hebben we dit rustiger en vollediger kunnen doen.”
www.locorotondo.be – www.circuscentrum.be/circusateliers
Dieter Missiaen van Compagnie Krak zit tegenover me in onze tuin. Alweer; ik heb mijn man al veel gezien deze zomer. Normaal zou hij amper thuis geweest zijn. Maar nu, midden augustus, is al lang duidelijk dat wat eerst misschien maar een paar weken zou duren ons nog lange tijd zal achtervolgen.
Dieter Missiaen: “Mijn eerste reactie in maart was: oké, er is nu even niets. Er was ook nog veel hoop. Ik had nog steeds boekingen in Roemenië, Frankrijk, enzovoort. Maar toen begon het langer te duren en werd de onzekerheid groter. Ik zie nog altijd het mailtje binnenkomen met de annulering voor Roemenië. Dat was pijnlijk. Dan vloek je. In die periode werd voor alle artiesten duidelijk dat er heel veel geannuleerd zou worden.”
Wat is de financiële impact van alle annuleringen?
Missiaen: “Ik denk dat wij nog bij de gelukkigen horen. Onze compagnie heeft in de voorbije jaren een kleine reserve opgebouwd. Sinds een paar jaar werk ik in loondienst voor onze vzw, waardoor ik kon terugvallen op een tijdelijke werkloosheidsuitkering. De voorbije jaren betaalden we sociale lasten en daardoor konden we nu rekenen op een uitkering. Dat gaf een beetje financiële zekerheid. Maar ik was vooral teleurgesteld omdat ik niet kon spelen. Ik kon ook niet verder werken aan het vooronderzoek van mijn nieuwe productie. Ik heb dat even geprobeerd, maar dat lukte niet zonder een repetitieruimte. Gewoon een plek voor mezelf zoeken thuis was niet evident met twee jonge kinderen. Toen ben ik letterlijk het huis ontvlucht. Ik ging bij een bioboer werken. Dat zorgde financieel voor een extraatje, maar het bood vooral de kans om even met andere dingen bezig te zijn. Na een dag op de boerderij kom je doodmoe thuis en heb je de fut niet meer om nog bezig te zijn met de coronatoestanden.”
Behalve met het spelen en promoten van zijn twee solovoorstellingen Viva Raphaël en Kontrol is Dieter ook gestart met een vooronderzoek dat uiteindelijk tot een voorstelling moet leiden. Hij onderzoekt hoe dicht je bij je publiek kan geraken als artiest. Tevens gaat hij na hoe je toeschouwers kan verbinden met elkaar. Laat het nu net dit zijn wat niet kan door corona: mensen heel dicht bij elkaar brengen. Maar er werd een zaadje geplant op de boerderij.
Missiaen: “Op een dag hielp ik met het bouwen van een nieuwe serre. We waren een zeil van een zijwand aan het opspannen. Ik stond bijna neus aan neus met de boer, maar met het zeil tussen ons in. Toen groeide het idee om iets coronaproof te maken waarbij mensen tegenover elkaar zitten met plexiglas ertussen. Tijdens de wekelijkse Skypemeeting met mijn coach, Ief Gilis, legde ik het idee aan hem voor. Hij reageerde meteen enthousiast. Plots ging alles supersnel. We verzamelden ideeën over hoe je mensen tegenover en naast elkaar kan laten zitten. Ief tekende plannetjes van een vierhoek, een vijfhoek, een zevenhoek.”
Wisten jullie toen al dat jullie met zo’n constructie zouden kunnen spelen?Missiaen: “Neen. Alles was nog vaag. Wel wisten we dat organisatoren van festivals nadachten over
alternatieven voor hun evenementen. Ik had al de vraag gekregen om mijn andere voorstellingen voor kleine bubbels te spelen. Dat zorgde voor een nieuwe drive. Ik wilde niet bij de pakken blijven zitten. Samen met Ief had ik een paar videogesprekken met Theater op de Markt en Miramiro. Zij toonden interesse, ook al was er nog geen concreet project. Daardoor kregen we nog meer goesting. Corona biedt ook voordelen. We vonden gemakkelijk een plek om te repeteren en te bouwen. Dat een aantal mooie festivals interesse toonden, gaf ons vertrouwen.”
Hoe verliep de samenwerking met Ief?
Missiaen: “Vanaf begin mei had ik superveel contact met Ief. Geleidelijk veranderde onze relatie. Tijdens onze wekelijkse Skypegesprekjes leerden we elkaar beter kennen. Toen we voor het eerst op een repetitieplek samenkwamen om het project uit te werken, beslisten we om niet langer te kiezen voor de relatie artiest-coach maar samen te werken als gelijkwaardige partners. Dat we mochten repeteren op het grote podium van De Spil in Roeselare was heel fijn. Nadat we daar volop hadden geëxperimenteerd, verhuisden we naar de creatieruimte van Circuscentrum. Al gauw werd duidelijk dat we live publiek nodig hadden.”
Kan je je andere voorstellingen zonder aanpassingen spelen?
Missiaen: “Kontrol kan ik zo goed als normaal spelen mits voldoende afstand. Het is anders, maar het werkt wel. Je merkt dat het publiek dankbaar is. Die kleine evenementen worden meestal georganiseerd door culturele centra die in de zomer doorgaans weinig organiseren. Ik heb deze zomer ervaren hoe de culturele sector goed voorbereid was en zo hard zijn best deed om alles coronaproof te maken.”
Droegen de toeschouwers mondmaskers?
Missiaen: “Meestal wel. Zeker wanneer ze rondliepen. Als speler groei je door je publiek, maar door die mondmaskers zag je amper mimiek. Dat was moeilijk. Mijn andere voorstelling Viva Raphaël wou ik eerst niet spelen, maar ik heb ze uiteindelijk coronaproof gemaakt. Met die voorstelling is het zwoegen en zweten. Ik ga normaal heel dicht bij mensen en pak hen vast. Dat kan nu niet. Er is wat magie weg door corona.”
Met de hulp van De Machienerie bouwden jullie in juni en juli verder aan de installatie. Er was een serieuze tijdsdruk: in augustus stonden meer dan 20 speeldagen op de kalender.
Missiaen: “Ik ben niet zo handig. Gelukkig heeft Ief meer ervaring met bouwen. Ik was daar het hulpje, maar stond wel te springen om te helpen. Tegen eind juli was het klaar. Via Theater op de Markt mochten we drie dagen spelen in Bokrijk. De eerste keer met echt publiek was zalig. Je voelde ’s morgens weer de stress voor een optreden. Eind juli viel eerst de Zomer van Antwerpen weg, en daarna volgden nog meer annuleringen. Er gaapte weer een leegte. Onze kalender ging van vol naar leeg van vol naar leeg, maar we weten dat het wel goed komt. Onze installatie is klaar en zodra het mag, kunnen we ze spelen. Je begrijpt dat alles geannuleerd wordt, maar het is ook dubbel. Als je dan ziet wat wel kan. De klassiekers: samengepakt zitten op een vliegtuig, grote terrassen met veel mensen, de kust, … De culturele sector doet zo zijn best en het is jammer dat wij dan het hardst getroffen wordt.”
Ik kon vanop de eerste rij meemaken hoe elke dag alles kan veranderen. Van extreme blijdschap omdat je mag spelen naar diepe teleurstelling omdat weer eens iets wordt afgelast. Nog maar eens de agenda’s herorganiseren.
Missiaen: “Het is niet leuk, maar we blijven doorgaan. Het komt wel weer goed. Het is een les in flexibel blijven, in loslaten. Dat is het leven. Uitkijken naar nieuwe dingen en zien wat er is.”
Wat brengt de toekomst?
Missiaen: “Er zijn nog een paar speeldagen over in augustus en september. We zien wel. Toen ik onlangs Kontrol speelde, zei mijn vrouw: geniet ervan alsof het de laatste keer is. Ik heb dat gedaan en ik heb me enorm geamuseerd. Eigenlijk moet je altijd spelen alsof het de laatste keer is. Dat is voor mij een wijze les.”
www.compagniekrak.be – www.nietsnadarien.be
Deze interviews verschenen in Circusmagazine #64 (september 2020) // Auteur: Els Degryse // Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be