Dat de Vlaamse circusateliers niet enkel lessen aanbieden, maar ook productiegroepen afleveren die onder meer de eindejaarspektakels en sommige festivals kleuren, wisten we al langer. Dat die productiegroepen stilaan ook kunnen concurreren met professionele gezelschappen uit binnen- en buitenland, is een nieuw fenomeen. Vier van hen spelen op het internationaal circusfestival Theater op de Markt eind oktober, twee van hen staan nu in CircusMagazine: Rampage (op z’n Engels uitgesproken) en DYNE (spreek uit als ‘dien’).
>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #52 (september 2017). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteur: Maarten Verhelst. Foto’s: Toon Van Gramberen / Jan De Schoenmaeker
Helena Sirugue (18, année préparatoire in de circusschool CRAC Lomme): “Het begon allemaal ondertussen al bijna twee jaar geleden. We moesten met de donderdagles ‘acro porté met vaste partner’ een act maken voor de opendeurdagen van Cirkus in Beweging en we hadden een kleine act van rond de tien minuten. Zelf vonden we het heel tof om te doen en we kregen ook veel positieve reacties. Het smaakte naar meer, dat was duidelijk. Zo ontstond het idee om de act uit te breiden naar een langere voorstelling. Ons avontuur met als eindhalte CIRKL kon beginnen.”
Frauke Goovaerts (19, tweede jaar Taal- en Letterkunde): “De eerste repetities hebben we vooral veel geprobeerd, heel veel geprobeerd. Om te kijken wat werkte, wat niet werkte en hoe we als groep samen bewogen. Hanna Mampuys gaf korte opdrachten of ideeën die wij uittestten. Sommige van de stukjes die we toen maakten hebben we gebruikt of uitvergroot, andere lieten we helemaal vallen. Hoe verder in het creatieproces, hoe meer we concrete scènes maakten die ergens in de voorstelling pasten. We hebben van in het begin vaak zonder matten gerepeteerd om dat gewoon te worden. Tijdens repetities legde Hanna een beetje haar idee of haar beeld van een bepaalde scène uit, maar gaf ons de vrijheid om er zelf mee te experimenteren en te proberen. Ze vond de ideale balans tussen de vrijheid voor ons om zelf van alles te maken, ons sturen waar nodig, nu en dan eens afblokken, maar vooral het vertrouwen dat we dat megagoed gingen doen. Het echt in elkaar puzzelen van scènes hebben we pas redelijk laat gedaan. Hanna zei af en toe: ‘We zullen dit nu zo doen, maar dat kan echt nog veranderen, hé!’”
Helena: “Toen de première naderde, bleek ons strak repetitieschema toch niet genoeg en hebben we er enkele extra repetities bij gepropt. Die waren echt wel nodig, niet enkel door de verschillende afwezigheden of geblesseerden tijdens het creatieproces, maar vooral om nog eens goed te ‘cleanen’ zoals we dat zeggen. We vonden het niet erg om zoveel tijd in DYNE te steken. We waren een hechte groep geworden en elke repetitie was een groot plezier. Als de sfeer en het vertrouwen goed zitten, gaat het repeteren veel beter.”
Frauke: “De generale repetitie in de Smidse was echt heel tof. Alles werd opeens ‘echt’. De voorstelling kwam daar ook veel beter tot z’n recht dan in de ruimtes waar we meestal repeteerden. En zo zonder matten spelen maakte het natuurlijk extra spannend, zowel voor onszelf als voor het publiek.”
Helena: “Persoonlijk had ik meer stress voor de generale dan voor de première zelf. Misschien omdat het onze eerste keer voor publiek was, misschien omdat het publiek enkel bestond uit de vier artiesten van Familiar Faces (waaronder Hendrik Van Maele en Josse De Broeck, red.), naar wie ik toch wel opkijk, of misschien omdat er geen massa voor ons zat hetgeen alles veel persoonlijker en intiemer maakte. De première zelf, en ook het optreden de dag erna, was volledig uitverkocht. De reacties waren onverdeeld positief. Echt fijn.”
Frauke: “Misschien nog iets vertellen over de voorstelling zelf? Het gaat over de kracht tussen verschillende individuen. Ieder heeft zijn eigen manier van bewegen, een andere lichaamsbouw en andere talenten. Als die individuen samenkomen en samenwerken, kan er iets heel fragiels maar tegelijk ook iets ongelooflijk sterks uitkomen. Daarover gaat DYNE, over het sterk zijn als groep zonder je eigen krachten te verliezen.”
Helena: “De locatie is belangrijk omdat die bijdraagt aan de sfeer en het uiterlijk van de voorstelling. DYNE is eerder een ruwere voorstelling en hoort niet thuis bij glitterpakjes onder het zeil van een circustent, maar wel op het naakte beton.”
Rude Vanwalle (17, laatste jaar jeugd- en gehandicaptenzorg): “Ongeveer een jaar geleden kwam Aurelia Brailowsky met het idee om een nieuwe jongerenproductie te starten. Dit stelde ze voor aan de groep van de acroles. Wij waren natuurlijk snel overtuigd. De voorstelling zou bedoeld zijn om op straat te spelen. Een tumbling, een groep acrobaten, muziek en veel goesting waren de ingrediënten.”
Josse Roger (17, laatste jaar wetenschappen-wiskunde): “We begonnen met het bekijken van veel films in de circuskerk, geselecteerd door Aurelia. Of we er daadwerkelijk iets van hebben gebruikt? Geen idee.”
Rude: “Na elke film kregen we wel huiswerk. We moesten ons favoriete personage neerschrijven, vijf woorden die de film beschreven en wat we specifiek wel of niet leuk vonden. In elke film zat wel iets vreemds of abnormaals; hier hebben we volgens mij wel wat uit opgestoken, want in Rampage zitten enkele rare scènes.”
Josse: “De gezellige filmavonden in de circuskerk brachten de groep alleszins dichter bijeen. Dat was belangrijk voor de dynamiek en de samenwerking, want veel ideeën kwamen voort uit korte improvisatiemomenten.”
Rude: “Het idee om met een paar grote planken te werken, werd al snel vervangen door één grote plank; een ramp. Op creatieweek in Neerpelt hebben we onze voorstelling eigenlijk gemaakt; we experimenteerden volop met de ramp en met allerlei bewegingen die we in groepjes maakten. Ook kregen we hier de techniek van het ‘flanzuigen’ onder de knie, je weet wel, met van die flannekes in plastieken potjes. De zotte momenten blijven de leukste.”
Josse: “De allereerste keer dat we iets speelden met de ramp was een korte versie van onze show op het Atlas Festival. Enerzijds de max om voor zo een groot en goed publiek op te treden, anderzijds vervelend omdat we ons overdag op de Extreme Convention moesten inhouden van Aurelia.”
Rude: “De echte première was dan op Planeet Malem. We hadden een goeie portie stress, want we waren niet voltallig.”
Josse: “Ikzelf heb niet zoveel last van stress. Voor mij is de première iets waar ik enkel positief op terugkijk. Samen backstage aan hetzelfde denken en ons wat amuseren, het creëerde een hecht gevoel. Het publiek was enthousiast, iedereen haalt er iets anders uit. Veel voorkomende interpretaties zijn dat het over machtsvertoon en liefde gaat.”
Rude: “We hebben echt geluk met iemand als Aurelia die ons begeleidt. Ze heeft enorm veel kennis over acrobatie en weet altijd wel iets extra aan te brengen waarop we kunnen letten. Ze stimuleert de groepssfeer door samen naar voorstellingen te gaan, door een barbecue te organiseren of door ons allemaal een gepersonaliseerd waterpistool te geven. Ik weet van mezelf dat ik absoluut niet de beste acrobate ben, maar ik leer telkens weer bij.”
Josse: “Voor mij is Rampage in het algemeen een zeer goede ervaring geweest. Ik heb er een groep goede vrienden bijgekregen en heb veel toffe momenten beleefd. Maar het heeft me vooral nog meer liefde voor optreden gegeven, wat me er zeker van heeft gemaakt dat ik volgend jaar naar een circushogeschool wil gaan. Dit jaar wil ik me dan ook volop voorbereiden op de audities.”