>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #24 (september 2010). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteur: André De Poorter
Naar aanleiding van het recente overlijden van Bobbejaan Schoepen (1925-2010), Vlaanderens eerste echte grote zangvedette van na de oorlog, past het om even in herinnering te brengen dat de zanger-cowboy gedurende drie jaar een eigen circus heeft gehad. Zijn familie was dit blijkbaar niet vergeten, want de uitvaartplechtigheid greep plaats in een grote circustent.
Toen Circus Tondeurs zoals alle andere Belgische circussen moeilijke jaren kende, wilde de familie Tondeurs in 1958 haar programma een showaccent geven. Bobbejaan Schoepen mocht van hen de zaak reorganiseren en een tournee uitstippelen. Zo beleefde dit circus weer hoogdagen. In de plaatsen waar werd opgetreden, trok Bobbejaan te paard door het dorp of de stad. Het paardrijden had hij geleerd van Dominique Tondeurs.
Geen dieren, wel Bobbejaan
In dit ‘Showcircus Bobbejaan Schoepen’ was de zanger uiteraard attractie nummer één. Daarnaast zorgden circusartiesten voor spanning en amusement. Beginnende zangers kregen regelmatig een plaatsje in het programma, zo ook Will Tura. Het geheel werd opgeluisterd door het orkest van André Arix, Lou Logist of Roger Eggermont. Voor het eerst verschenen toen in de tent van Tondeurs, wegens het showkarakter van het programma, geen dieren in de ring.
In 1961 toerde Circus Tondeurs aanvankelijk weer onder eigen naam. Tijdens de zomermaanden kon gedurende enkele weken opnieuw beroep gedaan worden op Bobbejaan, maar daarna niet meer aangezien de zanger intussen was gestart met zijn eigen pretpark. Tondeurs probeerde het dan met de Bob Benny Show, maar deze charmezanger had niet dezelfde aantrekkingskracht als Bobbejaan. Door de tegenvallende resultaten werd dan maar besloten er definitief een punt achter te zetten.
Circus Danny Fabry
Tijdens het tweede jaar van zijn bestaan reisde Circus Carrington in 1971 een tijdje door ons land met in zijn programma de Franstalige zanger Pascal Fabrice. Dit circus beleefde toen een succesvol jaar met in totaal 55.100 betalende toeschouwers voor 283 voorstellingen, wat een gemiddelde betekende van 194 personen per vertoning. Een getal om onze huidige circussen jaloers te maken. De bijval had wel niets te maken met de aangeworven zanger die eigenlijk een onbekende was.
In 1975 kwamen gelijktijdig twee circussen naar buiten met een zangvedette. Danny Fabry startte in samenwerking met Friedel Malter, oudere broer van Ulrich (Wiener Circus) en Harry (Dierenpark te Heusden), het Circus Danny Fabry. Op een verhoogde piste bracht de charmezanger een deel van zijn repertoire. Daarnaast verscheen hij ook in de leeuwenkooi en werden circusacts gepresenteerd. Het verwachte succes bleef uit en na enkele weken werd het opschrift veranderd in ‘Piste Vedetten Circus’. Daarbij kwamen Vlaamse zangers aan bod zoals Joe Harris. Toch bleef het bij dat ene jaar.
Vooral gelegenheidsoptredens
Tijdens hetzelfde seizoen schakelde Circus Johny over naar een showformule onder de naam ‘John Horton-Show Circus’, maar ook hier sloeg de formule niet aan. John Horton toonde zich in het eerste deel van zijn beste kant als als paardendresseur en scherpschutter. Na de pauze bracht hij zijn liedjesshow.
Later stond nog wel eens een of andere vedette als gastartiest geprogrammeerd in het circus, maar het bleef bij gelegenheidsoptredens van bijvoorbeeld Willem Vermandere, Miel Cools, Eddy Wally, …
Grote buitenlandse ondernemingen kwamen ook wel eens in ons land met op de affiche een grote naam zoals in 1959 het Franse Cirque Pinder dat hier toerde met de beroemde Spaans-Baskische zanger Luis Mariano, of in 1975 het Nederlandse Circus Toni Boltini dat hier bijval oogstte met Vader Abraham. Maar het bleef toch bij uitzonderingen. Of circussen vandaag de dag succes zouden oogsten met zangers en vedetten is een open vraag: grote vedetten zijn simpelweg niet meer betaalbaar.