Koen Allary (58) was de afgelopen tien jaar directeur van Circuscentrum. Vanaf oktober 2019 concentreert hij zich volledig op zijn functie als artistiek coördinator van PERPLX vzw.
Welk nieuws heeft je recent boos of bang gemaakt?
De tristesse van de foto van de verdronken Iraakse transmigrant die naar het Verenigd Koninkrijk probeerde te zwemmen en dan zelf maar een zwemvest in elkaar knutselde met een net en lege petflessen. De vluchtigheid waarmee dat passeert. Is dat onze maatschappij? En ook – voor mij is dit eraan gelinkt – de maatschappelijke aanvaarding (dank aan de media!) van de extreemrechtse posterboys en hun ranzig ideeëngoed. De vele ongegeneerde selfies van studenten met deze ‘idolen’. Waar gaan we naartoe?
Waarin onderscheid je je van anderen?
Ik probeer altijd nuances te vinden, zwart/wit bestaat niet, er is altijd een achterliggend verhaal, een context.
Wat is je meest onhebbelijke karaktertrek?
Op de een of andere manier zoek ik bij mezelf deze nuances minder/niet en kan ik zwart/wit beslissingen nemen zonder overleg met wie dan ook.
Welk kunstwerk heeft je het meest geraakt?
Een bijna religieuze ervaring was de eerste maal dat ik een Rothko-schilderij in het echt zag, jaren ’80 in Museum Ludwig in Keulen. Ik werd erin gezogen en ben dan obsessief het universum van de schilder beginnen verkennen. Binnen circus ben ik nogal beïnvloed door Aurélien Bory van Compagnie 111, mijn loopbaan zou ik ooit graag afsluiten met het programmeren van zijn mind-blowing Plus ou moins l’infini.
Wanneer heb je voor het laatst gehuild?
Toen een goede vriend onlangs stierf door een stom ongeval – zijn alle ongevallen niet stom? Pas op pensioen, gelukkig in zijn relatie, fier op zijn dochters en kleindochter, een echte intellectueel, en dan valt hij op zijn hoofd. Bewust genieten van elkaar, elke dag, dat moeten we doen.
Welke posters hingen als kind in je slaapkamer?
Er hing enkel een zeer grote poster van een ballerina in mijn kamer. Ik vind dat nu zelf bizar. Ook omdat hij aan mijn hoofdeinde hing. En ik niets met ballet heb.
Wat zou je belangrijkste daad zijn als minister van Cultuur?
Hier kan ik enkele Circusmagazines mee vullen, maar wat ik zeker zou doen, is het systeem van Vlaamse kunstinstellingen afschaffen onder het motto ‘Size doesn’t matter’. Plaats de artiest in het centrum van een cultuurbeleid en geen instelling, denk ik dan.
Heb je een concreet voorstel om de wereld te redden?
Yep, felroze kostuums of uniformen voor al wie macht vertegenwoordigt. Zelfrelativering kan de wereld redden.
Welk talent wil je graag bezitten?
Kunnen ontroeren door een muziekinstrument te bespelen. Nog altijd krijg ik tranen in mijn ogen van de Goldbergvariaties. Van de cello suites van Bach door Yo Yo Ma.
Wat is je dierbaarste bezit?
Kortweg en oprecht: mijn familie en vrienden.
Welke fouten blijf je maken?
Denken dat ik een jonge blonde god van 25 ben, vol energie en plannen en dat de wereld voor mij ligt. En weinig communiceren wat er in mij omgaat, met wat ik bezig ben.
Wat wil je je kinderen meegeven?
Zie graag en zie veel graag. En laat het ook blijken. De tijd vliegt, maak er tijd voor.
De liefde, wat is dat?
Liefde is voor mij per definitie onvoorwaardelijk.
Wat zou je nog voor geen miljoen willen doen?
Communicatieverantwoordelijke van de NMBS, want hoe krijg je het in godsnaam uitgelegd. Priester, want het celibaat ligt me niet. Ontwerper van zwemvliezen, want dat lijkt me een beperkt universum.
Hoe wil je herinnerd worden?
Eerst wou ik schrijven ‘als laatste romanticus’, maar het zou triestig zijn voor onze wereld als er geen romanticus meer is. Dus wil ik herinnerd worden als de man die gelukkig opstond en gelukkig ging (in)slapen.
>> Dit artikel verscheen in Circusmagazine #60 (september 2019) // Foto: Brecht Van Maele // Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.