De gemiddelde Belg zal zich onmiddellijk kunnen voorstellen hoe een eenwieler eruitziet. Slechts een minderheid heeft er ook al eentje van dichtbij bekeken. De eenwieler heeft immers nooit zijn plaats in het verkeer gevonden, hoeveel fileleed hij ook zou oplossen. In de plaats daarvan kwam de monowheel, dat futuristisch voertuig waar hippe twintigers al eens op voorbijsuizen, de opvolger van de Segway. Eenwielerartiesten van het eerste uur zien die evolutie met lede ogen aan. Zij hebben zoveel geduld en blauwe plekken moeten opbrengen om hun kunst te leren, en met zo’n monoding is het allemaal zo gemakkelijk! Ter compensatie – of toch een begin daarvan – een lexicon waarin zij even mogen schitteren.
Basket Eenwielerbasket is een ploegsport die min of meer dezelfde regels hanteert als het reguliere basketbal, maar dan met eenwielers (ld).
Buik Bij het ‘buikrijden’ probeer je te fietsen op je eenwieler met je buik op het zadel (ld). Daarnaast vermeldt (kt) ook het belang van goed ontwikkelde diepe buikspieren die de artiest gebruikt om met zijn eenwieler te draaien.
Coast Voor de uitvoering van een ‘coast’ ben je in volle beweging op je eenwieler, en probeer je een afstand af te leggen zonder het wiel of de pedalen aan te raken (wc).
Cowboy De ‘cowboyopstap’ is een sierlijke manier om op de eenwieler te geraken. Hierbij wordt de eenwieler schuin gehouden met één voet op de pedaal, om vervolgens met een grote beweging het andere been over het zadel te zwieren (ld).
Crankflip De ‘cranks’ zijn de pedaalarmen en bij een crankflip zit de artiest op zijn eenwieler, springt hij omhoog en laat hij tijdens de sprong zijn wiel verder draaien. Moeilijk bij het landen! Laat je het wiel achterwaarts draaien tijdens de sprong, heet deze truc een ‘backflip’ (wc).
Flatland Relatief jonge stroming in de urban eenwielersport, waarbij verregaande acrobatische figuren worden uitgevoerd op een vlakke ondergrond (ld).
Freestyle De oorspronkelijke eenwielerkunst wordt tegenwoordig al eens ‘freestyle’ genoemd, waarbij verschillende trucs tot een artistiek geheel worden samengebracht, vergelijkbaar met het kunstschaatsen (ld).
Giraffe Een eenwieler met een lange steel, waardoor er meestal een ketting ligt tussen de pedalen en het wiel, al kan het ook met meerdere wielen op elkaar. Rijden op een giraffe is niet per se moeilijker dan op een lage eenwieler, maar uitdagender omwille van de hoogte (ld).
Glide Je neemt wat snelheid op je eenwieler en glijdt vervolgens een stukje zonder te trappen, maar je voet behoudt het evenwicht door zachtjes op de band te steunen (wc).
Hop Een klassieker in elk eenwielernummer: springen. ‘Static hops’ zijn ter plaatse, met ‘rolling hops’ overbrug je een afstand (wc).
Kick-up Bij deze opstap ligt de eenwieler eerst op de grond. Eén voet wordt op de bovenste pedaal klaargezet terwijl de andere voet de eenwieler omhoog trapt. Zodoende spring je in het zadel (ld).
Klem Klemrijden is een geliefd groepsspel onder eenwielfietsers. Het is een battle waarbij je probeert je tegenstanders uit evenwicht te rijden. Wie het laatst op zijn eenwieler blijft, wint (ld).
Marathon Er zijn einzelgänger die zich met hun eenwielers toeleggen op duurrecords of grote afstanden, zoals de tien kilometer. Het omwentelingsritme waarmee die sporters trappen is dubbel zo snel als dat van profwielrenners in de bergen (mv).
Monowheel Er zijn enkele eenwielerartiesten die de overstap hebben gemaakt naar de elektrische monowheel (dat geen zadel heeft) en daar alle acrobatische mogelijkheden van onderzoeken (kt).
Municycling Oftewel ‘Mountain Unicycling’ is rijden op ruig en onverhard terrein, de eenwielervariant van mountainbiken dus (ld).
Notenkraker Een stoere manier van opstappen, waarbij je de eenwieler voor je uit houdt, en met één sprong in het zadel landt. Jongens in het bijzonder landen best met twee voeten samen en gestrekte benen om schade te vermijden (ld).
Surplace Wanneer je de eenwieler op één plaats houdt, door zachtjes voorwaarts en achterwaarts te trappen met de benen (kt).
Trial Rijden over obstakels, en springen van het ene naar het andere obstakel met je eenwieler (ld). Voor dit soort precisiewerk verkiezen eenwielrijders een dikke band, in tegenstelling tot Freestyle (j-r).
Twist Een halve pirouette met eenwieler en al, dus ter plaatse om je as draaien en omkeren (wc).
Ultimate Een ultimate wheel is een eenwieler zonder zadel. Een ‘impossible wheel’ gaat nog een stap verder: zadel noch pedalen. In de plaats daarvan zijn er twee pinnen aan de as vastgemaakt, zoals je die ook bij een BMX kan aantreffen (ld).
Unispin Gezeten op je eenwieler spring je omhoog en laat je ondertussen je eenwieler om zijn as draaien alvorens weer te landen (kt).
Versnelling Een eenwieler bevat standaard geen versnellingen, maar tegenwoordig slagen techneuten er toch in om een speciale naaf met twee versnellingen aan te brengen op de eenwieler (mv).
Wheelwalk Als je niet trapt op de pedalen, maar vooruit (of achteruit) beweegt door met de voeten over de band te lopen, spreek je van een ‘wheelwalk’ (wc).
Zadel In tegenstelling tot gewone fietsen, heeft het zadel van een eenwieler de vorm van een banaan, wat ervoor zorgt dat je in volle vaart niet steeds van je zadel vliegt (kt). Het zadel is doorgaans gemaakt van plastic en opgevuld met schuimrubber, maar fanatiekelingen hebben een zeldzaam zadel van carbon (wc). De meeste zadels hebben een handvat (j-r).
>> Met dank aan Wout Chauvaux (wc), Lien Drent (ld), Kenzo Tokuoka (kt), Matthias Vermael (mv) en Jente Besters en Robrecht Hanssen (j-r). Lees alle voorgaande lexicons op www.circuscentrum.be/lexicon.
>> Dit artikel verscheen in Circusmagazine #60 (september 2019) // Auteur: Tom Permentier // Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be