Het grootste exportproduct van de Vlaamse kunstensector is circus. Dat kan bijna niet anders als je kijkt naar het aantal voorstellingen, landen en kilometers circusartiesten op hun teller staan hebben. Vooral in de zomer draait die teller op volle toeren. Van festival naar festival, speelplek naar speelplek kriskrassen ze door Europa en de rest van de wereld. We lichten een tipje van de kofferbak en praten met enkele artiesten die al jaren onderweg zijn. Hoe ziet hun leven ‘on the road’ eruit?
Speelde al in: België, Frankrijk, Portugal, Duitsland, Denemarken, Zweden, Nederland, Nepal, Laos, Cambodja, Australië, Chili, Argentinië, Bolivië, Peru
Aantal jaar onderweg: 10
Clown Dieter Missiaen trekt meestal helemaal alleen met zijn Cie kRaK! van speelplek naar speelplek. Dat was vroeger anders. Tien jaar geleden boksten hij en zijn vrouw Els Degryse een circusvoorstelling ineen die ze zo’n 80 keer speelden op hun reis in Zuid-Oost Azië en Latijns-Amerika. Dat smaakte naar meer. Eenmaal terug thuis creëerden ze Kus!. De boekingen liepen als een tierelier. Dieter gaf zijn ‘gewone’ job op en ging fulltime voor het artiestenbestaan. Hij toert momenteel met twee solo’s: Viva Raphaël en Kontrol. Alleen rondtrekken heeft voor- en nadelen.
“Je hoeft met niemand rekening te houden. Je bent je eigen baas. Als je niet in groep rondtrekt, leg je sneller contact met anderen, denk ik. Ik maak makkelijk een praatje met mensen onderweg of andere artiesten op een festival. Natuurlijk is het niet altijd rozengeur en manenschijn. Ik zit vele uren alleen in de wagen. Als ik Viva Raphaël speel, is de caravan mee: mijn bed voor onderweg én het decor van de voorstelling. Ik kan er niet snel mee rijden en leg maximaal 650 kilometer per dag af. Als je dan op en af naar Portugal moet…
Je komt aan op het festival, je bouwt alleen op, je speelt, een mooi applaus, je blijft nog wat hangen, je krijgt nog wat positieve reacties, dat doet wel wat met je ego. Je bent blij dat het geslaagd was. De eerste uren in de auto terug zweef je bijna naar huis. Dan ebt dat weg. De vermoeidheid komt in de plaats. Je beseft dat je weer alleen bent. Dat is zoiets van aaarrgghh… even geen leuk gevoel. Je steekt je dan vol met suikers. (lacht) Na de roes van het spelen komt die leegte weer. Ik moet dan weer even met de voeten op de grond landen. Als je thuis komt vliegen de kinderen om je nek, wat fijn is natuurlijk. Maar ook de realiteit van alledag wacht op je: wat moet er nog geregeld worden, boodschappen doen, …
Soms vragen de mensen: ‘Ah, gaan de kindjes niet mee op tour?’ Maar dat wil ik hen en mezelf niet aandoen. Ze vragen nu al na enkele kilometers ‘is het nog ver?’ Als Els zou meegaan is dat ook moeilijk, want dan moeten we voor meerdere dagen opvang regelen. Ik ben trouwens heel dankbaar dat Els dat allemaal ziet zitten. Ik ben vaak van huis weg. Ze steunt me, moedigt me aan, strijkt soms mijn kostuums. Zonder haar zou ik dit niet kunnen doen.”
Speelde al in: de meeste Europese landen, Las Vegas, Singapore, China
Aantal jaar onderweg: 7
Florian Brooks studeerde zeven jaar geleden af aan circushogeschool ESAC met een jongleernummer dat de basis vormde voor een act waarmee hij furore maakte en nog steeds mee rondtoert. “Na zo’n dertig keer met twee valiezen vol metalen schragen en zonder auto rond te reizen, heb ik de act al snel een stuk compacter gemaakt. Nu past alles in één koffer. Als de prop iets toevoegt aan de act, neem ik ‘m mee, anders niet. Bij mijn champagneact neem ik een koelemmer van drie kilo en de stand mee. Dat is ambetant, maar wel noodzakelijk voor de act.
Het toeren valt voor mij altijd goed mee. Ik rij niet, ik doe alles met de trein of het vliegtuig en slaap altijd op hotel. De periode voor mijn verhuis naar London was het wel chaotisch en stressvol. Elke week speelde ik van dinsdag tot vrijdag in Zwitserland. Op vrijdagavond vloog ik naar London, waar ik soms ’s avonds nog een show meepikte en er ook nog eens speelde op zaterdag en zondag. Uiteindelijk beslistte ik omwille van persoonlijke redenen om vooral in Londen te blijven. Ik woon in Angel. Na een klein halfuurtje op de bus ben ik in Leicester Square. Vandaaruit ben ik op tien minuten wandelafstand van elk van de venues waar ik regelmatig mijn act breng. Het gebeurt soms dat ik op één avond een show doe om 21u15 in Picadilly, doorloop naar Leicester Square om daar om 22u15 een show te spelen en te eindigen met een show in Covent Garden om 23u30. London is voor mij een praktische stad om te werken, maar niet altijd makkelijk. Ik had gelukkig al een voet tussen de deur dankzij de vintage en gentleman juggling die ik er al enkele jaren deed. Ondertussen is de scene heel wat veranderd. Je hebt veel minder shows. Het is nu allemaal ‘immersive’: de cabaretshow speelt bijvoorbeeld in een hotelbar of een restaurant. Daarnaast zijn er natuurlijk wel nog enkele theaters met een klassieke cabaretsetting.”
Speelde al in: Overal in Europa behalve Polen, Tsjechië, Hongarije en Portugal. Buiten Europa: vooral Australië en Canada.
Aantal jaar onderweg: 10
Jasper D’Hondt studeerde tien jaar geleden af aan ESAC. Sindsdien is hij onderweg en een krak geworden in het verzinnen van oplossingen voor logistieke en andere problemen. “Na school heb ik een drietal jaar met Joren De Cooman rondgetoerd met een basculenummer, eerst in Circus Monti, dan Cirque du Soleil, totdat ik als gevolg van een blessure besliste om met bascule te stoppen. Bascule is een groot ding. De mousse in de valmatten hebben we in stukken moeten snijden, zodat het in de camionette paste. Dat is een tijdje goed gelukt, tot we naar Canada moesten: een hoop gedoe met cargo en douane.
Daarna ben ik begonnen met barre russe. Daarvoor heb je gewoon een auto nodig met een buis op je dak. De mat in de koffer en dat is het. Dat was een verademing. Behalve dan als de barre russe (4,5 meter lang) het vliegtuig op moest. Je vindt geen vliegtuig met zo’n lengte in de laadruimte. We hebben één keer een barre russe verscheept van België naar de Verenigde Staten. Die is daar in zeer slechte staat aangekomen. Sindsdien beslisten we om de barre russe ter plaatse te maken, bijvoorbeeld in Amerika en Australië, en ze daar achter te laten zodat wij of andere artiesten ze daar kunnen gebruiken.
Met de outdoor circusvoorstelling Poetry and Dynamite van 15Feet6 hebben we nooit buiten Europa kunnen spelen, juist omwille van logistieke redenen. We zaten met al die pyrotechnieken die we niet op een vliegtuig konden meenemen. Ze ter plaatse kopen was ook geen optie: door andere regelgeving was dat toch niet dezelfde techniek en gebruik. Maar we hebben veel en erg vlot getoerd met Poetry and Dynamite door bijna heel Europa. Om pech onderweg te vermijden hebben we geïnvesteerd in een nieuwe Peugeot Tepee waar alles in kon: decor, bagage, de barre russe op het dak en wij met ons vier. Doordat we allemaal een heel verschillend slaapritme hadden, sliepen we altijd in aparte hotelkamers. Zo kan iedereen zijn eigen ding doen, heeft iedereen een goede nachtrust en zijn er veel minder frustraties. Maar niet alle festivals hebben daar budget voor. Dus zijn we begonnen met T-shirts te verkopen na de voorstelling. Met de opbrengst pasten we dan bij, zodat we zowel onderweg als ter plaatse elk een eigen kamer hadden.”
Speelde al in: België, Frankrijk, Nederland, Duitsland, Luxemburg, Denemarken, Zweden, Zwitserland, Polen, Ierland, Spanje, Italië, Israël, Australië, Colombia, Brazilië, Uruguay, Île de La Reunion
Aantal jaar onderweg: 14 (Gab Bondewel), 18 (Bram Dobbelaere en Sander De Cuyper)
Gab Bondewel, Sander De Cuyper en Bram Dobbelaere toeren als Cie Pol & Freddy al zeven jaar met de outdoor circusvoorstelling Le Cirque Démocratique de la Belgique. We praten met Gab over het wel en wee on the road. “We kennen elkaar zodanig goed dat er zelden of nooit problemen zijn. Ik denk dat de kracht is, zeker van Bram en Sander, dat alles gezegd kan worden. Als er al eens harde woorden vallen, is het na de show, als er iets niet goed is verlopen. Dan kunnen de emoties hoog opwaaien, kan er al eens een verwijt of een vloek rondgeslingerd worden. Het fijne is: dat is altijd van korte duur.”
Door de eerdere speelervaring van Gab en Sander met de voorstelling ShakeThat buiten Europa, doken de Pol & Freddies al vlug in het creatief denkproces: hoe geven we ons decor vleugels? “We hebben twee kits. In Europa toeren we met een camionette en een aanhangwagen. We hebben alles zelf mee. Het enige waar de organisator voor moet zorgen is een speelplek met een vlakke ondergrond en elektriciteit. Om geen speelkansen buiten Europa te missen, hebben we een systeem ontworpen om ons decor in zes valiezen te plooien, van elk 23 kilo, die we met ons drie kunnen meenemen op het vliegtuig. In onze handbagage zitten dan onze persoonlijke spullen. We hebben een aantal attributen lichter en compacter gemaakt. We hebben op voorhand ook goed nagedacht: wat kan je aan een festivalorganisator overal ter wereld vragen om te voorzien? Een pratikabel, een ladder en buizen van een bepaalde diameter. Wij nemen de koppelstukken mee in de valiezen, zodat we de stelling juist kunnen opbouwen.
We prijzen ons alleen maar gelukkig dat we dit kunnen doen. De enige nadelen die ik kan bedenken zijn de vele uren in de camionette, het gemis en de ecologische voetafdruk. Ik heb er zelf geen, maar ik zie dat Bram en Sander hun kinderen soms keihard missen. Wat we ook vaak missen zijn de feestjes, de barbecues, de reünies met jeugdvrienden, trouwfeesten van maten. We maken ons echt wel zorgen over de impact op het milieu van de vele kilometers die we maken. We doen soms zotte dingen, hé. Ik denk dat veel circusartiesten dit wel herkennen: je krijgt een heel mooie speelkans op een topfestival. Maar je hebt al een booking de dag ervoor en dat ligt nu toch wel niet bij elkaar, zeker? Neen, 500 kilometer verder. Dan doe je dat wel. Je vertrekt ’s morgens om 8 uur, je komt er zes uur later toe, je bouwt op, doet een opwarming en je speelt ’s avonds. Eigenlijk rijden wij vaak zo’n 500 à 600 km om te gaan werken. Ik denk dat de meeste mensen, en ook ik, niet beseffen hoe ernstig de klimaatopwarming is. Als ik daaraan denk, vind ik wat wij doen soms heel moeilijk. Ik vraag me dan af: ga ik nog een show creëren, zoveel kilometers rijden om te spelen, dat blijven doen? Ik begin daar wel over te twijfelen.”
Speelde al in: België, Nederland, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, Portugal, Zwitserland, Polen, Engeland, Litouwen, Letland, Tjechië, Kroatië, Denemarken en Zuid-Korea
Aantal jaar onderweg: 6
Sophie van der Vuurst de Vries en Willem Balduyck leerden elkaar kennen op de circushogeschool Codarts Rotterdam Circus Arts. Het klikte op en naast de scène. Sindsdien zijn ze onafscheidelijk en vormen ze samen Circus Katoen. “Tijdens onze studies in Codarts hadden we al een fascinatie voor niet-circusgerelateerde, natuurlijke objecten. Na ons afstuderen in 2012 creëerden we Ex Aequo, waar we spelen met houtblokken, planten en heel grote jeansbroeken. Met As Heavy As It Goes deden we in 2015 mee aan CircusNext en gingen we aan de slag met zandzakken.”
“Wat we ook doen, het moet in onze Citroën Berlingo kunnen. Het limiteert je wel in je creatie, maar het geeft je ook de vrijheid om keuzes te maken: dit doen we niet, want dit is te groot. Bij de meeste gezelschappen is het gangbare proces: we maken iets en dan kopen we een camionette of aanhangwagen. Het kan altijd groter, het kan altijd meer. Meer is niet altijd beter of creatiever. We proberen onze milieu-impact on the road te beperken. We zijn met de auto onderweg. Hypocriet natuurlijk: dat is wel uitstoot, hè. We willen niet meer dan wat we nu doen. Het is voor ons ook al jaren een ding dat we in stervorm reizen – heel inefficiënt. Het zou zoveel energie besparen als festivals wat meer op elkaar konden aansluiten.
We proberen vliegen echt te vermijden. Eén keer hebben we het vliegtuig genomen, naar Zuid-Korea. Dat was echt een uitzondering. We konden er een lange reeks spelen. We reisden wel met de trein naar de luchthaven. Twee mensen spoorden mee om de bagage te helpen dragen. Het was een heel getjool. In de toekomst kunnen we misschien met de trein toeren. We zien het wel zitten om een voorstelling te maken die nog kleiner is, zonder props. Maar we werken juist graag met objecten, dat is lastig. De toekomst zal het uitwijzen.”
Speelde al in: meer dan 28 landen en alle continenten
Aantal jaar onderweg: 24 jaar (Dirk), 17 jaar (Fien)
Dirk Van Boxelaere en Fien Van Herwegen, samen d’irque en fien, kunnen we zonder verpinken als één van de Vlaamse pioniers van het circustheater in openlucht en in theaters voorstellen. Dirk speelde in binnen- en buitenland de duovoorstelling ToBe 2 (1996-2000, 800x gespeeld), de solo Tais-Toi et Jongle (2000-2005, 750x gespeeld), tot hij Fien leerde kennen. Sindsdien is er liefde in zijn leven én muziek in de voorstellingen. Dirk circust, Fien speelt piano. Samen creëerden ze Oh Suivant! (2005-2010, 864 x gespeeld), Carrousel Des Moutons (2010, 1036x gespeeld) en Sol bemol (2016, 350x gespeeld). Met deze laatste twee toeren ze nog steeds, waarvan 85% in het buitenland. Ondertussen zijn er ook kinderen op het toneel verschenen: Whoopi (8) en Felix (6). We kletsen met Fien over het leven on the road voor en na de kinderen.
“Toen we nog geen kinderen hadden, leefden we letterlijk uit onze valies. We waren op tournee, aan het repeteren of alle logistiek aan het plannen voor de volgende tournee. We hadden toen iets van een 140 speeldagen per jaar, wat maakte dat we zo’n 270 dagen onderweg waren. Met Oh Suivant! hadden we op een bepaald moment drie flightcases die wereldwijd aan het reizen waren. De ene dag speelden we bijvoorbeeld in Rome. Dan was er al een camion met een flightcase onderweg naar Porto, waar we de volgende dag speelden. Vandaar namen we het vliegtuig naar Mexico, waar de andere flightcase op ons stond te wachten, om dan terug naar Europa te vliegen. Het is zo’n 15 jaar wel heel erg rock ’n’ roll geweest. Het leven op tournee is geweldig en elke dag is boeiend, maar niet altijd rozengeur en maneschijn. Zo zijn we wel onze eigen baas, maar dragen we ook alle verantwoordelijkheden en stress voor de organisatie, planning techniekers, opbouw, vervoer en onvoorziene verrassingen. Rustdagen op een tournee bestaan vaak uit het zoeken naar oplossingen voor problemen zoals gemiste treinen, stakingen, camion panne, reparaties aan decor, tourneeplanning, … Enorm vermoeiend, maar met zo’n passie voelde het absoluut niet aan als werken. We beseffen enorm hoe geprivilegieerd we zijn te doen wat we graag doen, steeds verwelkomd en gesoigneerd te worden door programmatoren en publiek.
Toen we onze dochter Whoopi kregen, bouwden we een camion om tot mobilhome, een rijdend huis, met ons decor in de laadruimte. De wereld was letterlijk onze speeltuin. Vijf jaar hebben we zo rondgetoerd met mijn papa of een nounou als oppas. Afhankelijk van de tourneeplanning gingen Whoopi & Felix naar school in België of Frankrijk. Tijdens de langere tournees in Australië, Zuid-Amerika en China deden we aan thuisscholing.
Nu de kinderen vast in Frankrijk naar school gaan, proberen we een nieuw evenwicht te vinden tussen mama en papa zijn, spelen en rust vinden. Door zoveel rond te trekken, is vakantie voor ons lange tijd ‘gewoon thuis zijn’ geweest: de ijskast vullen voor een week, zelf koken, tuinieren en fietsen op onze berg. Nu houden we langere periodes vrij om ‘echte’ vakanties te plannen met de kinderen en te genieten van een sociaal leven. We proberen ook maximaal 80 speeldagen per jaar aan te nemen en ze te bundelen. Als we aan het toeren zijn, komt er iemand thuis op de kinderen passen. Als de kinderen meekomen, zijn ze deel van het team: Felix doet de laadklep en helpt mee met de opbouw, Whoopi danst mee na de voorstelling. Ik hoop van harte dat ze later de goesting zullen hebben om het leven ook zo te nemen en hun ding te doen. Heerlijk, laat ze maar rondvliegen en ontdekken, wij maken ons geen zorgen. En wie weet mag ik later zelf mee als ‘oma nounou’.” (lacht)
>> Dit artikel verscheen in Circusmagazine #60 (september 2019) // Auteur: Gwendolien Sabbe // Foto’s: compagnieën zelf // Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be