>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #47 (juni 2016). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Fotografie: Michiel Devijver / all rights reserved
In deze reeks gaat fotograaf Michiel Devijver op zoek naar opmerkelijke lijven in circusland. Geeft zich als tweede bloot voor zijn nietsontziende lens: Hans Vanwynsberghe van Cie Balltazar en ShakeThat. Voor hem doet het lichaam vooral denken aan pijn.
De ergste pijn is de pijn die je niet kan zien. De pijn die je niet kan vastnemen. Maar vooral die pijn die er altijd is en die nooit over gaat.
“Dag ma, ik lig in het ziekenhuis. Het goede nieuws is dat ik niet verlamd ben…” Mijn moeder onderbrak me: “En het slechte nieuws is dat je rug gebroken is?”
Meer dan tien jaar geleden viel ik op de maxitrampoline en brak twee wervels. Aanvankelijk leek alles mee te vallen. Die pijn die ik voelde, dat was normaal, dat kon een jaar duren.
Maar die pijn nam niet af, die werd alleen maar groter. Ik slikte meer en meer pijnstillers en dweilde van de ene naar de andere dokter. Tegen de derde verjaardag was ik een wrak. De pijn liet me nooit meer slapen, ik gaf elke dag bloed over, was graatmager en kreeg in de spoeddienst de brochure van een ontwenningskliniek in mijn handen.
In de pijnkliniek van het UZ vonden ze eindelijk de oorzaak. Hun antwoord was duidelijk: het was een zenuwprobleem. Een operatie was niet mogelijk; de pijn zou nooit stoppen. Ze zouden me helpen om er mee te leren leven.
Mijn eigen doelstellingen (een afwas doen van 20 minuten, naar de winkel om de hoek gaan, …) werden verscheurd. “Je was toch een circusartiest? Je brak je rug toen je een salto deed? Met je rug zelf is niets mis, je moet die zenuwen herprogrammeren door opnieuw hetzelfde te doen als vroeger. Schrijf op: een salto springen.” En zo begon ik opnieuw te trainen. Slap touw, ladder, jongleren… beetje bij beetje. Ik heb mezelf omgeschoold van jongleur naar allround clown en geniet daar nog elke dag van. Ze hadden gelijk, die pijn blijft altijd aanwezig, maar ik heb ermee leren leven.