Fotograaf Jelle Vermeersch doorkruist het land op zoek naar kleurrijke figuren in de circuswereld. In mei hield hij halt bij Nathalie Vandenabeele en Alseny ‘Assenic’ Sacko, de bezielers van Circus Amoukanama*.
Nathalie Vandenabeele: “We zitten in een moeilijke periode. Normaal zouden we hier in Gent nu de hele week met 9 artiesten aan onze nieuwe voorstelling werken, maar de visa voor de 7 acrobaten uit Guinee werden op het laatste moment geweigerd door de Franse consul ter plekke.”
Alseny ‘Assenic’ Sacko: “Op administratief vlak was alles nochtans perfect in orde.”
Nathalie: “We hebben partners uit België en Frankrijk, onder andere het Franse ministerie van Cultuur, en alles was tot in de puntjes geregeld: van de dag dat de artiesten aankwamen tot de dag dat ze vertrokken. Maar toch heeft de consul beslist om geen visa toe te kennen omdat hij niet zeker weet of ze wel zullen terugkeren na het verloop van de visa. In het verleden zijn er natuurlijk zulke dingen gebeurd, maar we hadden echt een sterk dossier opgebouwd. Iedereen zou constant begeleid worden.”
Alseny: “Vraiment dommage.”
Nathalie: “In februari van dit jaar hebben we in Guinee al samen aan de voorstelling gewerkt. Onze dochter van 3 was daar toen ook bij. Kijk, hier zie je enkele foto’s van toen. (toont gsm) De première is voor 2022 en zonder residentie in een zaal zoals deze wordt het echt wel moeilijk. Maar we geven niet op. De mensen van het Franse ministerie zijn nog altijd in contact met de mensen in Guinee. Hopelijk komt er alsnog een positief advies en kunnen we deze zomer toch nog aan de slag gaan.”
Nathalie: “We hebben elkaar in Frankrijk leren kennen toen ik met het paardenspektakel Cavalia op tournee was. Ik ben eigenlijk bio-ingenieur van opleiding en na mijn thesis over bosbouw in Ethiopië heb ik een aantal lange reizen gemaakt naar Israël, New York en Costa Rica. In dat laatste land heb ik mijn liefde voor paarden herontdekt en in een gekke bui heb ik toen een zelfgemaakt filmpje opgestuurd naar Benjamin Aillaud, de artistiek directeur van Cavalia. Hij vond het wel iets hebben en in ruil voor het oppassen voor de kinderen van Benjamin kon ik bij hen in Frankrijk een artistieke opleiding volgen. Zo ging de bal in 2014 aan het rollen. Voor zijn volgende spektakel Tagad’Art heeft Aillaud dan een groep acrobaten uit Guinee uitgenodigd en op die manier kwam Assenic in beeld.” (lacht)
Alseny: “Ik ben al mijn hele leven artiest, van kinds af aan. Ik heb zelfs de school verlaten om me op acrobatie toe te spitsen. En na een lange tournee door Afrika ben ik een aantal jaren geleden eerst in Duitsland en dan in Frankrijk bij het gezelschap van Benjamin terechtgekomen.”
Nathalie: “Ik kende enkel iets van paarden, niks van circus of acrobatie. Bij Tagad’Art ben ik dan begonnen met dans en kleine duo-acts met Assenic en van het een is het ander gekomen… (lacht) Ik had tijdens mijn studies nochtans altijd een moeilijke relatie met Afrika, maar tussen Assenic en mij voelde het meteen heel natuurlijk aan, het ging altijd over ons, niet over landen, geschiedenis en culturele background.”
Nathalie: “Na Tagad’Art heeft Alseny mij helemaal alleen naar Guinee gestuurd en heb ik het land en zijn familie leren kennen.”
Alseny: “Een uitwisseling. Ik heb Nathalie acrobatie geleerd en zij heeft me met paarden leren werken.”
Nathalie: “Ik was in het begin heel onzeker omdat ik pas laat met acrobatie begon, maar de esprit in Guinee, het geloof in eigen kunnen, heeft me erdoor getrokken.”
Alseny: “On se supporte toujours. Als we zien dat iemand gemotiveerd is om dingen te leren, geven we alles zodat die persoon dat kan waarmaken. Ik heb dat zelf meegemaakt met mijn vriend en meester Ballamoussa die nu in Canada woont. Hij heeft me aangeraden om van school te gaan zodat ik me helemaal op acrobatie kon toeleggen. Want zelfs als je gestudeerd hebt, is het moeilijk om carrière te maken in Guinee. Er is veel corruptie, en als je weinig geld hebt of niet over de juiste relaties beschikt, wordt het moeilijk.”
Nathalie: “Samen met Balla hebben we een aantal jaren geleden beslist om een circusschool op te richten in Guinee. Fysiek en mentaal zijn de artiesten er heel sterk, maar op vlak van techniek en zorg voor het eigen lichaam is er nog heel wat verbetering mogelijk.”
Alseny: “Ik heb me ook moeten aanpassen. Toen ik nog maar pas in Europa optrad, had ik overal spierpijn. De koude temperaturen deden mijn lichaam geen deugd.”
Nathalie: “We zijn ondertussen al goed opgeschoten. Om het project te realiseren, hebben we subsidies gekregen van de provincie West-Vlaanderen en voor de technische realisatie van de dome met de spantenstructuur voor de acrobatie werken we samen met Ingenieurs zonder Grenzen. We hebben een terrein gevonden en zijn bezig met de aankoop en eigendomsdocumenten. De funderingen zijn gepland voor november. Nu zoeken we vooral nog budget voor het constructieproces en de aankoop van circusmateriaal.”
Alseny: “Het idee is om de jongeren daar ter plekke te motiveren. En hen te leren dat ze in hun dromen moeten geloven.”
Nathalie: “Als de infrastructuur klaar is, zullen we daar een aantal maanden blijven om de opstart mee te maken en daarna hoop ik dat de équipe van jonge artiesten en verantwoordelijken de school zelf draaiende kan houden. Het internationale karakter staat centraal. Zo zullen er leerkrachten van het Centre Régional des Arts du Cirque in Lomme, Frankrijk, naar Guinee gaan om workshops te geven. En wij zijn er dit jaar ook al begonnen met lessen Frans en Engels, want iedereen verlaat daar de school met het idee dat de acrobatie hen zal redden, maar als je niet kunt lezen of schrijven, wordt het moeilijk. In het verleden zijn er veel problemen geweest met artiesten die hun contracten niet begrepen en daardoor vaak opgelicht werden.”
Alseny: “We oefenen nu als duo om ons hoofd wat vrij te maken, parce que maintenant on peut pas vraiment vivre heureux.”
Nathalie: “Main à main heeft me echt veel geleerd over het leven. Na mijn studies zag iedereen me als iemand die het op academisch gebied ver zou schoppen, maar het circus en de acrobatie hebben me veel meer bijgebracht. Je angsten overwinnen bijvoorbeeld, vertrouwen hebben in anderen ook.”
Alseny: “Voor mij voelt acrobatie heel natuurlijk aan. Kunst bezorgt mij veel emoties die ik met anderen wil delen. Je kunt je op gelijk welk moment uitdrukken en het helpt me om me vrijer te voelen. Het maakt me echt gelukkig.”
* Amoukanama: Sussu voor ‘iets wat niet breekt, blijft bestaan’.
Dit artikel verscheen in Circusmagazine #67 (juni 2021) // Tekst & foto’s: Jelle Vermeersch // All rights reserved