Sint-Gillis, Brussel. Via een grote houten poort kom ik in een opvallend kleine, maar bijzonder charmante sportzaal. De vloer is bekleed met versleten zigzagparket, met restanten van wat ooit netjes gespoten witte belijning was. Het torenhoge plafond is volgestouwd met kabels, touwen en een vliegende-trapezeconstructie. Gigantische raampartijen geven uit op een even grote boom met daarin een dozijn duiven. Aan de kant van de zaal staan een hoop wankel gestapelde banken, net iets te veel om goed te zijn. Metalen rekken vullen de overkant met basketballen in alle formaten. Alles samen vormt het een gezellig rommeltje, zo dicht op elkaar, een geschiedkundige verborgen parel. Hoewel ik geen idee heb uit welke periode het gebouw dateert, waan ik me in een trainingszaal voor circusartiesten uit de jaren 50. Retro-outfits, stoffig artiestenzweet en pluimen in het gat. Maar ik dwaal af.
Ik kom voor Rachid Boulahrir, lesgever bij Circus Zonder Handen. Rachid kwam een aantal jaar geleden als bij toeval terecht als danser op De Circusdagen. Zijn goede vriend Bilal Lamarti werkte toen al voor de organisatie, dus een link was er al, maar op dat moment kon vooral dans hem bekoren. Wanneer hij iets later door de toenmalige coördinator Veerle Bryon werd aangesproken op straat, was de deal snel beklonken. Hij kon er starten als deeltijds lesgever. Dat hij daarbij zijn verschillende bezigheden zou kunnen blijven combineren en de mentaliteit er erg open-minded is, trok hem over de streep. Sindsdien doet hij aan kruisbestuiving en begeleidt hij samen met collega Jan Peyls een groep jongeren bij het maken van een voorstelling voor BXL Composé. Dit project, in samenwerking met BOZAR, geeft jongeren de kans binnen een mix van stijlen hun eigen identiteit als artiest te ontwikkelen. Bovendien kunnen ze er een pak artistieke ervaring door opdoen. Dat de koning al eens een optreden meepikte, is een mooie kroon op hun werk. Maar het grootste deel van Rachids lesgeverspakket gaat naar parkour en tricking, een mengeling van martial art en acrobatie waarbij kicks en salto’s het geheel nog spectaculairder maken. “Tricking en parkour zijn eigenlijk de basis voor zowat elke actiefilm. Mochten mensen weten hoe alomtegenwoordig het is, dan zou het misschien ook meer gewaardeerd en erkend worden als discipline,” zegt Rachid hoopvol.
Enkele jongens uit de buurt arriveren één voor één met de step. Het regent pijpenstelen en de opkomst is klein, maar de coronamaatregelen zijn daar de grote schuldige van. Wie ouder is dan twaalf blijft momenteel weg. Eén jongen komt maar om de twee weken. Waar een doorsnee lesgever een beetje moedeloos zou worden, draagt Rachid achter zijn mondmasker nog steeds een grote glimlach. “We maken video-opnames vandaag!” Zijn enthousiasme werkt aanstekelijk. Het wordt me al snel duidelijk dat dit hier enigszins afwijkt van een reguliere circusles. Buiten een goeie opwarming is de gelijkenis ver te zoeken, en zelfs deze verloopt anders dan verwacht. De eerste ballen worden uitgehaald en de jongens lopen als losgeslagen projectielen door de zaal. Sweaters gaan uit, wangen kleuren zacht roze. Het aanvankelijke vrije spel gaat naadloos over in een gestructureerd spelletje basketbal, zij het met aangepaste regels. Het is eens iets anders dan een tikspel om mee te beginnen. “Als opwarming doen we hier basket, maar eigenlijk is dat vooral omdat ze dat graag doen,” aldus Rachid.
Vallen en terug opstaan
Zorgen dat je jongeren zich goed in hun vel voelen, blijkt een van de belangrijkste uitgangspunten van de lessen. Daarnaast drukt Rachid zich indien nodig uit in drie talen. “Het is als leerling fijn als je voelt dat je begrepen wordt. Maar eigenlijk heb je voor beweging geen woorden nodig, het is een taal die iedereen begrijpt.”
De les gaat ook verder dan het trainen zelf. Rachid polst wel eens naar hoe het op school gaat. “Wat mij betreft hoeven ze niet per se uit te blinken in de les, zolang ze er maar iets uit leren. Vallen en terug opstaan, het is de filosofie die ik graag meegeef als symboliek voor het leven. Ik ben zelf van kleins af aan gebeten door manga’s en anime, Japanse strips en tekenfilms. Daar leerde ik dat je nooit moet overgeven… euhm, opgeven, bedoel ik! Ik denk aan eten, vandaar.” Rachid neemt deel aan de ramadan. “Een kwartiertje buikpijn af en toe, maar verder gaat het dit jaar erg makkelijk.” Trainen zonder eten en drinken lijkt me in geen geval een evidentie, maar hijzelf maakt er geen punt van. “Tricking is zoals een virus, eens het je te pakken heeft, laat het je niet meer los. Die eerste salto op de grond, daar begint het mee. Vanaf dan keer je altijd terug. En het is cool, dat helpt natuurlijk ook om gemotiveerd te blijven trainen.”
Bij de jongens ontbreekt het alvast niet aan motivatie. Ballen worden aan de kant geshot en de eerste valmat gaat met een harde plof tegen de vlakte. De duiven uit de boom zetten het collectief op een vluchten alsof ze al weten dat er nog meer klappen gaan vallen. Toestellen worden klaar gezet, plinten verrold, matten versleurd. Rachid stuurt aan en leidt alles in goede banen, maar laat hen ook veel zelf beslissen.
“Ik probeer ervoor te zorgen dat ze in hun eentje kunnen trainen. Tricking is niet zoals voetbal, je hebt geen team waarop je kan steunen. Er zijn wel vrienden die je aanmoedigen, maar uiteindelijk moet je het helemaal zelf doen. Ik werk het liefst van al met beginners zonder voorkennis, dan kan ik hen van in het begin een zekere discipline bijbrengen die ze op een ander niet altijd meekrijgen. Zo kan ik hen op elk moment helpen groeien vanuit een goede basis. Anders bestaat de kans dat iemand al twee jaar elders ervaring opdeed, maar niet eens tien keer kan pompen.”
Bang voor het donker
Zelf is Rachid autodidact, maar dat liep niet altijd van een leien dakje. Vooral het vinden van een goede locatie in Brussel is geen sinecure. “Als particulier, maar ook als vzw, word je al snel de deur gewezen, zelfs al stel je je erg flexibel op qua invulling van het uurrooster. Het wordt gewoon niet serieus genomen. Parkour kan gemakkelijk buiten, terwijl voor tricking een echte gymnastiekvloer aangewezen is. Het is heel technisch allemaal, maar buitenstaanders lijken dat niet echt op te merken. Daarbovenop vergt het, net zoals elke andere discipline, veel voorbereiding en toewijding. Helaas worden veel artiesten, uit alle kunsttakken, op dat vlak verkeerd ingeschat. Voorstellingen worden het liefst zo goedkoop mogelijk geboekt. Maar dat er bijvoorbeeld tien dansers een heel aantal uren moeten trainen om tot die paar minuten gevraagde voorstelling te komen, wordt dan weer niet ingecalculeerd. Het is met tricking niet anders. De inspanningen worden niet gezien, of althans niet naar waarde geschat. Het gevolg is dat er weinig ruimte is om te groeien. Ook letterlijk.”
Maar de beperkingen en het gebrek aan steun kunnen de goesting bij Rachid en zijn vrienden niet drukken. Ze rijden met hun groepje al snel tot Charleroi, Gent of Louvain-La-Neuve om indoor te kunnen trainen en zo ook de community te vergroten. Een jaarlijks evenement met duizenden bezoekers op het Muntplein in Brussel is niet voldoende om aan bekendheid te winnen. Mensen persoonlijk aanspreken en uitnodigen om eens mee te doen, lijkt daarentegen de gouden formule. Zo is Rachid er zelf ook ingerold. “Ik ben niet de persoon die snel op iemand afstapt, maar ik sta wel erg open voor iedereen. Brussel is daarenboven erg divers en dat maakt het heel interessant.”
Dat er best wel deftig gewerkt moet worden om progressie te maken, merk ik aan de sprongen van het jong geweld in de les. Terwijl ze met een stoerheid van een superheld, maar de ietwat onbeholpenheid van een dartel veulen hun salto’s en koprollen oefenen, blijft Rachid nauwlettend in de buurt. Ideeën worden uitgewisseld, techniek bijgeschaafd, enthousiasme gedeeld. Wanneer er in een onbewaakt moment plots een bal door de zaal vliegt, grijpt Rachid in, want dat was geenszins de bedoeling. De vrijheid die er heerst is duidelijk niet onvoorwaardelijk. Er wordt begrensd waar nodig en de jongens herpakken zich vlot. Maar bovenal wordt er terug intensief getraind.
De hele inspanning lijkt mij een heuse fysieke beproeving en niet voor iedereen weggelegd, maar volgens Rachid kan werkelijk iedereen aan tricking doen. “Gewicht, lengte, het speelt allemaal niet veel rol. Je bent nooit te oud om ermee te beginnen. Enkel een beetje lichaamscontrole is mooi meegenomen.” Zelf begon hij ermee op zijn twintigste, maar had toen door zijn voorgaande hobby ‘Engels boksen’ al een goed uithoudingsvermogen. Wie echter Rachid van enige stoerdoenerij zou betichten, slaat de bal mis. Een grote held is hij niet, eerder erg beredeneerd en angstig. “Ik ben soms al bang wanneer ik ’s nachts naar het toilet moet. Maar ik accepteer die angst. Gelukkig kan ik dat ook soms gewoon opzij zetten. Tijdens het trainen bijvoorbeeld, soms heb ik dat echt nodig.” Of hij ermee verder zal doen tot op vergevorderde leeftijd, daar wil hij liever niet over nadenken. “Eigenlijk wil ik helemaal niet oud worden. Ik heb schrik voor de dag dat ik niet meer voor mezelf kan zorgen. Ik leef liever intens dan lang.”
Meisjes gezocht
Qua intensiteit kan de les wel tellen. Het oefenen van de salto’s eindigt en als uit het niets klinkt er nu muziek door de boxen. Wat volgt is een choreografie op de grond waarbij de jongens Rachid zo adequaat mogelijk nabootsen. Naast een beetje lichaamscontrole is gevoel voor ritme precies ook wel aangewezen. De afwerking staat nog niet helemaal op punt, maar ze doen hun uiterste best om synchroon te springen. Laat ons zeggen dat het ermee door kan. Na de danspassen leggen ze één voor één hun zelfgebouwde parcours af. Als een volleerd cameraman volgt Rachid hun bewegingen op de voet en vereeuwigt hij hoe ze door de lucht springen. Terwijl ik probeer niet in beeld te lopen, valt het me voor de eerste keer op dat er geen meisjes meedoen.
Nochtans moeten meisjes niet onderdoen, en is het Rachids grote droom om meer vrouwvolk tot in de lessen te krijgen. “Jongens durven vaak iets meer, terwijl meisjes beter afwerken. In het begin probeer ik hen dus vooral te ondersteunen in het ‘durven’. Hier in Brussel traint een meisje dat voor mij echt een ‘world class tricker’ is, en een Russische van zeventien is ook echt ‘wauw’.” Rachid steekt zijn bewondering niet onder stoelen of banken. Hij kan naar eigen zeggen soms zo onder de indruk zijn van een prestatie dat hij nog amper kan bewegen van ontroering. Maar ver moet hij het niet gaan zoeken, ook de vrienden van de dansgroep vormen een grote bron van inspiratie. “Zelfs een jongetje van drie kan me veel leren. Lesgeven is geen eenrichtingsverkeer, ik leer zelf nog elke dag bij. Ik vind alles boeiend, eigenlijk ook dingen die mij in wezen niet interesseren. Vooral het idee dat ik nog kan bijleren, prikkelt me.” En zoals het een echte circuslesgever betaamt, leerde hij op een bepaald moment ook jongleren. En naast dansen, video’s maken, tricking en parkour, schrijft hij ook, al is er tot op heden quasi niemand die dat weet. En hij leert koken. Met het schrijven hoopt hij ooit nog eens iets te doen, maar voorlopig blijft dat idee in een schuif ergens diep in het achterhoofd. Het koken leert hij van zijn zus. “Maar ik zou eigenlijk mijn hele leven kunnen overleven op pasta en rijst.”
Wanneer we het over familie hebben, beginnen zijn ogen te glinsteren. Als jongste van vijf kinderen is hij de creatiefste en wordt hij door zijn familieleden volledig gesteund in wat hij doet. Sinds hij een vaste job heeft, hebben ze er thuis ook wat meer vertrouwen in. “Onlangs vroeg mijn moeder me om een filmpje door te sturen van mijn sprongen. Ze wou die aan een vriendin tonen. Thuis zijn ze dus best wel trots.” Beide ouders zijn van Marokkaanse origine, en hoewel Rachid hier geboren en getogen is, maakt dat het er voor hem niet makkelijker op. “In België blijf ik de Marokkaan en in Marokko bekijken ze mij als de Belg, ik ben met andere woorden nergens echt thuis. Maar ik voel me hier wel goed en het is best verrijkend om verschillende culturen te kennen.”
R.E.S.P.E.C.T.
Wanneer ik pols naar Rachids relatie met de politiek, merk ik voor het eerst enige huivering. “Ik heb er niet veel mee. Sinds ik in januari 2021 volledig onterecht gearresteerd werd, en daarvoor tot ’s avonds laat met een paar anderen werd vastgehouden, is mijn vertrouwen weg. Over politici die daarna meenden dat alles gerechtelijk zou worden rechtgezet, heb ik vooral het idee dat ze in een andere wereld leven.” Rachid werd gearresteerd op vermoeden van deelname aan een manifestatie, terwijl hij gewoon een video zou opnemen die dag ergens in de buurt. Ondanks alles praat hij er intussen met een te bewonderen mildheid over. “Er zijn ook goeie politici en agenten. Het probleem is dat degenen die het minder goed doen veel meer ruimte innemen dan de anderen. Ze durven meer. De goeie zouden hen daarop moeten aanspreken, zoals wij met vrienden onder elkaar doen. Ik corrigeer anderen ook wanneer ze over de schreef gaan, bijvoorbeeld bij homofobe uitspraken, racisme of seksisme. Soms gebruik ik humor, alhoewel dat ook net de boel kan doen opflakkeren. Maar ‘respect’, daarover gaat het allemaal voor mij. Iemand kan een andere mening hebben, maar een open blik en respect voor de waarden van de ander, dat zou al veel zijn. Sinds een jaar of drie weet ik dat schreeuwen geen zin heeft. Je kan beter rustig blijven, pas dan word je gehoord.”
Hoewel de omstandigheden hier niet optimaal zijn en Nederland bijvoorbeeld al een stuk verder staat op het vlak van tricking, zit verhuizen er vooralsnog niet in. “Daarvoor hou ik te veel van België. En als elke artiest hier vertrekt, dan gaat er hier nooit iets veranderen qua groeikansen. Tenzij ik nu een opportuniteit zou krijgen in Japan, Australië of Canada. Dan laat ik meteen alles vallen. Bye bye ouders, bye bye circus.”
Intussen worden de video-opnames met tevreden blikken aanschouwd. Tijd om af te ronden, maar niet zonder nog een rondje vrij spel. Alweer vliegen de ballen de zaal rond en schuif ik subtiel achteruit op de wankele banken. Terwijl de muziek blijft spelen, stretchen ze daarna moe maar voldaan de ziel en de inspanning uit hun lijf. Rachid legt hen uit welke spieren ze zouden moeten voelen, maar ik zie vooral verkorte hamstrings. “Soms droom ik dat ik een split kan in alle richtingen!”
Aan de lenigheid is nog wel wat werk, maar dromen lukt alvast als geen ander.
Dit artikel verscheen in Circusmagazine #67 (juni 2021) // Tekst & foto’s: Sarah Vanheuverzwijn // All rights reserved