>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #34 (maart 2013). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteur: André De Poorter
André De Poorter: zijn kennis over en liefde voor de Belgische circusgeschiedenis is moeilijk te overschatten. Vandaag heeft hij het over een bijzondere figuur uit de 19de eeuw (!), Reus Libot, een van de eerste circusuitbaters van ons land. Een verhaal dat leest als een roman.
Gentenaar François Erasmus, bijgenaamd Blondin, was ongetwijfeld Belgiës eerste circusuitbater. Na hem volgde Joseph Libot, althans als we de familieverhalen mogen geloven. Joseph, geboren in Ophoven (Limburg) in 1814, kreeg de familienaam van zijn moeder Margereta, die tot het reizende volkje behoorde. Hij was eerst dienstknecht in Gent en op zijn achttiende ging hij bij het leger. Daar werd hij ingelijfd in het regiment Kurassiers, de cavalerie, in Brussel. Omdat hij 1,98 groot was, uitzonderlijk voor die tijd, en 150 kg woog, moest men voor hem een speciaal kuras (borstharnas) worden gemaakt. Naar het schijnt werd dit kledingstuk later in het legermuseum bewaard, maar vandaag bij navraag is het onvindbaar.
Na zeven jaar dienst verliet Reus Libot, zoals hij werd genoemd, het leger en trouwde met een reizende muzikante. Na zijn huwelijk werd het zoontje dat hij had met een Gents meisje, gewettigd als François Libot (° 1839). Voor het verdere levensverhaal baseren we ons op datgene wat zijn kleinzoon, de bekende circusdirecteur Christian Libot (1869-1940), ooit in geuren en kleuren wist te vertellen.
Eens terug in het burgerleven, ging Joseph als krachtpatser optreden bij een kermisgezelschap. Hij tilde een paard op, sloeg met één enkele slag twee kasseistenen tegen elkaar in gruzelementen, brak ketens en trok aan de koord tegen acht sterke mannen. Zijn baas vaarde er wel bij.
Maar Libot naderde de dertig en was tot dan steeds zuinig met zijn centen omgesprongen en had aldus een fraaie som kunnen opzij leggen. Op een zekere dag verliet hij de foortent en trok naar Wetteren waar hij een stuk grond huurde. Met de hulp van enkele Gentse kameraden timmerde hij daar twee wagens in elkaar. Hij kocht toen twee paarden, huurde er ook nog een paar bij en vond een systeem uit van opvouwbare tent, half uit zeildoek, half uit planken. Meteen was Circus Libot geboren.
Met zijn circustroep trok hij vanaf omstreeks 1843 van dorp tot dorp. De uitbating kende succes waardoor het materiaal kon worden uitgebreid en verfraaid en er werden nieuwe nummers aangeworven. Zo kwamen we in 1845. Zwarte tijden voor Vlaanderen, met werkloosheid en mislukte aardappeloogst. Gelukkig voor Reus Libot kreeg hij het aanbod om met zijn circus een tournee door Holland te maken. Zijn eerste reis ging naar Zeeland. Men verwachtte hem in Middelburg, Veere en Goes. Maar daarvoor moest de troep wel de Westerschelde oversteken. Dat gebeurde met een oude bemande schuit die hij wist te huren.
Het weer was grauw en winderig. De korte golven kwamen onrustig aangerold en het begon te stormen als op volle zee. Het halve dek raakte overspoeld en alle opvarenden, schipper en bemanning, artiesten kwamen tot de enkels in het zoute water. Maar Reus Libot dacht niet aan terugkeren, want hij wou met zijn troep tijdig ter bestemming komen. Het noodweer hield aan, verergerde zelfs. Mensen en paarden werden zeeziek, uitgezonderd onze held. Pas na twaalf uren zeilen kwam men dicht bij de Zuid-Bevelandse kust. Opeens kreeg de bodem een hevige stoot. De mast werd weggemaaid en de boeg barstte waardoor het vaartuig naar bakboord overhelde. Ze zaten op een zandplaat vast op minder dan 150 meter van het vaste land.
Toen toonde Libot nog eens zijn moed en kracht. De golven trotserend, waadde hij door de branding, de zwaksten van zijn kostgangers op de schouders dragend en de paarden bij de teugel mennend. Eens iedereen veilig aan land, keerde hij aan boord terug. Hij wachtte het lage tij af en haalde vervolgens zijn beide wagens door een wad naar de veilige oever. En de volgende dag trad het gezelschap op in Goes.
Tot daar de wonderbare historie verteld door Christian Libot. Over de verdere levensloop van Reus Libot is niets bekend. Feit is dat zijn ongewone krachttoeren ook hun tol eisten. Oud is hij zeker niet geworden. Zoon François bezocht later de foren met een fotografiebarak. Na zijn vroegtijdig overlijden in 1886, startte zijn weduwe een foortheater, dat tien jaar later in een circus werd omgetoverd. De circustraditie werd nadien voortgezet door Christian die op zijn beurt de fakkel doorgaf aan zoon Alex, die het volhield tot in 1960.