>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #34 (maart 2013). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteur: Bauke Lievens
Een aantal maanden geleden organiseerde Circuscentrum enkele stakeholdervergaderingen, een fancy bedrijfsterm voor een namiddag samen brainstormen over de missie van datzelfde centrum in de context van ons kleine Vlaamse circuslandschap. Een soort vinger aan de pols dus. Eén van de uitkomsten van die sessies was dat er dringend, hoog tijd en onontbeerlijk nood is aan meer artistiek onderzoek in het circus van vandaag.
Die conclusie werd ingegeven door twee observaties. Enerzijds ligt het artistieke niveau van onze Vlaamse circusproducties beduidend lager dan dat in andere contexten het geval is die wel investeren in artistiek onderzoek, waarbij we dan vooral denken aan Scandinavië en Frankrijk. Anderzijds hebben alle culturele steunpunten in Vlaanderen de missie om onderzoek te voeren naar de kunstvorm die ze ondersteunen. Omdat onderzoek nu eenmaal de evolutie en organisatie van een artistieke expressie vooruithelpt. Dat onderzoek situeert zich op verschillende niveaus, van opleiding, over beleid en geschiedenis, naar spreiding en productie, maar ook dus naar de artistieke en esthetische aard van het beestje. En laat dat nu net zijn waar het schoentje wringt.
Maar laat dit tegelijk niet enkel een verhaal zijn van wat er ontbreekt in circusland. Want er bestaan wel degelijk initiatieven over de landsgrenzen heen die investeren in artistiek onderzoek in het circus. Neem nu bijvoorbeeld Lacrimae, het eerste Europese netwerk dat drie gezelschappen verenigt rond eenzelfde thema. De gezelschappen: het Zweedse Cirkus Cirkör, La Putyka uit Praag en het Franse gezelschap Cahin Cahin, u misschien bekend onder z’n vroegere naam Cirque Pocheros. Initiatiefnemer is enfant terrible Daniel Gulko, artistiek directeur van Cahin Caha en gastdocent aan DOCH (Dans- och cirkushögskolan, Stockholm). Artistiek onderzoek is reeds lang een van Gulko’s stokpaardjes en nu is er dus Lacrimae, het eerste nomadische circuslaboratorium.
De drie gezelschappen maakten elk een avondvullende voorstelling met als verbindend thema excentriciteit. Het boeiende aan circus is natuurlijk dat ditzelfde thema kan onderzocht worden doorheen verschillende circustechnieken, maar in de context van drie gezelschappen met elk een compleet andere structuur, goesting en esthetiek. Cirkör is een goed geoliede machine, terwijl La Putyka meer weg heeft van een anarchistisch Praags collectief en Cahin Caha mee aan de basis stond van de nouveau cirque in Frankrijk. Concreet wordt het netwerk ondersteund door een aantal institutionele partners, die op hun beurt ook weer opereren in heel andere culturele contexten. Zo is er een Mediterrane pool, een Scandinavische en een Oost-Europese pool.
Drie centrale assen
Lacrimae definieert artistiek onderzoek als de link tussen academisch onderzoek en circuscreatie, en dat aan de hand van drie centrale assen. Ten eerste is er de vloeibare overdracht van kennis en knowhow, zowel tussen gevestigde en beginnende artiesten, maar ook tussen academici en artiesten en tussen structuren, regio’s en festivals. Dit gebeurt door de organisatie van workshops, waarin de artiesten samen reflecteren en experimenteren, maar waar ook academici en organisatoren welkom zijn. Ten tweede focust het netwerk op artistieke productie. Doorheen de aangegane verbindingen werd een triptiek gecreëerd van drie voorstellingen die kunnen toeren bij, in de eerste plaats, de verschillende institutionele partners van het netwerk. De voorstellingen heten respectievelijk ‘Knitting Peace’ (Cirkus Cirkör), ‘Rose’ (Cahin Cahin) en ‘Risk’ (La Putyka) en gingen deze maand in première tijdens het festival Janvier dans les Etoiles (La Seyne sur Mer). Ten derde organiseert het netwerk open werksessies tijdens de verschillende creatieprocessen, om zo het artistieke onderzoek niet tot een geïsoleerd onderonsje te maken, maar het te plaatsen in een maatschappelijk relevante context.
U ziet, artistiek onderzoek hoeft geen vage, esoterische term te zijn, noch een soort van geïsoleerd theaterwetenschappelijk discours dat thuishoort in moeilijke boeken. Maar Lacrimae herschikt vooral de prioriteiten en definieert een netwerk voor onderzoek in circus daar waar het thuishoort: aan de basis bij de gezelschappen zelf.