>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #34 (maart 2013). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteur: Gwendolien Sabbe
Charlie Chaplin (1889 – 1977) maakte ‘the tramp’ wereldberoemd, of was het juist omgekeerd? Wie kent de verwaaide zwerver met de gekke huppelpas, zwierende wandelstok en kleine borstelsnor niet? Chaplin was bovenal een geniale filmmaker. Meer dan 80 heeft hij er gemaakt, waaronder ‘The Kid’, ‘The Circus’, ‘Modern Times’ en ‘The Great Dictator’. In 1972 kreeg hij een Oscar voor ‘zijn onmogelijk te berekenen invloed dat ervoor gezorgd heeft dat film de kunstvorm van de twintigste eeuw werd’. Hij kreeg toen de langste staande ovatie (12 min.) in de geschiedenis van de Academy Awards.
Chaplin groeide op in de ruwe straten van East End Londen en de coulissen van het variététheater, waar korte acts van zang, dans, acrobatie, goochelen, … elkaar opvolgden. Zijn moeder Lilly was een ‘soubrette’ (sopraan dat vooral komische rollen speelde), zijn vader een begaafd zanger. Hij dronk te veel, raakte aan lager wal en stierf jong. Lilly Chaplin had psychische problemen en kon niet altijd voor Charlie en zijn halfbroer Sydney zorgen. Charlie moest al jong op eigen benen staan, en voor zichzelf opkomen.
Chaplin was een acrobaat. In zijn films tuimelt, buitelt, klautert hij. Hij plooit zichzelf in allerlei vormen en bochten. In ‘The Circus’ danst hij op een koord, terwijl apen hem in de neus bijten, en zijn broek aftrekken. Het vak leerde hij ongetwijfeld in zijn jonge jaren. Op achtjarige leeftijd trok hij al rond met de Jacksons Lancashire Lads, een populaire jeugdige variétégroep. Toen hij zestien was toerde hij met een van de troepen van Fred Karno, een gewiekst impresario en voormalig acrobaat die in London ook de ‘Fun Factory’ had. Hij leerde er jonge kerels de knepen van het fysieke comedyvak. Een van hen was ook Stan Laurel, die later met Oliver Hardy van ‘de dikke en de dunne’ een wereldhit maakte. Chaplin bleef tijdens zijn gehele carrière fit. Tijdens zijn eerste Hollywoodjaren woonde hij in een huurappartement in de Los Angeles Athletic Club, een privéclub met een gym en een van de eerste gebouwen met een zwembad op het dak. Tot in zijn latere jaren speelde hij bijna dagelijks tennis.
Voor zijn dertigste was hij al miljonair en een wereldster. Tijdens een Amerikaanse tournee met de Karno Company werd hij ontdekt door de Keystone Comedy Film Company. In een aantal jaar werkte hij zichzelf op van acteur, naar regisseur, naar eigenaar van zijn eigen filmstudio’s. Hij werd een superbaas. Hij was filmmaker, componist, acteur, regisseur, schrijver en zakenman.
Hij was dan ook een controlefreak en een perfectionist. Van zijn omgeving eiste hij een onvoorwaardelijke, onvermoeibare toewijding. Als regisseur speelde hij scènes voor. De acteurs moesten hem exact nadoen. Hij kon soms een scène tot vijftig keer opnieuw laten draaien, tot het goed zat. Hij was streng en veeleisend, maar ook genereus. In periodes waarin hij niet creatief was, niets produceerde, bleef iedereen gewoon loon ontvangen, wat erg ongebruikelijk was in de filmindustrie.
Over inspiratie zei hij: “Hoe krijg je ideeën? Door vol te houden tot je er gek van wordt. Je moet in staat zijn om angst door te maken en enthousiast te blijven gedurende een langere periode.”
Chaplin was gek op vrouwen. Vooral jonge vrouwen trokken zijn aandacht. Hij had vele affaires en trouwde vier keer. Zijn vierde vrouw was ongetwijfeld de liefde van zijn leven. Oona O’Neill was de dochter van toneelschrijver Eugene O’Neill, actrice en 17. Hij was er 53. Hij bleef met haar samen tot zijn dood. Samen hadden ze acht kinderen.
Zijn film ‘The Circus’ (1928) was één van zijn grootste kassuccessen, maar komt niet voor in zijn autobiografie. Het was ook niet meteen de beste periode in zijn leven. De ene ramp volgde de andere op tijdens het filmen. De decors gingen in vlammen op. Zijn tegenspeelster was de beste vriendin van zijn vrouw, Lita Grey, waarmee hij in een rampzalige echtscheiding verwikkeld zat. Haar 42 pagina’s tellende aanklacht haalde hem door het slijk. Zijn minnaressen en ‘vreemd’ seksueel gedrag werden breed uitgesmeerd. In boekvorm werd de aanklacht een bestseller. Hij was bang dat Lita Grey zijn film zou stelen, dus verstopte hij de rollen. De opnames werden negen maanden stopgezet. In die periode had Chaplin een zenuwinzinking.
Hij was niet bang om via zijn films maatschappijkritiek te uiten. In ‘The Immigrant’ (1917) schopt de ‘Tramp’ stiekem de norse immigratieofficier bij aankomst in Amerika. In ‘Modern Times’ (1936) stelt hij de ontmenselijking door machines aan de kaak. In ‘The Great Dictator’ (1940) maakt hij van Hitler een schertsfiguur, een belachelijke, kwaadaardige clown en bespot hij het nazisme. Chaplin maakte er geen geheim van dat deze film voor hem een politiek statement was. Hij vond dat Amerika de Sovjet-Unie moest steunen, om gezamenlijk de Nazi’s te verslaan.
In 1952 ging Chaplin met zijn gezin naar Engeland, om er zijn film ‘Limelight’ te lanceren. Tijdens de terugreis kreeg hij te horen dat Amerika zijn visum weigerde. De FBI hield al sinds 1922 een dossier van hem bij. Het toenmalig hoofd van de FBI, J. Edgar Hoover, had om de een of andere reden een hekel aan hem. Te midden van de Koude Oorlog en de kruistocht tegen de communisten, aangezwengeld door de senator Joseph McCarthey, vond de FBI dat Chaplin gevaarlijk veel sympathie had voor het communisme. Chaplin was woest. Hij stuurde zijn vrouw Oona terug, om al hun bezittingen te verkopen, het huis, de filmstudio’s. Het gezin vestigde zich in Manoir de Ban in Zwitserland, waar hij woonde tot aan zijn dood.
In totaal had Chaplin tien kinderen. Twee zonen uit zijn huwelijk met Lita Grey, en acht kinderen met Oona O’Neill. Veel van zijn kinderen zijn later het artistieke leven ingedoken, sommigen zelfs de circuswereld. De best gekende is waarschijnlijk Geraldine Chaplin. Ze speelde in meer dan honderd films, o.a. een grote rol in de film Dr. Zhivago (1965). Eugene Chaplin is documentairemaker en trekt als regisseur rond met het Zwitserse Circus Nock. Victoria Chaplin startte samen met een Franse acteur, Jean-Baptiste Thierrée, een circusgezelschap dat uitgroeide tot Le Cirque Invisible. Ze hielp haar kinderen, James en Aurélia Thierrée met hun voorstellingen. Zowel Le Cirque Invisible als James en Aurélia Thierrée spelen in de grote theaters.