>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #34 (maart 2013). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteur: Sara Lemaire
Vlaanderen is nog steeds – tot spijt van wie het benijdt – een deel van het Koninkrijk België. Maar door de opdeling in Gemeenschappen en Gewesten weten we minder en minder wat er zich ten zuiden van de taalgrens afspeelt, hoe boeiend ook. Cultuur, en dus ook circus, is namelijk een bevoegdheid van de regio’s. Daarom vroeg CircusMagazine aan Sara Lemaire van La Maison du Cirque om een overzicht te geven van het circus in Wallonië.
Historiek
Het is in 1787 dat Philip Astley, die algemeen beschouwd wordt als de stichter van het paardencircus, voor de eerste keer zijn piste met een diameter van 13m² opstelt in Brussel, meer bepaald in de Manège du Parc Royal. In de 19e eeuw waren er een pak circussen te zien in de mooiste Brusselse zalen zoals het Parktheater of zelfs de Munt, waar tussen 1800 en 1810 onder andere circus Franconi het beste van zichzelf gaf. Het is trouwens datzelfde circus Franconi dat het eerste gebouw zal optrekken dat gewijd is aan deze kunst. Het Théâtre du Cirque, beter gekend onder de naam Alhambra, wordt in 1846 ingehuldigd op de Emile Jacqmainlaan in Brussel, waar tegenwoordig ook het Théâtre National gevestigd is. In 1878 volgt de inhuldiging van het Koninklijk Circus, dat vandaag alleen nog in naam een circus is. Het theater had een capaciteit van 3000 plaatsen, wat meteen bewijst hoe groot het enthousiasme voor de circuskunst wel was. Heel wat beroemde circussen zoals Renz, Herzog, Knie en zelfs Bouglione hebben in deze zalen opgetreden. Algauw lopen de bezoekersaantal echter terug en tegen de jaren vijftig zijn de meeste circusgezelschappen er al mee opgehouden. De zalen sluiten of vinden een andere bestemming. In 1977 wordt de Alhambra definitief gesloopt.
De grote namen van de traditionele circuswereld zijn echter nog niet helemaal verdwenen. Zo slaat de familie Bouglione nog regelmatig haar tenten op overal in het land. Of het Circus Pauwels bijvoorbeeld. Deze familie zit al zes generaties in het vak. Nadat ze twaalf jaar lang op het Bourdonplein in Ukkel hebben doorgebracht, hebben ze hun tenten nu geplant op de hippodroom van Bosvoorde.
Sinds meer dan twintig jaar is er echter een revival, door de komst van het hedendaagse circus. Overal worden er circusscholen opgericht, zoals de Ecole Sans Filet die in 1981 het licht zag en later werd herdoopt tot de Ecole de Cirque de Bruxelles, en natuurlijk de ESAC – Ecole Supérieure des Arts du Cirque van Brussel, die in 2003 officiële erkenning kreeg.
Vorming: ESAC en de vrijetijdsscholen
De ESAC is een school die hoger onderwijs verstrekt en een bachelordiploma in circuskunsten uitreikt. Ze geniet tegenwoordig een mooie internationale reputatie en trekt een groot aantal buitenlandse studenten aan. Verbazend genoeg volgen niet veel Franstalige Belgen scholing aan de ESAC. We hebben hier dan ook nog geen middelbare scholen die op deze vorming voorbereiden, zoals in Frankrijk.
Wallonië en Brussel tellen samen wel meer dan dertig vrijetijdsscholen waar amateurs terechtkunnen. Een kleine kern heeft besloten om Fédécirque op te richten, een vereniging die de circuskunsten promoot via een netwerk van onderwijsinstellingen met als doelstelling artistieke, culturele, educatieve en sociale opvoeding. Deze vormingsinstelling houdt zich niet alleen bezig met uitwisseling van informatie en ‘train the trainers’-opleidingen, maar vertegenwoordigt de sector ook via lobbywerk naar de overheid toe.
De gezelschappen
De heropleving is het resultaat van het harde werk van een aantal gepassioneerde mensen. In 1999 wordt hun werk beloond. De Franse Gemeenschap richt dan een aparte sector circus/straattheater & kermiskunsten op, in het kader van de Service général des Arts de la Scène (letterlijk: Algemene dienst van de podiumkunsten). Voorlopig zijn de circuskunsten nog het kleine broertje van toneel en dans. De sector heeft ook lang niet genoeg middelen. Nochtans strijken steeds meer circusartiesten neer in dit land. In 2012 telden we meer dan vijftig gezelschappen uit alle bewegingen en trends van de wereld, de soloartiesten niet meegerekend.
Een van deze gezelschappen is Carré Curieux, Cirque Vivant!, opgericht in 2007 door oud-studenten van de ESAC. Vandaag hebben ze meer dan 130 optredens op hun actief in Frankrijk, Japan, Canada en tal van andere landen. Verder zijn er ook Feria Musica, dat overal ter wereld speelt sinds het in 1997 op de proppen kwam met ‘Liaisons Dangereuses’, en Les Argonautes, die sinds 1993 op zoek zijn naar het Gulden Vlies. Tijdens die zoektocht traden ze niet alleen zowat overal in Frankrijk op, maar ook onder meer tijdens Edinburgh Festival Fringe en Flipside in Singapore. En dan hebben we het nog niet gehad over de clowns van OKidOK, een gezelschap dat in 1998 werd opgericht en die met hun creatie ‘HaHaHa’ meer dan vijfhonderd optredens konden versieren in de hele wereld. Verdienen ook een vermelding: het Théâtre d’un Jour met hun circustheater, het burleske en absurde spektakel van de broers Doble Mandoble, de gevoelige en poëtische wereld van Cirque Barbette, het virtuoze Cie Circoncentrique en de surrealistische Claudio Stellato. Kortom, teveel om op te noemen!
Creatieplekken en spreiding
Wanneer er zoveel gezelschappen te vinden zijn op een klein territorium als dat van ons, moeten die elkaar vroeg of laat voor de voeten lopen. Vandaar dat de verschillende compagnieën naar het buitenland kijken. Voor veel onder hen blijft Frankrijk de belangrijkste ‘markt’. De Fédération Wallonie-Bruxelles (Franse Gemeenschap) beschikt niet echt over een plek die volledig aan het circus is gewijd. Ook verblijfplaatsen zijn er maar weinig. Latitude 50, dat de circuskunsten en het straattheater in Wallonië ondersteunt, is er zo eentje. Het centrum, dat gevestigd is in Marchin, biedt de gezelschappen onder andere een ruimte waar ze aan hun productie kunnen werken. Verder zijn er het CAR – Centre des Arts de la Rue, een straattheatercentrum in Aat, en natuurlijk l’Espace Catastrophe, een centrum waar een gezelschap niet alleen een act kan creëren en voor de productie zorgen, maar waar er ook opgetreden kan worden dankzij het nieuw opgerichte Les Productions Associées. Ten slotte doet ook de Roseraie in Ukkel goed werk. Meer en meer polyvalente zalen zoals theaters en culturele centra komen tegenwoordig open te staan voor de circuskunsten. Het cultuurcentrum van Waals-Brabant bijvoorbeeld, met zijn Foyer d’Invention, een van de schaarse ruimtes die geschikt zijn voor luchtacrobatiek.
Er is geen enkele plek die speciaal ingericht is voor de vertoning van de circuskunsten maar enkele historische plekken hebben al heel vroeg de nieuwe circusvormen aangetrokken, zoals de Hallen van Schaarbeek, het Maison de la Culture van Doornik, het theater van Namen, het Maison de la Culture van Aarlen of de Brusselse Wolubilis en la Vénérie.
Er is nog heel wat werk aan de winkel, vooral op gebied van communicatie, als we meer circus willen zien in de 118 culturele centra van de Fédération Wallonie-Bruxelles, maar de tijdsgeest lijkt er stilaan rijp voor te zijn en er zijn steeds meer belangstellenden.
De circusfestivals
Er mag dan geen specifiek aan circus gewijde zaal bestaan, we hebben wel een aantal festivals, waaronder La Piste aux Espoirs in Doornik, dat in 1988 werd opgericht als een wedstrijd die openstond voor amateurs en studenten aan de circusscholen. De organisatoren, die als doelstelling hebben mee te werken aan de vernieuwing in de circuskunsten, nodigden al in 1989 het Cirque Plume uit. In 2005 vervelde de jaarlijkse wedstrijd tot een tweejaarlijks festival, en vanaf dan werd ook het begrip ‘wedstrijd’ geschrapt. Dit jaar viert het zijn 22e editie.
Pistes de Lancement, dat georganiseerd wordt door Espace Catastrophe, bestaat sinds 1998. Het festival wil een springplank zijn voor jonge creatievelingen en de nieuwe circusvormen. Het wordt eveneens op tweejaarlijkse basis georganiseerd (in de pare jaren) en strijkt dan tijdens de maand maart neer in tal van Brusselse zalen.
Sinds 1996 kleurt ook in Namen elk jaar een mengeling van circus, straattheater en kermisacts de straten. Namur en Mai vindt plaats tijdens het Hemelvaartweekend. In de Hallen van Schaarbeek kan je om de twee jaar tijdens het hedendaagse festival Hors Pistes genieten van rasartiesten als Johann Le Guillerm (2007), Angela Laurier (2005), Yohann Bourgeois en Phia Ménard, maar ook van local heroes Feria Musica en Carré Curieux, Cirque Vivant!.
Interessant zijn ook Chassepierre, het internationale festival voor straattheater dat elk jaar eind augustus een weekend lang Florenville op stelten zet, en Rue du Bocage in Herve, met gezelschappen van overal. Les Tilleuleries in Nassogne, de Tchafornis in Engis, Sortilèges in Aat, Haaste Töne in Eupen, de Fêtes Romanes en andere feestelijkheden zijn misschien niet allemaal even groot of prestigieus, maar deze festivals blijven heel belangrijk voor de circuskunsten en in het bijzonder voor de straatacts.
De circuskunsten floreren ook steeds meer op de grote multidisciplinaire festivals zoal Bis-Arts in Charleroi, waar onder andere Cie Circ’ombelico, Théâtre d’un Jour en het Australische Acrobat al het beste van zichzelf mochten geven. Sinds een drietal jaar valt er ook in het Théâtre National circus te zien, meer bepaald ter gelegenheid van het XS festival waar vooral kortere performances te bewonderen zijn. In 2011 trad Alexander Vantournhout er op, in 2012 was het de beurt aan Kenzo Tokuoka en dit jaar is het de beurt aan Les Cliquets, een Brussels duo dat er het gezelschap krijgt van de broers Thabet en BabaFish.
Het circus zit dus duidelijk in de lift. Genoeg om ernstig genomen te worden door instellingen als het Théâtre National. Hopelijk mogen we ons binnenkort dan ook verwachten aan avondvullende spektakels.
La Maison du Cirque
De opdracht van La Maison du Cirque is een platform te worden voor de promotie en de ontwikkeling van de circuskunsten in de Fédération Wallonie-Bruxelles. Het is de bedoeling dat iedereen er op elk moment van de dag informatie kan sprokkelen en advies krijgen. Een van de basisopdrachten van het centrum is ook het promoten van onze artiesten en het verdedigen van de belangen van de sector in binnen- en buitenland.
La Maison du Cirque is nog een jonge instelling. Ze werd opgericht in 2009 en verkeert nog steeds in een precaire financiële situatie. Voor het ogenblik wordt er hard gewerkt om dit instituut te verdedigen. Die redding is nodig zodat het nut van een dergelijk initiatief kan worden aangetoond. Het MDC is immers het perfecte discussieforum. Het vormt een uniek loket voor de promotie van het circus en voor dialoog, met name tegenover de buitenlandse partners. De meerwaarde voor onze circuskunstenaars is dan ook evident.
Besluit
Ik hou niet van besluiten, want een besluit wil zeggen dat je alles al gezegd hebt, dat je onderwerp een afgesloten hoofdstuk is. Terwijl het hier gaat om een nieuw begin.