‘Da gade gij ni bepalen.’ De intrede van de nieuwe Vlaamse minister-president ‘slash’ minister van cultuur ging niet onopgemerkt voorbij. De uitspraak bleek intussen ook niet zomaar een slip of the tongue maar de kern van het beleid van de nieuwe Vlaamse regering. Kritische stemmen worden brutaal de mond gesnoerd. De Vlaamse leeuw brult.
En bij brullen bleef het niet. De Vlaamse leeuwen kozen in hun eerste weken al enkele prooien uit om hun tanden in te zetten. Unia, het Vlaams Journalistiek fonds, het steunpunt mens en samenleving, de Vlaamse woonraad, de VRT en de gehele cultuursector. En ook al verslikte ze zich even in die laatste, het valt te vrezen dat dit nog maar het ideologische voorgerechtje is. Als hoofdgerecht kiezen ze vast voor een stevigere portie. Een ‘filet universiteit’, een ‘vakbondshaasje’ of een ‘mutualiteitsbout’.
De Vlaamse leeuw ziet zichzelf niet als dienende koning van het dierenrijk, maar als een (zelfverklaard) verlicht despoot. Het beeld van een donker verschraald land waar leeuwen en hyena’s samen regeren ten koste van alle andere dieren komt mij voor de geest. The Lion King als profetie (of als waarschuwing?). Be prepared.
Circus staat voorlopig niet in het lijstje van besparingsposten. En daar is een reden voor. Weinig te rapen in onze kleine sector, zegt u? Nee hoor. Als er één ding is waar leeuwen bang van zijn, dan is het van het circus. De plek waar hun gebrul loze salvo’s zijn, ter vermaak van het publiek. Waar ze opgevoerd worden als curiosa, getraind om zich tevreden te stellen met belachelijk kleine sokkeltjes om hun ooit zo krachtige lijven op te hijsen. De Vlaamse leeuwen mijden het circus omdat wij circusartiesten afstammen van leeuwentemmers. Ja, toch? Toch…?
Dit artikel verscheen in Circusmagazine #61 (december 2019) // Auteur: Toon Van Gramberen // Foto: Brecht Van Maele // Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be