>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #21 (december 2009). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteur: Maarten Verhelst
Een woensdagvoormiddag eind oktober, CC Nova, Wetteren. Compagnie Circ’ombelico neemt met ‘Dwarrel’ een honderdtal kleuters mee in een kleurrijke wereld vol fantasie en ontluikende liefde. Na afloop verwacht ik een oorverdovend applaus, maar dat valt tegen. Pas als ik rondkijk valt mijn frank: iedereen klapt wel degelijk uitbundig in de handen, maar driejarigen brengen op dat vlak helaas niet hetzelfde volume voort als volwassenen. Voor het applaus moet je het dus niet doen, kindervoorstellingen maken. Weer een belangrijk inzicht rijker!
Een paar uur later komen Iris Carta (25), Jef Naets (30) en hun hondje Zaza gewillig naar het Circuscentrum voor een uitgebreid interview. We willen het natuurlijk over ‘Da/Fort’ hebben, de nieuwe en – laat ons eerlijk zijn – veelbelovende productie van hun gezelschap Circ’ombelico, maar we halen eerst een oude koe uit de gracht.
Jullie eerste productie ‘Kruimels’ was geen onverdeeld succes?
Jef Naets: “We konden eigenlijk nog niets, maar we hadden heel veel goesting.”
Iris Carta: “Het was onze leerschool: zowel artistiek, circustechnisch, administratief als commercieel.”
Jef: “We zijn dikwijls met onze neus tegen de muur geknald. Het was in feite niet te verkopen. Het was een mooi idee, maar te naïef. Uit ‘Kruimels’ is natuurlijk wel ‘Dwarrel’ ontstaan: een zaalvoorstelling specifiek voor kleuters. Dat bleek enorm te werken én we vonden er onze nieuwe adem in, waardoor we ons volledig daarop zijn gaan focussen.”
Iris: “‘Dwarrel’ is supertof en we willen er nog graag mee naar het buitenland, maar we hadden ook zin om iets nieuws te doen, met een ander soort circus te beginnen. Ons hart ligt bij het échte circus: rondtrekken met de tent, naar de mensen toe gaan, locatieprojecten.”
En zo komen we naadloos tot bij ‘Da/Fort’, jullie nieuwe productie. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
Iris: “‘Da/Fort’ is een voorstelling in een oude vrachtwagen die we volledig renoveerden en ombouwden. Het is technischer en acrobatischer dan ‘Dwarrel’, subtieler en grauwer ook. Inhoudelijk gaat het over de beperktheid in ruimte.”
Jef: “Appartementsblokken zijn onze inspiratiebron: honderden mensen die op enkele vierkante meters bij elkaar wonen, elkaar totaal niet kennen, maar wel de baby van de buren horen huilen en het toilet van de bovenbuur horen doorspoelen. In feite gaat ‘Da/Fort’ over de schoonheid van de grijsheid van het bestaan.”
Een serieuze klepper is Titoune, acrobate in het Franse gezelschap Cirque Trottola, die instaat voor de regie. Hoe zijn jullie bij haar terecht gekomen?
Iris: “We volgen Cirque Trottola al enkele jaren en hadden al van in het begin het gevoel dat dit gezelschap in onze lijn ligt. Het is een erg eigenzinnig circus; artistiek doen ze hun eigen ding. In Frankrijk wordt zelfs gesproken van de ‘style Trottola’. Op een dag hebben we onze stoute schoenen aangetrokken en aan Titoune gevraagd of ze de regie wou doen van ons nieuw project. Ze vond dat we lef hadden – inhoudelijk dan, omdat we autonoom willen rondtrekken – en hapte toe. Ze is van oorsprong trapeziste; ‘Da/Fort’ is nog maar het tweede project dat ze regisseert.”
Met jullie vrachtwagen kunnen jullie als een rondreizend circus van dorp tot dorp trekken. Is dat ook effectief de bedoeling?
Iris: “We delen de visie van Titoune op het circus van vandaag: sommige circusmensen zijn tegenwoordig erg verwend en willen enkel in theaters of in de evenementensector spelen waar alle technische voorzieningen zijn. Maar daar komt circus niet vandaan: circus wíl spelen, circus gáát naar de mensen, circus wíl zelfvoorzienend zijn. Die ideologie volgen wij wel. Let op, we vinden het goed dat circus opengetrokken wordt en zijn zeker niet tegen zaalvoorstellingen. Maar het gaat ons om het teruggrijpen naar die reizende en geëngageerde spirit waar we ons hart aan hebben verloren.”
Jef: “Met ‘Kruimels’ hebben we ooit eens op eigen initiatief gespeeld in een gehucht in Zuid-Frankrijk. We maakten toen reclame met de megafoon in het dorp. Dat heeft ongelooflijk goed gewerkt: achteraf bedankten mensen ons met tranen in de ogen. Ze hadden nog nooit zoiets gezien en dachten dat het nooit voor hen zou zijn.”
Iris: “Het deed ons wel nadenken over het doel van circus: naar de mensen toe gaan.”
Jef: “Daarom dat we in ‘Da/Fort’ doelbewust voor deze structuur hebben gekozen. We willen de mogelijkheid om autonoom rond te trekken absoluut open houden, al hebben we als werkgever natuurlijk ook bepaalde verantwoordelijkheden ten opzichte van onze medewerkers.”
Een totaal andere vraag. Stel dat jullie door een speling van het lot plots Minister van Cultuur worden, wat zou jullie eerste beleidsdaad zijn?
Jef: (resoluut) “Ik zou de structurele subsidies voor theatergezelschappen afschaffen. Boem, tsjakka! Je ziet gewoon dat veel gezelschappen een voorstelling móeten maken, terwijl er eigenlijk geen inspiratie voor is.”
Iris: “Die produceren in plaats van te creëren.”
Jef: “Die produceren omdat ze geld krijgen en omdat ze volgend jaar opnieuw geld willen krijgen.”
Iris: “We spreken natuurlijk tegen onze eigen winkel aangezien we ook merken dat we absoluut niet de middelen hebben om bijvoorbeeld onze administratie of promotie uit te besteden. Dat neemt allemaal zoveel tijd in beslag dat je sowieso aan artistieke kwaliteit inboet. Maar structurele subsidies zijn puur artistiek-kwalitatief ook geen goede zaak. Ik vind het veel belangrijker dat een kunstencentrum subsidies krijgt, zoals Rataplan (sociaal-artistieke theaterwerkplaats in Borgerhout, red.) en het Circuscentrum. Subsidies voor organisaties die de samenwerking tussen gezelschappen bevorderen of die de omkadering van gezelschappen opvangen, waardoor het artistieke de volledige aandacht kan krijgen.”
Jef: “Als tweede beleidsdaad zou ik een overwinteringsplek voor nomadische circussen organiseren. Dat zou de kruisbestuiving tussen verschillende circussen alleen maar ten goede komen.”
Tot slot, zijn er artiesten of gezelschappen waar je naar opkijkt?
Jef: “Het is een klassieker, maar: Circus Ronaldo.”
Iris: “We bewonderen de Ronaldo’s heel erg omdat ze op artistiek vlak hun eigenheid hebben. Er zit een subtiliteit in, het is niet plat. En het blijft een écht circus, dat vind ik er ook zo bangelijk aan.
Jef: (na lang nadenken) “‘Appris par corps’ van Cie Un loup pour l’homme is de beste voorstelling die ik in jaren heb gezien. Heel straf, heel simpel, maar ze bouwen een ongelooflijke spanning op.”
We hopen van ‘Da/Fort’ hetzelfde! Bedankt voor het gesprek.