– Nathalie Allard – Foto’s: Tom Van Mele –
Het is een rustige jongen en een wat stiller meisje die me welkom heten in een wilde tuin met een huisje in Gent. Willem heft de tuintafel tot in de zon en schenkt zelfgemaakt appelsap uit. “Honderd kilo appels hebben we vorig jaar geperst. Dit zijn de laatste liters, maar binnenkort maken we nieuwe.” Naast circus verliezen beiden zich wat graag in zo ecologisch mogelijk leven. Geen wonder dat hun gezelschap Circus Katoen heet. “We zochten niet alleen een naam die leuk klinkt, katoen is vooral een zacht, natuurlijk materiaal waar we graag mee werken.”
Sophie Van der Vuurst de Vries (25) en Willem Balduyck (26) vormen niet alleen een duo als Circus Katoen, ze zijn ook een koppel. Beiden volgden ongeveer hetzelfde pad. Allebei zetten ze hun eerste stapjes in het jeugdcircus: hij bij Woesh in België, zij bij Circus Rotjeknor in Nederland. Willem wilde graag naar de professionele circushogeschool (ESAC) in Brussel, maar werd daar niet aangenomen. “Omdat ik te timide was,” blikt hij terug. “Dan ben ik een jaar tuinarchitectuur gaan studeren. Maar dat was veel te veel stilzitten en het idee dat dat nog meer computergericht zou worden, sprak me absoluut niet aan. Dus toen heb ik opnieuw audities gedaan. Bij Codarts in Rotterdam, de allereerste professionele circusopleiding in Nederland, was het meteen raak. Ik vond het een leuke sfeer uitademen daar en gelukkig mocht ik blijven.” Sophie vult aan: “Voor mij was de circushogeschool in mijn eigen stad een logisch vervolg op het jeugdcircus. We hebben vier jaar samen in de klas gezeten. Willem specialiseerde zich in diabolo, ik in handstand en samen deden we partneracro.”
Ze glimlachen naar elkaar. “We zijn niet meteen het prototype van een acrobatenkoppel. De man hoort zwaar en sterk te zijn, het meisje licht en dun.” Maar Willem is geen grote man met een bijzonder brede borstkas en Sophie steunt net zo vaak op haar armen als op haar benen, die zijn dus niet licht of dun. Meer nog: beiden hebben ongeveer dezelfde lichaamsbouw en wegen exact evenveel. Sophie: “Al van op school moesten we altijd creatief blijven nadenken en onze eigen dingen uitvinden: wat voor technische trucs passen er bij ons en bij ons lichaam. Niet andersom.”
As heavy as it goes
Met dat idee staan ze op de shortlist van CircusNext, het Europees ondersteuningsprogramma dat een nieuwe generatie getalenteerde circusmakers in de spotlights wil zetten. Eind november worden de zeven laureaten gekozen in Dommelhof in Neerpelt. Willem: “Onze nieuwe voorstelling gaat inderdaad over gewicht en de zoektocht naar de menselijke limieten. Wat kan een mens nog dragen en wanneer is het te veel? Die grenzen zoeken wij op. Net omdat we evenveel wegen, willen we kijken hoever we daarin kunnen gaan en wat dat met ons en een publiek doet.”
Maar verder dan een werktitel – ‘As heavy as it goes’ – en een eerste idee – ze gaan aan de slag met zandzakken – zijn ze nog niet. Sophie: “We willen met deze voorstelling een stapje verder gaan, onszelf ontwikkelen en op een andere manier te werk gaan dan met onze eerste voorstelling ‘Ex Aequo’. Toen werkten we heel concreet en was er een duidelijk verhaal: een koppel gaat voor het eerst samenwonen en dat brengt de nodige valkuilen met zich mee. Het uitgangspunt ‘gewicht’ is veel abstracter. Dat geeft veel vrijheid om nog allerlei richtingen te kunnen uitgaan, maar het is ook de reden waarom het zo moeilijk is om erover te vertellen, omdat we nog in een stadium zitten waarin alles kan en we nog alles kunnen omgooien. Vanaf nu sluiten we ons acht weken op om er intensief aan te werken. Met de materialen die we hebben en dat idee, zodat we iets overtuigends en vernieuwends aan de jury kunnen laten zien.”
Willem: “Het is een enorme kans die we krijgen. Mochten we geselecteerd raken, dan worden we op verschillende vlakken gesteund, niet alleen financieel.”
Sophie: “Ze brengen je in contact met internationale programmatoren en helpen je aan plekken waar je kan creëren, kan repeteren. Voor ons is dat gewoon een enorme hulp.”
Kan dat niet thuis, vraag ik hen. Ze wonen tenslotte in een paradijselijk stukje Gent. Willem: “Het is onmogelijk om er hier thuis niet mee bezig te zijn, maar buiten in onze tuin is er te veel afleiding en ben je heel erg afhankelijk van het weer. Afzondering in een ruimte zorgt voor een andere dynamiek. Soms zit je daar drie dagen en denk je: ‘Wat ben ik hier aan het doen?’ En dan ineens heb je een geweldige vondst. Circus is iets wat heel traag groeit. Eerst leuke ideeën ontwikkelen en dan de behendigheden die je onder de knie moet krijgen, dat kost tijd. Dat vergt oefening. Als je iets nieuws wil maken moet je tijd investeren. Je kan dat niet altijd forceren.”
Sophie: “Soms repeteren we hier wel in de tuin hoor.” (lacht)
“Die tuin was een van de voorwaarden om in de stad te wonen,” geeft Willem toe. “Ik ben een plattelandsjongen, Sophie is een stadsmus.”
Willlem wilde niet in Rotterdam blijven (‘Dat is mijn stad niet’) en Sophie had het wel voor de Belgische circusscène. Ze kenden Gent niet goed, maar de stad sprak hen wel aan. Toen zagen ze dit huisje en die tuin: het was liefde op het eerste gezicht. Willem: “We hebben de hele stad afgestruind, en toen we hier kwamen hebben we amper naar het huis gekeken omdat de tuin zo overweldigend was. We wonen hier nog met twee andere mensen en ook dat past in ons ecologisch denken. Je hebt maar één wasmachine nodig, je kookt voor vier, je deelt de afwas. En als we toeren is er iemand die voor de kippen kan zorgen.”
Groen Katoen
Dat is nodig, want met ‘Ex Aequo’ hebben ze er heel wat voorstellingen opzitten. Niet alleen in België en Nederland, ook in Frankrijk, Nederland, Duitsland, Engeland, Letland, … Maar toch houden Willem en Sophie het graag klein. “Met ons bestelwagentje waar al ons materiaal in past, toeren we van hot naar her. Vliegen proberen we zoveel mogelijk te vermijden, zo zijn we ook naar Riga gereden deze zomer. Daar hebben we twee dagen gespeeld en zes dagen later moesten we in Duitsland zijn. Zo hadden we heel veel tijd om toch ook iets van het land en de cultuur mee te pikken. Gewoon rijden en spelen, dat is niets voor ons. Het onderweg zijn is minstens zo belangrijk.”
Maar dat toeren, hoe ecologisch is dat dan? Willem: “Circus heeft op zich een grote ecologische voetafdruk, dus waar we kunnen, beperken we dat graag. Dat is ook de reden waarom we beslist hebben om een kleine auto te kopen en geen vrachtwagen, want dan begin je die toch maar vol te stoppen. Voor ons zijn het milieu en de natuur erg belangrijk. We zien ook vaak dat er veel verspilling is in een voorstelling.”
Sophie: “Ik hou absoluut niet van die wegwerpmaatschappij. We proberen steeds zo bewust mogelijk met alles om te gaan, waarom dan ook niet in onze voorstellingen? Het is gewoon erg logisch voor ons.”
Willem: “Wij denken er echt over na en werken met materiaal dat je nadien aan de kippen kan geven of op de composthoop gooit. Of met spullen die we gevonden of gekregen hebben. We willen het graag klein houden en zuinig leven. Zowel in het circus als in het dagelijkse leven.”
De vraag of ze zich in een groter gezelschap zien is bij deze ook beantwoord. Toch voor Sophie: “Omdat we zo op zoek zijn naar wat we willen en op welke manier we circus willen brengen, is het voor ons veel interessanter om zelf onze beslissingen te nemen. Dat kan bijna niet als je in een groter gezelschap zit.”
Willem nuanceert: “Als je onder een groter gezelschap verstaat: wij met een aantal vrienden, dan lijkt me dat zeker mogelijk. Maar als onderdeel van een grote machine lijkt me dat maar niks. Waar alles geregeld is …”
Sophie: “… dat is net wat we het leukste vinden: zelf dingen maken, creëren, zoeken.”
Wat is circus
Zoekend, ook in wat circus nu wel of niet is. Beiden denken er lang over na, wikken en wegen. Willem: “Ik vind mezelf alvast een circusartiest. Maar dat is omdat ik het fysieke en technische aspect ook heel belangrijk vind.”
Sophie: “Je laat iets zien wat moeilijk is. Wat niet iedereen kan en waar een risico aan vasthangt. Er moet een wow-gevoel zijn. Zo’n aspect zit er steeds in, of geeft je dat gevoel. Maar ook sfeer kan dat bepalen…”
Willem: “Er zijn voorbeelden genoeg van iemand die iets heel kleins brengt. Maar dat is dan zo goed bedacht, zo perfect getimed, dat ik dat veel indrukwekkender vind dan iemand die een technisch hoogstandje laat zien, zonder context. Het kopiëren van andermans trucs is niet meer wat mij op dit moment interesseert.”
Sophie: “Ik vind het net interessant dat het circus zo breed is en dat je daarbinnen zoveel mogelijkheden hebt. Iedereen is op zoek naar zijn eigen manier. En of het dan nog circus is of niet: een goeie voorstelling is belangrijk. Hoe je je ook uit. Zolang de circusgedachtegang erin verweven is.”
Ze zwijgt even, ordent haar gedachten. “Wij zijn vooral doeners, niet zo’n vertellers,” glimlacht ze. Willem geeft haar gelijk: “We willen niet alleen praten over een voorstelling, we maken ze gewoon. De creatie is voor mij zelfs lang belangrijker geweest dan het spelen zelf, want ik heb dat vroeger nooit echt leuk gevonden, op een podium staan. Die liefde voor de planken is pas op school gegroeid. Daarvoor was het vooral de techniek die me interesseerde.” Sophie heeft daar nooit zo’n probleem mee gehad: “Ik ben als persoon redelijk verlegen. Maar dat speelt niet als ik iets doe op het podium waar ik achter sta, dan voel ik me op mijn gemak.”
Maar eerst moet er dus gecreëerd worden, zodat ze eind november een work in progress van 20 minuten aan de jury van CircusNext kunnen laten zien. Willem: “Ik kijk ernaar uit, naar dat opsluiten. Door die vermoeidheid heen ontdek je soms heel bijzondere dingen. Ook als koppel. In zo’n creatieperiode kan dat wel eens moeilijk zijn, maar je weet wat je aan elkaar hebt. Je deelt de mooiste en de rotste momenten samen.” “Best wel spannend,” gaat Sophie verder. “De druk om bij de zeven laureaten te geraken is er ook wel, maar dat is goed, dat helpt. Al zal het af en toe zwaar zijn, letterlijk en figuurlijk. Maar de voorstelling komt er sowieso, of we nu wel of niet geselecteerd worden.”