– Xavier Depaepe –
Met pijn in het hart en een wrang gevoel in mijn buik las ik het interview met jullie in het vorige nummer van CircusMagazine. Toen we na de laatste verkiezingen de kranten uitplozen en vol goede verwachtingen uitkeken naar de nieuwe minister van Cultuur, sloeg ons hart een slagje over toen we uw naam zagen staan. Een positieve overslag. We hebben goede ministers gehad, minder goede ministers gehad, maar de minister die het meest voor het traditionele circus had gedaan, die kwam uit hetzelfde politieke nest als u. De verwachtingen waren en zijn groot. Die ene minister was trouwens ook de laatste die we effectief in onze circustent gezien hebben. Ik spreek over heel wat jaren terug. De legislatuur is natuurlijk nog niet om en ik kijk vol verwachting uit naar uw bezoek in onze circustent.
De Vlaamse circussen, of ze nu enkel uit familie bestaan of met een volledige internationale compagnie reizen, doen het op dit moment goed. Er is geen tanende publieksbelangstelling, er zijn geen financieel slechte papieren en dankzij het Circuscentrum is de problematiek met steden rond geschikte staanplekken zo goed als helemaal verdwenen. Dus misschien werd u door de manier waarop u bevraagd werd over de traditionele circussen een beetje misleid. Dat het publiek niet meer in de aantallen komt waarmee ze naar het circus kwamen in uw kindertijd is normaal. Ondertussen zijn er in elke gemeente ongeveer vijf verschillende jeugdbewegingen en voor elke sport die je maar kan bedenken is er een club. Laat ik dan de concurrentie van de videospelletjes en de televisie maar niet bovenhalen. Dus ja, de bezoekersaantallen zijn sterk achteruitgegaan, maar elk slim circus heeft daar goed op ingespeeld. We zetten goed in op de sociale media, we werken samen met grote bedrijven die de volledige voorstelling afkopen en we doorkruisen het land van oost naar west en van noord naar zuid op zoek naar volle tenten.
Ik ga er niet over liegen, het circus is een romantische wereld. Je woont in een woonwagen, die staat rond die mythische circustent waarin alle magie plaatsvindt. Je leeft samen met familie, seizoensartiesten, arbeiders uit het vorige Oostblok en de laatste dieren die het circus nog rijk is. Je hebt elke week een nieuwe tuin, elke week andere buren en elke week nieuwe nieuwsgierige kinderen die komen uitvogelen welke talen er gesproken worden en uit welk ver land die nummerplaten nu toch eigenlijk allemaal komen. We spelen allemaal samen een zo mooi mogelijke voorstelling waarbij we proberen onze hooggeëerde bezoekers mee te nemen naar de droomwereld die we proberen te creëren.
Maar u hebt gelijk, de administratieve rompslomp, die is er soms eens te veel aan. Ze hoort er nu eenmaal bij. Net zoals het bier dat bij het café hoort. En gelukkig heeft er ooit iemand het idee gehad om de doodsimpele pils te maken. Want op dat idee zijn alle speciale bieren gebrouwen. Net zoals het grote nieuwe, moderne of hedendaagse circus gebrouwen is op het recept waarmee wij nog steeds ons traditionele circus brouwen. Wij brouwen onze pils tot de dag van vandaag zonder enige vorm van subsidie en we doen het goed. Het kan makkelijker, maar we blijven vooruitgaan. The show must go on, met of zonder subsidie. Maar wees eerlijk, meneer Gatz, elk speciaal bier kent zijn liefhebbers, maar wie kan er nu niet genieten van een frisse, simpele pils?