>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #45 (december 2015) en in iets gewijzigde versie in Acc’enten
>> Auteur: Liv Laveyne
>> Voor overname artikel: contacteer maarten[at]circuscentrum.be
Open monden van verbazing. Verwonderde kreten. Ontroering in de ogen. Een staande ovatie. Belgisch kampioen goochelen, Kurt Demey, laat in zijn nieuwste show ‘Ongekende evidenties’ alles aan het toeval over. Of toch niet? Een trip doorheen de kunst van het mentalisme.
Een verhaal uit Amerika. Twee gezinnen trekken op dezelfde dag naar Disneyland en laten er een foto nemen. Twintig jaar later stapt een koppel in het huwelijksbootje. Op het feest worden foto’s uit de oude doos getoond. Op een foto de bruid, in de achtergrond ziet de opmerkzame schoonvader zijn zoon, de bruidegom, in de buggy. Het lot of stom toeval?
Een houten boomstructuur, bokalen gevuld met zand, een fles en een dobbelsteen, veel meer heeft Kurt Demey niet nodig om je met ‘Ongekende evidenties’ een bevreemdende trip in het theater te bezorgen (en enkele toeschouwers zelfs tot ver buiten het theater, maar meer verklappen we niet). Blote voeten onder pak, blonde haren, minzame glimlach en warme hypnotiserende stem: Demey heeft iets van een sekteleider, ware het niet dat hij van zijn bijeenkomst geen spektakel maakt maar pure poëzie. Zo leidt hij je binnen in zijn universum, met contrabasspeler Joris Vanvinkenroye als stuwende ondertoon. Vraag je je in het begin nog af wat je met die foto in je hand doet, op het einde ruimt de vraag ‘Hoe flikt hij dat nu weer?’ plaats voor een gevoel van uniek samenkomen.
Demey is op zijn zachtste gezegd een buitenbeentje in de wereld van de ‘goochelarij’. Afkomstig uit de beeldende kunsten heeft hij zich sinds een tiental jaar onder de naam Rode Boom verdiept in de wereld van mentalisme en nouvelle magie. Zijn voorstellingen zoals ‘De gehoornde man’, ‘In de lucht’, ‘La ville qui respire’ of nu ‘Ongekende evidenties’ houden het midden tussen theater, illusionisme en getuigen van een – typisch Belgisch? – surrealisme. Geroemd om zijn kunde en kunst tot ver buiten onze landsgrenzen mag hij zich sinds kort ook de nieuwe Belgisch kampioen goochelen noemen. Hij kreeg die titel voor originaliteit en ‘de onbegrijpelijkheid van het geheim’. Geen goochelaar of jurylid kon immers het geheim van zijn nieuwste uitvinding achterhalen.
“Ik bracht er samen met Stefan Paridaen, een jong talent uit Antwerpen, iets atypisch wars van de showbizz waarin veel goochelarij nog vastzit. Het deed deugd om te merken dat het niet langer meer gaat over de snelheid van je kaarttruc, of de look van je kostuum of je schoenen. Dat lijkt misschien evident, maar Stefan is bij een eerdere deelname ooit punten afgetrokken geweest omdat hij baskets onder zijn pak aanhad!” lacht Demey. “Mentalisme is eigenlijk gedoemd om nooit een goochelaarsprijs te winnen. Want gaat het bij goochelen om het tonen van een truc, dan boogt mentalisme net op het niét tonen van de truc. Het effect komt pas achteraf.”
Mentalisme …
… is een vorm van amusement waarbij de artiest (mentalist) de illusie wekt dat hij over buitengewone mentale vaardigheden en vermogens beschikt. (definitie Wikipedia)
Magie, goochelarij, illusionisme, mentalisme, hekserij, paranormaliteit (als dat al bestaat). Vaak wordt het allemaal op één hoop gegooid. “Het goochelen heeft zijn wortels in het circus, maar het is een paraplu voor veel genres. Er is het illusionisme zoals we dat kennen van David Copperfield met de grote verdwijntrucs, er is de street magic met kleine kaarttrucs en balletjes onder de beker, en dan heb je ook nog het mentalisme waarin je de illusie schept dat je gedachten kan lezen. Cruciaal in de evolutie van het mentalisme is een figuur als Derren Brown geweest, die de claim van ‘gedachten lezen’ heeft verlegd naar de psychologie. Als mentalist maak je gebruik van heel wat technieken: conditionering, suggestie en associatie, cold reading, muscle reading… Mensen geven veel prijs, niet zozeer door wat ze zeggen, maar hoe ze het zeggen, hun lichaamstaal. Het is een kwestie van dat te leren lezen. Daar is niets paranormaals aan. Ik ben blij dat dit besef ook groeit bij het publiek. Ik kreeg vroeger geregeld vragen tot duivelsuitdrijving en contact met overledenen en dat is gelukkig fel geminderd.”
“Magie is aan een hernieuwde opmars bezig in Europa en ook België volgt daarin stilaan. Het beeld van de stoffige goochelaar in pandjesjas wordt langzaam bijgesteld. Dat heeft te maken met enerzijds een paar nieuwe Angelsaksische namen die groot geworden zijn via televisie en internet zoals Derren Brown en de jonge Dynamo – noem hem gerust de Justin Bieber van de goochelarij maar dan straffer. Maar ook door bijvoorbeeld een tv-serie als The Mentalist of bij ons een stand-up comedy mentalist als Gili. Zij hebben het goochelen weer sexy gemaakt. Aan de andere kant – wars van de populaire markt – heeft zich in Frankrijk in de artistieke hoek de magie nouvelle ontwikkeld waarbij de technieken van illusionisme en mentalisme met theater verweven worden. Ook een gezelschap van bij ons zoals Peeping Tom maakt daarvan gebruik.”
“Hoe doe je dat nu? Ik vind het niet erg dat mensen zich dat afvragen, het is deel van het spel. Maar ik vind het soms jammer dat het in de pure mentalismeshows vaak de beleving in de weg lijkt te staan. Dat bij het publiek de frustratie van het niet kunnen vatten het overneemt van de verwondering. Daarom dat ik het theater zo’n fijne plek vind om aan mentalisme te doen. Theater is sowieso een spel tussen fictie en de realiteit van het zijn. Vandaar dat ik zelf ook steeds vaker samenwerk met mensen uit het theater zoals nu voor de nieuwe voorstellingen van dichteres Maud Vanhauwaert en acteur Valentijn Dhaenens (SKaGeN). Ik wil graag mijn kennis delen en, in plaats van uit te gaan van de bestaande trucjes, op vraag iets ontwikkelen. Zeg wat je wil dat er kan gebeuren, en ik zorg dat het gebeurt. Of ik dat ei kwijt kan dan wel in theater, circus of in installaties zoals er ook nu in ‘Ongekende evidenties’ enkele zitten, dat maakt op zich niet zoveel uit. Als je buiten het hokje van een mentalismeshow een dergelijke truc toont, dan wordt het plots een soort magisch realisme waarmee je de werkelijkheid injecteert. Het is die echte verwondering die ik wil opzoeken. Zoals het kleine broertje dat aan zijn grote broer aan de keukentafel vraagt om een suikertje te toveren. Het mooiste is wanneer als bij toeval iets magisch ontstaat.”
“Dat magie terug zo populair is, heeft – denk ik – ook veel te maken met het tijdsgewricht waarin we zitten. Mensen zijn op zoek naar zingeving, niet zozeer vanuit een religieuze maar spirituele omgang met de dingen, niet zweverig maar vanuit een nuchterheid waarbij het niet gaat over wat echt of onecht is, maar wel over hoe we het onvatbare een plaats kunnen geven. Zoals we ook de maan of een kunstwerk ‘magisch’ kunnen vinden.”
Toeval…
… is een gevolg van een oorzaak die ons is ontgaan. (Voltaire)
“Met ‘Ongekende evidenties’ hebben we ons echt aan een sprong in het duister gewaagd. Joris (Vanvinckenroye, LiLa) vond het jammer dat onze eerdere voorstelling ‘De gehoornde man’ telkens in hetzelfde einde resulteerde, en vroeg zich af of het niet mogelijk was om meer aan het toeval over te laten. Het leidde ons tot de vraag wat dat dan is, toeval? Vanuit meer filosofische hoek wordt het vertaald als het onberekenbare lot, in de wiskunde hangt het net samen met kansberekening: hoeveel mogelijke toevalligheden zijn er? Hoe kunnen we het toeval manipuleren? Het bracht ons tot de hogere wiskunde, waarin gewag wordt gemaakt van een vierde, vijfde en zelfs zesde dimensie, en boeken als ‘Flatland’ (1884) van Edwin Abbot.”
“Je zou in principe perfect kunnen berekenen hoe een boom zal groeien als je rekening houdt met alle karakteristieken van de boomsoort en zijn omgeving, de bodemsamenstelling, het klimaat, … maar er moet maar één iemand een takje van de boom kraken om de loop der dingen te veranderen. De enige factor die we niet kunnen berekenen is de wil. Zolang er wil is, zal toeval altijd geschieden.”
“Dat besef was in tegenstelling tot wat ‘Ongekende evidenties’ als titel doet vermoeden, geen evidentie om een voorstelling op te bouwen. Het moest immers lijken alsof ik alles in handen van het publiek leg, dus ik kon niet rekenen op de klassieke trucs van het mentalisme. In plaats van, zoals meestal het geval is, te kijken wie ontvankelijk, makkelijk leesbaar én manipuleerbaar is, laten we via een draai aan de fles – zoals een Russische roulette – het aan het toeval over wie uit het publiek wordt gehaald. Dat is ook de sterkte van deze show, de verbinding die je maakt met het publiek, namelijk dat het het eender wie kan zijn die gekozen wordt. De toeschouwers zijn mijn medespelers, niet mijn marionetten. De instructies die ik hen geef zijn daarbij gigantisch belangrijk. Anders werkt het niet. Doorgaans kan je dat in de animatie verweven, maar binnen een theatrale setting kan het enkel via tekst en subtekst.”
“Het meest boeiende voor mij is wat ik – bij gebrek aan een goed Nederlands woord – de décalage noem. Het is het moment waarop de truc zich heeft geopenbaard en je als toeschouwer merkt dat je brein dat niet kan vatten. Dat is het meest interessante ogenblik omdat je dan op een tweesprong belandt. Of je kan proberen een verklaring te zoeken, hetgeen interessant is omdat het je met je eigen beperkingen confronteert en aantoont dat je gezond verstand en je zintuigen waarop je hebt geleerd te vertrouwen, niet genoeg zijn om een fatsoenlijk beeld van de werkelijkheid te krijgen. Of er is de andere weg, die van het loslaten en je laten binnenleiden in een poëtische surreële wereld. Beide beslissingen zijn even valabel, maar maken dat je de voorstelling anders beleeft.”
“Wij mensen hebben in tegenstelling tot de neushoorn geen grote hoorn gekregen, maar wel een hoofd met grote hersens vol verbeelding. Het is goed om dat af en toe op losse schroeven te zetten. De kracht van verbeelding is enorm. Het is niet voor niets dat andere kennisvelden zoals de reclame maar ook de wetenschap steeds meer beroep doen op de kennis van mentalisten. Neem nu de bekende zeven-secondenregel (mensen vergeten iets na zeven seconden), dat is een belangrijke vaststelling. Ook de medische wereld benut onze kennis om mensen te ‘foppen’. De kracht van placebo’s is al meermaals aangetoond. Maar dat verbeelding ook een gigantisch belangrijke factor is in een genezingsproces, daar zijn steeds meer dokters van overtuigd.”
Liegen…
Voor wie te veel weet is het moeilijk niet te liegen. (Wittgenstein)
Was het toeval of niet? Zo is ook Demey de wereld van het mentalisme ingerold. “Ik ben er in 2000 mee begonnen, nadat ik ‘toevallig’ van een vriendin het boek ‘Reizen door de onderbuik van India’ (Tahir Shah) had gekregen. Ik leerde yogi trucs als hoe je je hart kan doen vertragen of stoppen. Ik bedacht hoe interessant het kon zijn om met al die kennis de scène op te gaan en hoe je – zeker als je het showelement weglaat – er in feite nog een veel straffere ervaring kon van maken. Zo ontstond mijn eerste show ‘De Gehoornde Man’ (2006), een voorstelling waarmee ik nog altijd toer.”
“Er zijn enorm veel boeken en ook op het internet vind je een schat aan informatie over mentalisme. Er zijn internationale congressen wereldwijd én we hebben ook een Vlaamse mentalismeclub. Het is een geheim vennootschap, maar vooral ook hechte vriendenkring, waarin we in opperste vertrouwen geheimen delen. De leden zijn niet allemaal performers, maar komen ook uit andere branches. Lid worden kan niet zomaar: je moet het vertrouwen winnen, een toelatingsproef doen, … Waarmee ik niet wil zeggen dat we een obscure tovenaarsclub zijn! Ik ben ervan overtuigd dat iedereen mentalist kan worden, net zoals iedereen contrabas kan leren spelen. Maar om écht goed te worden, moet je gepassioneerd zijn door je vak en je voortdurend willen bijschaven. En het helpt natuurlijk ook wel een beetje als je enige aanleg hebt tot veel dingen tegelijk kunnen en goed kunnen liegen.”
Of Demey nooit zijn talent ook naast de scène gebruikt/misbruikt? “Dat doe ik nooit, dat hoeft ook niet. Als mens voelen we lichaamstaal intuïtief aan. Zo zijn we gewoon om gevaar te ruiken. Ik heb eenmaal in mijn leven, in een noodsituatie, mijn skills als mentalist gebruikt. Toen ik op reis in India plots een revolver tegen mijn hoofd gedrukt kreeg, en ik door heel rustig op de overvaller in te praten en mijn stemtimbre te verlagen, het gevaar heb afgewend tot ik uiteindelijk zelf met de revolver in mijn hand stond. Ik heb de lader leeggeschoten en het wapen teruggegeven. Maar of dat een koelbloedige daad van non-agressie dan wel mentalisme was…”
Dit interview verscheen eerder in een licht gewijzigde versie in het cultuurmagazine Acc’enten.
Liv Laveyne