Minder is overduidelijk meer voor Samuel Bey en Niels Reynaert. Spelplezier en blauwe groentebakken, daar draait alles om. Ze houden het subtiel en tonen de condition humaine in al haar lichtheid. Hun eersteling ‘No Way Back’ is na een hobbelig creatieparcours helemaal af en verfrissend goed. Al is de naam van hun gezelschap misschien nog net iets beter. Zo fout dat het weer geniaal wordt: Duo Berlingo.
>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #55 (juni 2018). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be
>> Auteur: Bram Dobbelaere // Foto’s: Michiel Devijver
Belangrijkste vraag eerst: wie heeft die geweldige naam bedacht?
Niels Reynaert: “Euh… Schuldig, vrees ik.”
Samuel Bey: “Het was oorspronkelijk meer als grap bedoeld. We hebben héél lang ons hoofd gebroken over intellectueel klinkende namen en over woordspelingen met ‘Cirq’ in de naam. We hebben moraliserende, wereldverbeterende namen zoals ‘Cie Wake Up’ overwogen en volslagen vadsige en foute namen. Op het eind bleven er nog twee namen over.”
Welke andere naam was ook nog in de running?
Niels: “Helaas vergeten, maar toen we onze allereerste, tien minuten durende try-out speelden in Las Bobinas (de legendarische underground circuswerkplaats in Zulte, red.), heeft Hans Vanwynsberghe ons dilemma verwerkt in z’n presentatie. Het publiek reageerde beduidend enthousiaster bij de naam Duo Berlingo.”
Dus het publiek heeft voor jullie de knoop doorgehakt?
Niels: “Ja, maar we hadden op dat moment natuurlijk ook allebei een identieke grijze Citroën Berlingo. We reden daarmee naar onze allereerste optredens en al ons materiaal paste daar wonderwel net in. ‘Berlingo’ klonk ook bijzonder goed na het woord ‘duo’. We vonden het in elk geval onzin om onszelf ‘compagnie’ te noemen terwijl we maar met z’n tweeën waren.”
Jullie bleven met z’n tweeën over na een eerdere creatiepoging met een bus en vriendinnen en dan geen bus en geen vriendinnen… Is Duo Berlingo het logische vervolg?
Niels: “We zijn inderdaad eerst een creatie begonnen met z’n zessen, daarna gingen we verder met drie, en uiteindelijk bleven wij met z’n tweeën over.”
Samuel: “We wilden aanvankelijk een voorstelling maken met en in onze tourbus.”
Niels: “Het was net duidelijk geworden dat Samuel en ikzelf alleen overbleven. We stonden in de wachtrij om onze bus te laten keuren, en we waren de praktische rompslomp grondig beu. Het echte creëren bleef maar uitgesteld worden, door motorpech of andere mechanische problemen.”
Samuel: “We zijn eigenlijk een jaar lang mecanicien geweest en we waren met de creatie geen stap vooruit gekomen.”
Niels: “Net voor we de keuring binnenreden hebben we besloten om de bus te keuren voor verkoop. We wilden er echt vanaf.”
Samuel: “Die bus was op zich een fijn project, maar nam praktisch en organisatorisch simpelweg te veel plaats in.”
Niels: “Daarna hebben we er ook nog even aan getwijfeld of we überhaupt nog verder wilden gaan. We waren al erg lang bezig en het project met z’n zessen was op een sisser afgelopen.”
Weten jullie waarom dat grote project mislukt is?
Niels: “Ik denk dat het een combinatie van factoren was. Iedereen zei ons ‘Maak geen voorstelling met jullie vriendinnen’ of ‘Maak geen voorstelling met die bus.’ Wij deden het toch. Het was effectief iets waar we door moesten. Wij hadden in elk geval niet de ervaring om dat project te doen lukken, en we slaagden er niet in om iedereen op dezelfde lijn te krijgen. Mochten we nu een nieuwe voorstelling maken, we zouden het waarschijnlijk ook weer anders aanpakken. Dat heeft te maken met professioneler worden denk ik, of nuchterder worden.”
Samuel: “Het was een proces waar we door moesten, tot alles samenviel: de juiste persoon, de juiste omstandigheden, de juiste ingesteldheid. Wij bleken uiteindelijk de twee ‘zotste’, bereid om samen in een repetitiekot te kruipen tot je elkaar bijna de nek omwringt.”
Naast jullie twee spelen jullie groentebakken een belangrijke rol in de voorstelling. Hoeveel zijn het er precies?
Niels: “52!”
Samuel: “58! Zeven stapels van acht bakken! Want zeven maal acht is… euh, dus 56!”
Hoe zijn die in de voorstelling geraakt?
Niels: “Toen we nog met z’n tweeën overbleven, zijn we impulsief in één van onze Berlingo’s gesprongen en zijn naar de Drômestreek in Frankrijk gereden voor een drietal weken, met wat jongleerkegels en onze bagage in blauwe groentebakken. Na enkele dagen was de goesting om iets te maken terug en de blauwe bakken die we al zolang meesleurden, als handig transportmiddel, trokken onze aandacht.”
Samuel: “Elk circusproject betekent: veel materiaal heen en weer zeulen en in- en uitladen. Je hoeft het dus niet altijd ver te zoeken. Die bakken maakten deel uit van onze leefwereld. Het leek ons allebei een fantastisch idee om daarmee aan de slag te gaan.”
Niels: “We hebben daarna wel eerst alle soorten bakken geprobeerd. Grote bakken, kleine bakken, houten mandarinekistjes waarmee je gigantische torens kon bouwen… Na twee weken experimenteren zijn we uiteindelijk terug beland bij de bakken die al van in het begin in onze auto’s zaten.”
Samuel: “Het zijn eigenlijk veilingbakken, die tegen 3,86 euro statiegeld aan fruit- en groentehandels gegeven worden.”
Niels: “Die bakken zijn dus eigenlijk ook niet echt officieel van ons. Je kunt ze niet ‘bezitten’, ze blijven eigendom van de veiling, ook al houd je ze tien jaar bij.”
Samuel: “Heel handig eigenlijk, er zijn tijdens de creatie meerdere bakken gesneuveld, maar die kun je terugbrengen en dan krijg je je geld ook terug.”
Niels: “En aangezien ze ook niet echt van iemand zijn, vindt niemand dat erg.”
Samuel: “Groothandel groenten en fruit ‘Bij Rosa’ uit Brugge is en blijft onze hofleverancier!”
Enig idee hoeveel groentebakken er intussen al gesneuveld zijn voor de kunst ?
Niels: “Heel veel, maar het is wel moeilijk om ze echt kapot te maken. We hebben van een van onze coaches, Roberto Magro, de opdracht gekregen om te proberen een bak echt volledig kapot te maken. We zijn naar buiten moeten gaan om er met betonblokken en picknicktafels op te rammen. Uiteindelijk zijn we er met een van onze Berlingo’s over gereden, en zelfs dan was-ie enkel wat verwrongen.”
Samuel: “Een bak echt in stukken krijgen was onmogelijk. Het was een zalig moment, want we zaten toen in een moeilijke periode, we waren onze bakken kotsbeu en we zijn als twee neanderthalers te keer gegaan. Een enorme opluchting.”
Niels: “Eigenlijk waren we met drie neanderthalers, want Roberto is enthousiast beginnen meedoen.”
Roberto was een van jullie coaches? Er zijn er dus meerdere geweest?
Niels: “We hebben geen echte vaste coach gehad. Roberto Magro is even langs geweest, Sander De Cuyper heeft op verschillende momenten in de creatie geholpen, we hebben twee dagen met Claudio Stellato gewerkt, en heel even met Micheline Vandepoel.”
Samuel: “We hebben vooral veel zelf gedaan. Niet gemakkelijk, want je legt constant de druk bij elkaar. Het was zoveel gemakkelijker als we met iemand werkten.”
Niels: “We hebben dat sowieso te weinig gedaan. We hebben veel op elkaars kap gezeten.”
Samuel: “Over elke seconde moet je 100 keer nadenken, je blijft naar elkaar kijken en je geraakt niet verder in de discussie.”
Jullie lijken in een soort eindeloze creatie te zitten, waarbij jullie tegelijk spelen en (her)creëren. Een bewuste keuze?
Niels: “We hadden echt geen zin in een vol jaar enkel creëren. We kwamen al van zover. We voelden allebei: ‘Als we niet snel wat spelplezier beleven, zullen we die creatie gauw beu zijn.’ We zijn vroeg gestart met een reeks try-outs, en daarbij hebben we de grotere festivals vermeden.”
Samuel: “Er zat echt wel een plan achter: zes maanden creëren, uitproberen op kleine festivalletjes, en daarna zien wat we nog konden of moesten veranderen. We hebben uit die eerste zomer enorm veel geleerd. Wat er nog niet aan klopte, hebben we dit voorjaar aangepakt.”
En nu is de voorstelling echt af voor jullie?
Niels: “We hebben geen officiële première of zo, maar we voelen allebei aan dat dit de definitieve versie is.”
Samuel: “We staan er nu allebei ook echt honderd procent achter. Het is ook zo gelopen omdat dit de allereerste keer is dat we zoiets doen, vanuit een soort jeugdige bravoure, zonder handleiding. Dit leek ons het beste. Veel dingen konden zeker anders en beter, maar dit is het pad dat we gekozen hebben.”
Hebben jullie alles gevonden wat er te vinden valt met de bakken of is er nog meer?
Samuel: “Er zit misschien tien procent van wat we gevonden hebben in de voorstelling.”
Niels: “We hebben nog bakken materiaal…”
Samuel: “We hebben heel veel gecreëerd en alles gefilmd. Uren en uren beelden van nog geniaal materiaal dat helaas de selectie niet heeft gehaald.”
Waarom niet?
Niels: “Veel ervan bestaat uit technische, mooie constructies, die nergens in de voorstelling lijken te passen. Als we het proberen, voelt het te geforceerd en te geplakt aan. Soms is het gewoon ook te omslachtig om van de ene bestaande constructie naar de andere te geraken, of kunnen we de weg ernaartoe niet interessant genoeg maken.”
Heeft het ook iets te maken met het feit dat jullie in open lucht spelen?
Niels: “Dat is inderdaad wel een reden waarom sommige vondsten het niet gehaald hebben, omdat we er een te perfect rechte effen ondergrond voor nodig hebben. De mooiste of zotste constructies lukken buiten gewoonweg niet. So be it.”
Samuel: “Maar de hoofdreden blijft dat de afzonderlijke stukken in de voorstelling elkaar nu logisch lijken op te volgen en dat het andere materiaal daar niet op die manier in past.”
Ook niet evident voor een buitenvoorstelling: de stilte in jullie voorstelling, enkel onderbroken door één klassiek muziekstuk.
Samuel: “Dat is vooral Niels’ werk. We hebben van alles geprobeerd van genres, van elektronisch over hip hop.”
Niels: “We proberen ons spel zo minimalistisch mogelijk te houden, en de focus van de voorstelling ligt daarop. Daarom praten we ook niet tijdens de voorstelling.”
Samuel: “We geloven ook dat de situatiehumor die we brengen krachtig genoeg is zonder extra soundtrack.”
Jullie parcours mag dezer dagen atypisch genoemd geworden: er is geen circushogeschool of andere artistieke opleiding te vinden op jullie CV. Voelen jullie dat als een gemis?
Niels: “Ik had wel graag een opleiding gevolgd. We hebben allebei lang lesgegeven, en ik had op een bepaald ogenblik echt zin om te spelen. Ik heb veel creaties en producties begeleid met de leerlingen en de goesting om zelf te spelen groeide mee. Ik heb met het idee gespeeld om de opleiding bij l’Ecole Jaques Lecoq (bekende Parijse Theateropleiding, red.) te volgen of een circusschool in Spanje te vinden waar ze wel nog ‘oude zakken’ binnen laten. Na de vorige zomer, waarin we de eerste try-outs gedaan hebben, stond ik echt op het punt om voltijds naar de school van Jacques Lecoq te trekken. Ik heb er uiteindelijk een stage van een week gevolgd, en die was geweldig, maar het idee om effectief twee jaar in Parijs te gaan wonen zag ik niet zitten. Uiteindelijk hebben we allebei beslist: ‘Foert, we leren het wel op straat.’ Mijn zelfvertrouwen was ook niet groot genoeg om te zeggen: we creëren een jaar en dan brengen we het resultaat met de grote trom naar buiten. Ik heb daar met mijn productiegroepen ook nooit echt in geloofd. Zo snel mogelijk spelen, en op je bek durven gaan! Veel mensen hebben ons gezegd: wacht er nog een jaar mee. En ze hadden waarschijnlijk gelijk, het is misschien wel een goed idee om een jaar lang zonder druk aan iets te werken.”
Samuel: “We hebben over het algemeen niet te veel naar alle goeie raad geluisterd, maar vooral onze zin gedaan… Zelf heb ik in het middelbaar veel toneel gespeeld, maar ik heb daarna architectuur en productontwikkeling gestudeerd. Alles keurig afgewerkt, maar dat werk bleek vooral veel tijd voor een computerscherm in te houden, en op een of andere manier moest deze voorstelling gebeuren. De goesting komt op een bepaald moment van zo diep dat je niet anders kunt. En ik geloof ook wel dat het heel krachtig is als je wat tijd neemt en zoiets niet op je achttiende beslist. Dat je heel bewust voor die keuzes gaat als je wat ouder bent. Op je achttiende ben je weliswaar heel receptief om fysiek en motorisch bij te leren, maar toen ik voor mijn studies heb gekozen was ik nog heel erg jong van geest en wat stelt die keuze dan voor? Als je ouder bent is die keuze, ook financieel, veel moeilijker, maar daarom misschien wel bewuster.”
Niels: “Wat niet wil zeggen dat het minder stresserend is. Stoppen met je job op je dertigste om een voorstelling te maken met wat blauwe bakken. Geen inkomen meer, je familie en vrienden die hun bedenkingen hebben… We moesten ons wel bewijzen.”
Tegenover iedereen die kritisch tegenover die keuze stond?
Niels: “Ook vooral tegenover onszelf. Je wil het goed doen, want je moet jezelf overtuigen van de keuze die je gemaakt hebt, een keuze waarvan je niet honderd procent zeker bent of het de juiste was. Maar op het moment dat je aan het spelen bent, valt alle twijfel weg.”
Jullie combineren Duo Berlingo af en toe met andere jobs, maar jullie zouden het liefst fulltime spelen?
Niels: “Absoluut. Met deze voorstelling of een volgende. Spelen, ik wil echt spelen.”
Samuel: “Da’s het beste wat er is.”
De dynamiek van een komisch duo is altijd heel bijzonder en specifiek. Hoe is jullie rolverdeling?
Samuel: “We hebben zodanig veel van onszelf in de voorstelling gestopt dat onze verhouding op scène dezelfde is als naast de scène. Sowieso breng je maar één procent van de tijd samen door op het podium, en negenennegentig procent ernaast. We brengen op scène een licht karikaturale versie van hoe we naast de scène met elkaar omgaan.”
Niels: “Er zit inderdaad heel veel van onszelf in, en we zijn ook nog zoekende naar die rolverdeling. Samuel is van nature uit veel nauwgezetter, ik ben veel slordiger: die dynamiek zit er zeker in. Samuel is misschien ook wat strenger, terwijl ik meer speelser ben en uitdagend. We hebben in elk geval gezocht naar het grote kind in ons, we gaan kinderlijk volledig op in ons spel. We hebben zeker geen strenge august/witte clown-verdeling.”
Samuel: “Ook naast de scène zijn we nog zoekende. Alles is nieuw, dus we vragen ons constant af: ‘Hoe werkt zo’n gezelschap eigenlijk?’ Dat op zich is al een heel interessant proces…”
Tijd voor een Duo Berlingo-liefdesverklaring. Wat vinden jullie elkaars sterkste punten, op scène of ernaast?
Niels: “De sterkste kant van Samuel op scène is zijn smoelwerk.”
Samuel: “Niels heeft een heel coole uitstraling op het podium en hij beweegt ook heel goed. En daarnaast is zijn grootste kwaliteit dat hij gek genoeg is, op de juiste manier. Gek genoeg om zoiets met mij te willen ondernemen, om mij als collega te aanvaarden. Want iedereen is op een bepaald moment al eens een eikel en al eens een doetje, en het gaat erom de meningsverschillen te overbruggen, en elkaar te aanvaarden zoals je bent.”
Niels: “Samuel heeft ook een ongelooflijke zin voor afwerking, hij is zeer ‘clean’ op scène. En we kunnen allebei echt uren discussiëren over één seconde van de voorstelling. We hebben per slot van rekening een jaar gewerkt aan een voorstelling van 40 minuten…”
Nog een laatste vraag, en niet onbelangrijk voor dit interview: schrijf ik groentebakken of groentenbakken?
Samuel: “Het zijn veilingbakken.”
Niels: “Blauwe bakken. Ik denk dat het ‘groentenbakken’ is… Het probleem is dat wij ze niet meer zo noemen, voor ons zijn het geen groentebakken meer. Er zijn net iets te veel mensen die met dezelfde nuttige tip voor de voorstelling zijn gekomen: “Waarom doen jullie geen groenten in de bakken? Jullie zouden verkleed kunnen zijn als marktkramers!”
Hoe noemen jullie ze dan wel?
Samuel en Niels: “Bakken!”