Niet alleen voor het circus, ook voor Circuscentrum verandert er heel wat. Het wordt een steunpunt dat de boomende circussector verder zal ondersteunen. ‘Het is duidelijk dat we een andere rol zullen opnemen, waarbij we ons meer ten dienste stellen van de andere spelers in de sector,’ aldus Noemi De Clercq, directeur van Circuscentrum.
“Ik ben verheugd dat het budget voor circus verdubbeld is,” klinkt het bij Noemi De Clercq. “Dat is in deze tijden allesbehalve een evidentie. We zijn erin geslaagd om de politiek duidelijk te maken dat het nu echt het moment was om te investeren in de toekomst van deze unieke sector, om het aanwezige potentieel verder tot zijn recht te laten komen. Zo zijn alle aanvragen voor het nieuwe Circusdecreet gehonoreerd, waarbij velen het bedrag kregen dat ze gevraagd hebben. Niemand valt uit de boot.”
Toch komen niet alle spelers uit het Vlaamse circus in aanmerking voor het Vlaamse Circusdecreet.
Noemi De Clercq: “Klopt. Zowel de kleinere en meer kwetsbare spelers – ik denk aan de kleinere circusateliers, beginnende artiesten en traditionele circussen – blijven grotendeels aangewezen op ondersteuning vanuit het lokale beleid. Het nieuwe circusdecreet is ook minder geschikt voor de spelers die zich minder aangesproken voelden door de meerjarige subsidielogica, maar soms wel een internationale uitstraling hebben. Voor deze groepen moeten we de komende jaren zeker extra aandacht hebben. Het is belangrijk om te blijven investeren in een vruchtbare humuslaag om op langere termijn te zorgen voor voldoende dynamiek en diversiteit binnen de sector.”
Toen jullie met Circuscentrum een beleidsplan indienden, wisten jullie nog niet of er meer geld zou zijn voor het circus. Verandert deze nieuwe situatie ook jullie plannen?
De Clercq: “Ja. We hebben ons beleidsplan eind april ingediend, in een periode waarin de circussector er nog heel anders uitzag. Toen wisten we nog niet of andere spelers voldoende slagkracht zouden krijgen zodat we taken die Circuscentrum tot nu opnam kunnen loslaten en toevertrouwen aan anderen. Nu dat het geval is, volgt voor ons een tweede oefening: hoe kunnen we onze werking heroriënteren zodat we de nieuwe structurele spelers zo veel mogelijk de kans geven om hun rol ten volle op te nemen en hoe kunnen we hen hierbij zo goed mogelijk ondersteunen?”
Welke implicaties heeft die omvorming van Circuscentrum tot steunpunt?
De Clercq: “We staan met Circuscentrum op een belangrijk kruispunt. De groei van de sector dwingt ons om scherpe keuzes te maken en te focussen op onze kernopdrachten als steunpunt. De overgang van pionieren naar consolideren en ten dienste staan van een sector vraagt een mindshift én een interne reorganisatie. Vanaf volgend jaar willen we zo goed mogelijk onze nieuwe opdrachten kunnen opnemen op het vlak van praktijkondersteuning, – ontwikkeling, promotie en als platform. Maar het zal tijd vergen om de volledige transitie naar steunpunt door te voeren, ook omdat we niet vertrekken van een blanco blad maar van een bestaande werking.”
Bovendien wordt het budget van Circuscentrum niet verhoogd. Een bittere pil?
De Clercq: “Circuscentrum was lang de enige organisatie die op Vlaams niveau kon rekenen op een substantiële meerjarige subsidie. De 3 miljoen euro die er nu bijkomt, gaat integraal naar de sector, waar een dergelijke injectie noodzakelijk was. Ik sta achter de keuze om prioritair te investeren in de sector zelf. Concreet betekent dit wel dat het subsidiebedrag van Circuscentrum – omwille van de besparingen van de afgelopen jaren – nog nooit zo laag is geweest, terwijl de verwachtingen van de overheid nog nooit zo hoog zijn geweest en bovendien veel concreter dan voorheen, onder meer op het vlak van data en onderzoek. We zullen dus zelf ook duidelijke prioriteiten moeten stellen en scherpe keuzes maken in onze eigen werking, zodat we andere organisaties de kans kunnen geven om hun nieuwe rol ten volle op te nemen. Het is duidelijk dat we een andere rol zullen opnemen, waarbij we ons meer ten dienste stellen van de andere spelers in de sector en van het bredere veld.”
Waarop willen jullie met Circuscentrum de komende jaren focussen?
De Clercq: “Als steunpunt willen we zelf meer vanuit een inhoudelijke agenda – die we uiteraard in samenspraak met de sector opmaken – uitdagingen binnen de sector gezamenlijk agenderen en aanpakken. Enerzijds uitdagingen op het vlak van professionalisering – waarvoor we ook een samenwerking hebben opgestart met Cultuurloket – en anderzijds op basis van maatschappelijke evoluties: fair practice, duurzaamheid, diversiteit… Daarnaast pakken we zeker ook de uitdagingen aan die specifiek zijn voor onze sector, zoals het verder optimaliseren van talentontwikkeling en de zorg voor instroom van nieuw talent. Hiervoor willen we sterker inzetten op samenwerking met de verschillende opleidingen in binnen- en buitenland, zoals ESAC in Brussel, ACaPA en Codarts in Nederland en de uitbouw van de circus-kunsthumaniora aan het Lemmensinstituut in Leuven.”
Je spreekt over scherpe keuzes. Zijn er dan ook zaken die Circuscentrum niet meer zal doen?
De Clercq: “Als steunpunt kunnen we zelf geen producent of programmator meer zijn. We laten alles wat te maken heeft met puur artistieke omkadering en advies vanaf nu over aan anderen. De residentiewerking wordt afgebouwd. We gaan ervan uit dat artiesten op dit vlak de nodige ondersteuning zullen krijgen van de vier werkplaatsen. Als steunpunt zullen we bewust een meer neutrale positie opnemen, als spil voor de hele sector. Maar neutraal wil niet zeggen kleurloos, want dan slaag je er niet in om eruit te springen. We willen net veel meer met anderen samenwerken, vanuit een netwerkmodel.”
“Een kanttekening: door de transitie van Circuscentrum tot steunpunt ontstaat wel een leemte: er is momenteel geen organisatie die de belangen van de individuele spelers kan verdedigen en aankaarten. Voor een prille sector als het circus is dit een gemis en handicap, omdat het de kwetsbaarheid vergroot.”
Met Circuscentrum zullen jullie ook meewerken aan de driejarige focus op Frankrijk (2021-2023) waarvoor Jambon 250.000 euro vrijmaakt binnen zijn internationaal cultuurbeleid. Hoe willen jullie dit aanpakken?
De Clercq: “Dit traject loopt parallel met de uitrol van het Circusdecreet. In Frankrijk heeft circus een lange en rijke traditie, waardoor het soms iets moeilijker is om er voet aan de grond te krijgen. De meerjarige focus op dit land kan de beoogde verdere professionalisering van onze circussector duurzaam ondersteunen, nieuwe initiatieven zoals de circuswerkplaatsen internationaal verankeren en lanceren, en de internationale uitstraling van de volledige sector vergroten. Frankrijk is sowieso een voor de hand liggende partner als het gaat om kruisbestuiving op het vlak van circus. En de keuze om in te zetten op uitwisseling met een buurland, lijkt in deze tijden ook een haalbare piste. Circuscentrum zal in zijn nieuwe rol als steunpunt een coördinerende rol opnemen en als centrale spil de volledige sector hierin meenemen door verbindingen te leggen over de grenzen heen. We willen in 2024 een internationaal toekomstcongres opzetten en dat aangrijpen om de internationalisering van het Vlaamse circus verder onder de aandacht te brengen. De meerjarige focus vormt daartoe het ideale voortraject en is tegelijk een testcase voor de verdere internationale promotie van de sector.”
Maak eens een prognose: waar is er over vijf jaar nood aan bij een tweede ronde van het Circusdecreet?
De Clercq: “Het is nog te vroeg om hier uitspraken over te doen, zeker omdat vandaag alles op losse schroeven staat omwille van corona. Ik vind het nu moeilijk om te voorspellen hoe de sector zich door deze moeilijke periode zal slaan en zich zal ‘zetten’. Ik denk dat het belangrijk is om de opdracht die we met Circuscentrum als steunpunt krijgen om een landschapstekening op te maken, ook echt te benutten als een middel om niet enkel alle spelers in beeld te krijgen, maar ook op evoluties binnen en buiten het circus die een impact hebben op de ontwikkeling van de sector. In het kunstenveld en de letterensector is men al sterker bezig met landschapszorg en de evenwichten, diversiteit, instroom en uitstroom die daarbij komt kijken. In het huidige circusbeleid is er nog weinig aandacht voor diversiteit, fair practice, duurzaamheid en inclusief werken – daar willen we de komende jaren mee een beleid rond ontwikkelen. Vandaag zijn we ook bezig met de oefening om circus te definiëren in het kader van de erkenning ervan als immaterieel erfgoed. Maar tegelijk moeten we erover waken dat we door te bepalen wat circus is, het veld niet te veel opsluiten binnen zijn eigen grenzen. Het is alleszins belangrijk dat de circusartiesten ook aansluiting vinden bij de rest van het – internationale – kunstenveld.”
Welke invloed zal de coronacrisis volgens jou hebben op het circus?
De Clercq: “Net zoals voor de rest van de cultuursector, en zeker de live sector, hakt de coronacrisis ongenadig in op de dynamiek en de kansen van circusartiesten. Naast financiële bekommernissen ben ik ook vooral bezorgd over de moraal. Het is ontegensprekelijk een zware periode. Denk aan gezelschappen die hun première al voor de tweede maal hebben moeten annuleren. Het gebrek aan perspectief werkt demotiverend. Er zijn ook enkele specifieke aspecten van het circus die in coronatijden in het nadeel spelen. Zo is circus internationaal georiënteerd, maar zit iedereen nu opgesloten in eigen land. Circus heeft een podium en een publiek nodig. De live beleving – het zweet, de verwondering, de interactie met publiek – is vaak erg belangrijk. De meeste circusvoorstellingen komen online minder goed tot hun recht. We missen het publiek. Het circus is ook een heel fysieke sector, die niet kan zonder lichamelijk contact. Omdat veel circusateliers hun werking moeten onderbreken, bestaat het risico dat deelnemers afhaken. Het is alleszins belangrijk om de instroom te bewaken, want die dreigt nu te stagneren. Er zijn minder studenten aan de hogescholen, in de ESAC stage,… Mogelijks komt er ook een uitstroom omwille van het gebrek aan perspectief en inkomen. Het is belangrijk om dit in kaart te brengen en op te volgen.”
Dit artikel verscheen in Circusmagazine #65 (december 2020) // Auteur: Filip Tielens // Voor overname: contacteer info[at]circuscentrum.be