Geen traditionele eindejaarsvragen dit jaar – het zou toch maar over één onderwerp gaan – maar wel vier pertinente erfgoedvragen aan een aantal pertinente circusmensen. By the way: ICE = Immaterieel Cultureel Erfgoed.
Hoe heb je circus leren kennen?
Ik ben in het circus geboren en getogen.
Wat betekent circus voor jou?
Circus is mijn leven. Mijn way of life. Ik sta op met het circus en ga ermee slapen. Zolang ik leef zal er een circustent in de buurt staan.
Gesteld dat het voortbestaan van circus zou afhangen van één iemand, wat zou je hem of haar dan meegeven?
Ik zou die persoon zeggen nooit te stoppen met het heruitvinden van het circus, maar de basiswaarden ervan nooit te vergeten: respect voor het publiek, respect voor jezelf, fier zijn op wat je doet, circus is voor iedereen.
Bestaat er zoiets als ‘typisch circus uit Vlaanderen’? Zo ja, hoe ziet dat er dan uit?
Ik denk niet dat er iets typisch bestaat in het circus. Dat is juist het mooie eraan. Er zijn geen grenzen. Niet op artistiek vlak, want het kan altijd beter, hoger, sneller, grappiger, enzovoort. En niet op geografisch vlak: circus is er van de noord- tot de zuidpool, in alle vormen en op alle manieren. Maar het is en blijft CIRCUS. Lang leve het circus.
Hoe heb jij circus leren kennen?
Mijn geboorte leek op een combinatie van een bijna fout gelopen Houdini-act en een Kerstverhaal: met de navelstreng rond de nek en onverwacht vroeg kwam ik op de wereld waardoor mijn pa niks anders voorhanden had dan zijn overjas om mij voor de buitenwereld te beschermen. Op zevenjarige leeftijd kreeg ik de eerste sterke circusindruk in de tent die op het voetbalveld van ons dorp opgesteld stond. Pas een kwarteeuw later ben ik actief circus beginnen beoefenen via een opleiding als circusdocent; ik combineerde mijn achtergrond in theater met circus en werkte als coach en regisseur, maar met tussendoor steeds projecten in Centraal-America, Marokko en Brussel. Een reis waarbij ik leerde opstaan door veel te mogen vallen. Een traject dat ik probeer door te zetten door samen met de studenten op Codarts Circus Arts te blijven ontdekken. In feite besef ik nu pas welk onontbeerlijk detail ik elke dag écht leer kennen.
Wat betekent circus voor jou persoonlijk?
Tot op vandaag is circus mijn leven, ook al besef ik dat het met een vingerknip gedaan kan zijn. Ik besef dat ik mezelf tot de weinige geprivilegieerden mag rekenen die ook nog van circus kunnen leven op dit moment. Mijn werkschema is tegenwoordig gevuld met het anticiperen op plan B, C of … omdat we met de hele ploeg van de opleiding naar alle mogelijkheden zoeken om circus als fysiek gebeuren te laten bestaan. Onze bezorgdheid gaat verder dan de huidige studenten, maar juist op dit moment blijkt het een mooie kans om de alumni nog meer bij de opleiding te betrekken: het is hartverwarmend om te merken hoe zij mee zoeken en ons mee ondersteunen. Elke vrijdag ben ik blij dat we weer een week met trainingen konden laten doorgaan. Zolang ik door mijn mondkapje nog de geur van circus mag ruiken, ben ik opgelucht.
Gesteld dat het voortbestaan van circus zou afhangen van één iemand, wat zou je hem of haar dan meegeven?
Laat ons er vooral heel behoedzaam voor zijn dat kunst nooit (opnieuw) afhankelijk zou zijn van één iemand. Dus voor eender wie met leven en kunst bezig is, zou ik aanraden om de geschiedenis te bestuderen. Er is niets nieuws onder de zon, enkel de samenloop van omstandigheden door de actualiteit maken het verschil. De voortschrijdende tijdsdruk in combinatie met eigenbelang doet alles onder druk staan. Het lijkt me zinnig om voor jezelf de vraag te stellen ‘wie ben ik om de verantwoordelijkheid op te eisen voor ons?’ Circus is een mooi medium om dat samen uit te zoeken. Ga dus vooral kijken, vergeet wat er op de agenda zou kunnen staan en luister naar de makers. Vertrouw artiesten en geef hen de kans om het publiek ervaringen te leren kennen. Wat je de dag na de voorstelling beseft ontdekt te hebben, is waardevol.
Bestaat er zoiets als ‘typisch circus uit Vlaanderen’? Zo ja, hoe ziet dat er dan uit?
Haha, ja, circus met een hoek af! De wereld buiten Vlaanderen heeft mij vaak met open armen ontvangen en denkelijk kwam dat door een rare kijk op de wereld die als ontwapenend omhelsd werd. Wij hebben iets met poëtische humor en dat werkt wel eens helend. Jezelf kunnen relativeren, daar zijn we op een rakende manier heel sterk in. Niet alles hoeft zin te hebben of in een aantoonbare logica bewijsbaar te zijn, maar toch weten we goed een verhaal te vertellen. Het is echter wel bijzonder absurd om van een Vlaams circus te spreken los van een internationale context. De (culturele) appreciatie voor de Vlaamse artistieke klei wordt internationaal geroemd, maar het ergert mij mateloos dat men vanonder een subjectief dictaat schoonheid probeert te propageren via canons?! Eigen waan eerst… nee, dank u. Even terug de geschiedenis nalezen en een streekbiertje proeven in gezelschap van de koning zegt mij wel iets.
Hoe heb je circus leren kennen?
Ik heb circus leren kennen op een workshop van de scouts; Jeroem Van Keer van het huidige Sarakasi is toen een workshop diabolo en jongleren komen geven. Ik was meteen helemaal verkocht aan diabolo en ben pas later beginnen jongleren, toen ik een plateau bereikt had met de diabolo.
Wat betekent circus voor jou?
Voor mij persoonlijk is het verschillende dingen geweest doorheen de jaren. Eerst was ik verbaasd dat ik überhaupt kon leren om te diabolo’en of te jongleren. Daarna werd jongleren een soort obsessie toen ik weinig andere positieve uitlaatkleppen had in mijn leven. Nog later werd het een doel op zich toen ik ging studeren en ik het idee had dat ik ‘goed’ moest worden; toen werd het ook ruimer dan alleen jongleren en werd het echt meer circus. Nu is circus, denk ik, een deel van mijn creatieve persoonlijkheid geworden. Jongleren is iets waarvan ik kan genieten en makkelijk mee in flow geraak.
Gesteld dat het voortbestaan van circus zou afhangen van één iemand, wat zou je hem of haar dan meegeven?
Als het voortbestaan van circus van één iemand zou afhangen, zou ik zeggen ‘bewaar de essentie: een handvol technieken en een verhaal.’ Gelijk een gloeiend kooltje waar weer een nieuw vuur kan uit ontstaan.
Bestaat er zoiets als ‘typisch circus uit Vlaanderen’? Zo ja, hoe ziet dat er dan uit?
Ik denk dat er wel een typisch Vlaams circus is, zoals er ook een typisch Vlaams karakter is, alleen vind ik het moeilijk om dat te benoemen, als Vlaming zijnde. Misschien heeft het wel met relativering te maken.
Hoe heb jij circus leren kennen?
Mijn eerste herinnering aan het circus is een olifantenspektakel in het circus op de Grote Markt van Diksmuide, ergens eind jaren zeventig, en ik die er de show steel door als kleine los door de lange zitbanken te vallen, om er enkele meters lager ongedeerd op de kasseien te belanden. Twintig jaar later werd ik door wat makkers meegesleurd naar de open jongleerruimtes van Circusplaneet in Gent, dat toen nog in een behoorlijk ‘crusty’ sfeertje baadde, en dat had een behoorlijke impact op de rest van mijn leven, zowel privé als beroepsmatig.
Wat betekent circus voor jou persoonlijk
Hmm. Een stuk vrijheid, anarchie, verwondering. De circuspedagogie is voor mij tevens een boeiend vehikel om jong en oud uit hun emotionele pantsers te schudden, de intuïtie te laten overnemen, en creatieve oerkrachten aan te boren. Op dat vlak kunnen circusscholen ambassadeurs worden van het spel, van ‘learner centered learning’ en nieuwsgierigheid, en zelfs van ongeremde expressie.
Gesteld dat het voortbestaan van circus zou afhangen van één iemand, wat zou je hem of haar dan meegeven?
Circus mag nooit mainstream worden. Enkel in de rand van onze samenlevingen vinden we de freaks, de zieners, de zoekers, de vertellers en de kunstenmakers. Circus creëert fora van vrijheid, kietelt onze schaduwkanten en verbindt zich in het hier en nu met een publiek, zoals maar weinig kunsten dat kunnen. Schoppend tegen de verstikkende moraal en de deugdzaamheid, op zoek naar vrijheid en controleverlies. Of zoals Steppenwolf een halve eeuw geleden al zong: “Like a true Nature’s child. We were born, born to be wild.”
Bestaat er zoiets als ‘typisch circus uit Vlaanderen’? Zo ja, hoe ziet dat er dan uit?
Dat weet ik niet. In Vlaanderen gaat men precies wel graag weg van de begaanbare paadjes. Circus is er alvast meerlagig, innovatief, stelt ambetante vragen en houdt zich over het algemeen ver weg van voorspelbaarheid, makkelijke crowdpleasers en kitsch.
Hoe heb je circus leren kennen?
In het laatste jaar van mijn onderwijzersopleiding leerde ik met drie tennisballen jongleren van Wouter Verdegem en vuurspuwen van Kristof Gouwy. We richtten samen een jongleerclub op in onze hogeschool. Diezelfde zomer zag ik Tobe2 op het ISTF (nu Miramiro) in Gent, ik was op slag verliefd op Dirk Van Boxelaere en Matt Ledding. En op circus.
Wat betekent circus voor jou persoonlijk?
Vrijheid en avontuur. Onbegrensde mogelijkheden ontdekken in jezelf. Oogkleppen af en losbreken uit een versmachtend voorspelbaar leven.
Gesteld dat het voortbestaan van circus zou afhangen van één iemand, wat zou je hem of haar dan meegeven?
Zelfvertrouwen. Zonder zelfvertrouwen geen urenlange trainingssessies in de anonimiteit, geen eerste zenuwachtige circuspoging voor een publiek, geen gedurfde innerlijke zoektocht naar ‘Wat wil ik vertellen?’
Bestaat er zoiets als ‘typisch circus uit Vlaanderen’? Zo ja, hoe ziet dat er dan uit?
Voor mij is ‘typisch circus uit Vlaanderen’ gezond zelfrelativerend. Vlaamse circusmakers nemen circus als kunstvorm bloedserieus, maar kunnen zichzelf als artiest relativeren.
Hoe heb jij circus leren kennen?
Al heel vroeg, want de knuffel waar ik jarenlang mee sliep en overal mee naartoe nam, was een clown: Pipo. Het eerste circus dat ik ooit zag, ik was 5 jaar, was overweldigend. In een grote tent in Hasselt bleef ik veel te laat op. Nu herinner ik me de witte tijgers en de vliegende trapeze en ook dat hun programmaboekje nog jarenlang in mijn nachtkastje heeft gelegen. Pas op mijn 19de, toen ik sportkot studeerde in Leuven, hoorde ik van een studiegenoot dat er een plek bestond waar je circus kon leren. Zij nam me mee naar een circusles en ik was verkocht.
Wat betekent circus voor jou persoonlijk?
Samenzijn: samen in een les, op een podium, in een team, … en dat wat je dacht dat onmogelijk was, waarmaken. Ontdekken: circus is dé plek waar mijn interesses samenkomen, waar ik ze kan verbinden en er iets mee kan doen, waar ik me kan blijven ontwikkelen. Een visie: een idee van hoe de ideale wereld er zou kunnen uitzien, een lerende gemeenschap, zonder te veel hiërarchie, met veel actie en respect voor ieders bijzonderheden.
Gesteld dat het voortbestaan van circus zou afhangen van één iemand, wat zou je hem of haar dan meegeven?
Wow, dat zou een hele verantwoordelijkheid zijn. Net de diversiteit van al die zotten bijeen maakt het circus zo uniek. Misschien dus dit: laat je omringen, ga op zoek naar anderen die zo gemotiveerd zijn dat ze samen met jou het verschil durven maken. Geen mainstream gedoe, durven leven in de marge, het potentieel van alles en iedereen opzoeken, openstaan voor nieuwe ideeën en blijven gaan. En ja, af en toe eens gaan kamperen, weg van al dat circusgeweld, gewoon staren naar de sterren, genieten van een kampvuur, om weer tot rust te komen.
Bestaat er zoiets als ‘typisch circus uit Vlaanderen’? Zo ja, hoe ziet dat er dan uit?
Door al meer dan in een jaar in Californië te wonen en in het ‘typisch Amerikaanse’ circus te zitten weet ik heel goed wat ik mis: echtheid en ruimte voor experiment. In Vlaanderen is er veel ruimte voor artiesten, makers, lesgevers, circusliefhebbers, … om op zoek te gaan naar iets persoonlijk en uniek. Daarnaast zijn er veel kansen om te creëren, te experimenten en te spelen. Dat maakt het ‘typisch Vlaamse’ circus zo uniek.
Hoe heb jij circus leren kennen?
Als ik diep in m’n herinneringen graaf, denk ik via een bezoek aan een nomadisch circus, ergens midden jaren ‘70 in Berchem. En door het boekje ‘Tiny in het Circus’. En op tv zagen we ook circusshows, de trapezenummers van ganse families vond ik altijd heel spannend. Meer naar deze tijd is Zingaro tijdens Antwerpen Culturele Hoofdstad me altijd bijgebleven als de voorstelling die me duidelijk maakte dat circus ook anders kon zijn, dat het net als theater ook voorstellingen kunnen zijn, niet enkel maar acts en nummers.
Wat betekent circus voor jou persoonlijk
Circus is voor mij een hele wereld. Bevolkt door heel veel passionele mensen: artiesten, makers, toeschouwers, professionals, … allemaal getriggerd door de unieke en de zeer diverse uitingen van het circus.
Gesteld dat het voortbestaan van circus zou afhangen van één iemand, wat zou je hem of haar dan meegeven?
Een circustent en hoe ze te installeren!
Bestaat er zoiets als ‘typisch circus uit Vlaanderen’? Zo ja, hoe ziet dat er dan uit?
Moeilijke vraag. Als ik bijvoorbeeld aan Circus Ronaldo en Alexander Vantournhout denk en me de vraag stel of er iets is dat hen cultureel-geografisch linkt, kan ik daar niet echt een zinnig antwoord op geven. Soms voel ik bij voorstellingen van Vlaamse artiesten wel een soort humor die ik zelden bij internationale artiesten ervaar. Die humor ondervind ik trouwens ook bij gezelschappen uit Brussel en het zuiden van ons land, dus misschien is er eerder sprake van iets ‘typisch Belgisch’?
Hoe heb jij circus leren kennen?
Via de nonkel van mijn mama, Billy Williams. Nadat ons mama al heel lang op zoek was naar haar ‘verloren nonkel’, vond ze hem na 30 jaar terug en bleek hij een circusartiest te zijn. De klik was er meteen en al snel mocht ik in de zomers mee op circusvakantie.
Wat betekent circus voor jou persoonlijk?
Een levenswijze, een passie, een noodzaak, voeling met de medemens, een leerschool voor het leven!
Gesteld dat het voortbestaan van circus zou afhangen van één iemand, wat zou je hem of haar dan meegeven?
Een manusje van alles zijn, ogen en oren open houden voor de reacties en situaties uit het publiek en daar durven op in te spelen. Na het vallen gewoon keihard terug opstaan. Een techniek/act leren of maken die echt van jezelf is, deel uitmaakt van jou zodat wat je doet op scène ook helemaal geloofwaardig is.
Bestaat er zoiets als ‘typisch circus uit Vlaanderen’? Zo ja, hoe ziet dat er dan uit?
Ja, toch wel. Het is een brede waaier, maar als we in het buitenland spelen horen we vaak dat de zwarte humor en het sarcasme toch wel typisch Vlaams zijn. Ook wordt er heel vaak gezegd dat we harde werkers zijn (uitladen, opbouwen, spelen, …). Blijkbaar is dat ook typisch Vlaams.
Hoe heb jij circus leren kennen?
In 1982 trok ik naar Londen voor een postgraduaat in Dance Education and Therapy aan het Laban Center. Ik bleef plakken in Londen en mijn derde jaar daar werkte ik bij de Albion kids show, een creatieve plek die speelprojecten voor kinderen in Noord-Londen uitdacht. We kregen te horen dat een bende straattheaterperformers een intensieve circustraining van een maand opzette en ik mocht meedoen. Dat was geweldig en ik was verkocht; we organiseerden later een eigen kindercircusproject voor de speelpleinen en trokken daarmee elke vakantiedag naar een nieuwe plek – we kwamen zelfs kinderanimatie doen op het Sfinks Festival in Boechout.
Wat betekent circus voor jou persoonlijk?
Circus is creatief bezig zijn met beweging, de ruimte en voorwerpen. Ik hou van de combinatie van fysieke uitdagingen en creativiteit. Ik hou van de glunderende gezichten van kinderen die een ‘trucje’ onder de knie krijgen. Ik hou van de geweldige combinatie van humor, ontroering en spanning in een goede circusvoorstelling.
Gesteld dat het voortbestaan van circus zou afhangen van één iemand, wat zou je hem of haar dan meegeven?
Ik zou haar leren koorddansen of slacklinen en het evenwicht des levens laten aanvoelen.
Bestaat er zoiets als ‘typisch circus uit Vlaanderen’? Zo ja, hoe ziet dat er dan uit?
Ik denk het niet. Ik heb al zoveel circus gezien en telkens was het anders; er zijn trends die komen en gaan, maar er is niet één typisch Belgisch circus.
Hoe heb jij circus leren kennen?
Mijn eerste kennismaking met circus was dankzij nomadische circussen als Wiener, Malter, Pauwels, Magic en andere die in de jaren ’80 en ’90 doorheen Vlaanderen reisden. Oorspronkelijk waren ze in Edegem op het gemeenteplein terug te vinden. Geleidelijk aan verhuisden ze meer en meer naar een terrein aan de rand van het dorp. De affiches die ’s ochtends onverwachts in het straatbeeld opdoken deden reikhalzend uitkijken naar een tot de verbeelding sprekende voorstelling. De geur van de tent, de aparte klankkleur van de spreekstalmeester, de artiesten die verschillende disciplines uitoefenden. Ik kan het me tot op de dag van vandaag nog perfect voor de geest halen. Niet verwonderlijk ging ik als tiener al snel op circuskamp met Circus Ronaldo en bleef het passievolle vuur zo verder aanwakkeren.
Wat betekent circus voor jou persoonlijk?
Circus is breed. Het gaat van kitsch vol glitters tot abstracte kunst. Circus doet wegdromen, in spanning toekijken op het puntje van de stoel tot languit achterover het geheel lachend ondergaan.
Gesteld dat het voortbestaan van circus zou afhangen van één iemand, wat zou je hem of haar dan meegeven?
Qua voorwerp belichamen drie jongleerballen voor mij de essentie van circus. Het is de basis van een ambacht, de essentie van een act. Qua gedachtegoed denk ik eerder aan het rondreizende, het niet op één vaste stek blijven. Het publiek komt niet naar de artiest, de artiest komt naar het publiek.
Bestaat er zoiets als ‘typisch circus uit Vlaanderen’? Zo ja, hoe ziet dat er dan uit?
Het typische circus voor Vlaanderen is het surrealisme dat kenmerkend is voor de Belg. De proper gewassen chapiteau, perfect gedrapeerd met gloeilampen en kleurrijke aankleding, gesitueerd op een industrieterrein aan de rand van het dorp. Beklijvend om te zien hoe we poëtische schoonheid zo uit het stadscentrum kunnen weren.
Hoe heb jij circus leren kennen?
Ik ben als kind nooit naar een echt circus geweest of zelfs maar tv-uitzendingen van Monte Carlo gezien. Ik droomde er wel van om turner te worden, maar vond geen club in de buurt… Op een studiereis naar Parijs zag ik een optreden van een straatartiest, en die dag heb ik drie keien de lucht in gegooid tot ik kon jongleren. Ik was op slag verslaafd en rolde via het jongleren de circuswereld binnen.
Wat betekent circus voor jou persoonlijk?
Ik heb mijn eigengereide definitie: circus is het samenraapsel van alle podiumkunsten die geen andere podiumkunst zijn en toch kunnen zorgen voor een inkomen. Alles wat niet in een hokje past maar om de een of andere reden toch voldoende gewaardeerd wordt, of dat nu via een muntstuk in de hoed of een subsidie is. Voor mij persoonlijk betekent het een enorme klont boter waar ik met mijn gat ben ingevallen. Clown zijn is misschien wel het meest voldoening gevende beroep dat er is, enorm afwisselend, in een positieve, niet-concurrentiële sector en dan ook nog eens enorm waardevol in onze verzuurde wereld.
Gesteld dat het voortbestaan van circus zou afhangen van één iemand, wat zou je hem of haar dan meegeven?
Zolang er hokjes zijn, zullen er kunstenaars zijn die erbuiten kleuren en dus zal er altijd circus zijn. Alleen specifieke vormen van circus kunnen lokaal of over de hele wereld bedreigd worden in hun voortbestaan. Als zo’n tak dan op sterven na dood is en er staat een jonge artiest op die nu net die richting wil uitgaan die niemand anders nog wil uitgaan, zou ik zeggen: ‘Het zijn niet de hoogste bomen die de meeste wind vangen, maar wel de bomen die in open veld staan. Ze worden nooit zo hoog als die in het bos, maar ze zijn des te waardevoller en uit hun vruchten kan weer een heel bos ontstaan. Ze blijven alleen overeind als ze goed geworteld zijn, een sterke stam hebben en een brede kruin. Dat zijn volgens mij de eigenschappen die je nodig hebt om het te redden als einzelgänger.’
Bestaat er zoiets als ‘typisch circus uit Vlaanderen’? Zo ja, hoe ziet dat er dan uit?
Vlaams circus is net als alle Vlaamse kunsten een typisch product van een klein cultureel veld dat zich enerzijds laat inspireren door de omliggende landen, maar anderzijds moet roeien met de riemen die het heeft. Zelfrelativering en eigengereidheid komen dan veelal bovendrijven. Volgens mij is creativiteit altijd het gevolg van beperkingen, en op die manier zorgen de Vlaamse schaalbeperkingen voor een brede waaier van creatieve oplossingen die allen samen als een typische rode draad gezien kunnen worden. Vlaams circus is veelal gezinsvriendelijk, laagdrempelig en rijk aan humor. Net daarin schitteren veel Vlaamse voorstellingen: er is quasi geen artistieke elite die het zich kan permitteren om louter te werken voor een select cultureel publiek. Onze grootste artiesten kozen verplicht voor het volkse zonder het voor de hand liggende, humor zonder plat, gezinsvriendelijk zonder kinderlijk. Laat mij wel duidelijk zijn dat er tegenwoordig vanuit die cultuur ook een klein maar groeiend segment ontwikkelt dat wel uitgesproken mikt op compromisloze kunst, en daar is zeker niets fout mee. Daarnaast zijn er vanzelfsprekend nog sectorspecifieke factoren die meespelen in het kneden van het Vlaamse circusveld. De verankering met de circusateliers, de aanwezigheid van ESAC, de grote link met het straattheater, de invloed van veel heel sterke jongleurs en basculespringers, …
Hoe heb jij circus leren kennen?
Toen ik 15 was zag ik twee jongens jongleren met elkaar in het park en ik wilde dat ook kunnen. Dezelfde dag kocht ik in de Colruyt drie rubberballen om te leren jongleren. Drie maanden later kwam ik op school terecht bij één van die twee jongens. Ze zochten nog een derde voor hun duo Gravité. Nu, 25 jaar later, is dat trio dat bestond uit Hans Vanwynsberghe, Guy Waerenburgh en mezelf, statistisch gezien nog steeds het meest geslaagde Young Talent Project in circusland ooit. Zou het geweest zijn omdat er geen volwassenen aan meewerkten die alles in onze plaats bedachten?
Wat betekent circus voor jou persoonlijk?
Meest voldoening krijg ik van circus als m’n dochter in de doeken naast m’n bureau komt hangen in de circuskerk. Ik stuur er zelfs Whatsapp-filmpjes van naar mijn ouders en zussen, zo trots ben ik.
Gesteld dat het voortbestaan van circus zou afhangen van één iemand, wat zou je hem of haar dan meegeven?
Samen zijwaarts!
Bestaat er zoiets als ‘typisch circus uit Vlaanderen’? Zo ja, hoe ziet dat er dan uit?
Onder de jonge Vlaamse circusartiesten lijkt er een mode te zijn om op het podium te staan in kleren van de H&M, al heb ik ook wel Scandinaviërs en Fransen in hetzelfde kostuum gezien. Euh, nee, ik denk dus niet dat er iets typisch Vlaams is, behalve dan dat we het geluk hebben een eigen decreet en voldoende middelen te hebben, met als gevolg topvoorstellingen, toptalent, sterkere circusateliers en veel leuke festivals. Een pluim voor ministers en regeringen!
Hoe heb jij circus leren kennen?
Als 5-jarige ging ik naar Circus Hoetchatcha in Brugge. De lessen gingen door in de school waar ik toen zat. Sindsdien ben ik er niet meer weg te slaan en is het lesgeven mijn job geworden.
Wat betekent circus voor jou persoonlijk?
Ik ben heel hard opengebloeid door circusles te volgen als kind. Het is mijn passie geworden. De community is zo warm en open-minded. Circus is een supersterk middel en dat heb ik zelf ook ondervonden. Nu wil ik de sterktes van circus doorgeven en mensen op hun beurt laten openbloeien.
Gesteld dat het voortbestaan van circus zou afhangen van één iemand, wat zou je hem of haar dan meegeven?
De open-minded mindset en het plezier.
Bestaat er zoiets als ‘typisch circus uit Vlaanderen’? Zo ja, hoe ziet dat er dan uit?
Geen idee of er iets heel typisch is aan circus in Vlaanderen. Misschien de verbondenheid tussen de circusateliers? Die lijkt me in Vlaanderen erg uniek.
Dit artikel verscheen (in ingekorte versie) in Circusmagazine #65 (december 2020) // Auteur: Maarten Verhelst // Voor overname: contacteer info[at]circuscentrum.be