>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #23 (juni 2010). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteur: Rika Taeymans
Iedereen is het erover eens dat jongeren op school veel te weinig bewegen. In een ASO-richting komt men amper aan 2 x 50 minuten beweging per week; trek daar het omkleden en verplaatsing naar de sporthal af en je komt aan 1 uur sport per week. In de sportrichtingen in TSO en de sportwetenschappen in ASO loopt dit getal gelukkig op tot 6 à 11 uur bewegen per week.
Het Atheneum Redingenhof van Leuven biedt de laatste jaren naast de algemene sportrichting en sportwetenschappen ook de opties volleybal, voetbal en dans aan. In dit kader start de school in samenwerking met Cirkus in Beweging, in september 2010 met de optie circusvaardigheden. Het gaat om een ASO- of TSO-opleiding, waar je als optie circus kiest en dit dan minimum 6 uur per week kan beoefenen.
We starten in september met het eerste en tweede jaar van het secundair onderwijs op de leeftijd van 12 jaar en 13 jaar (A-stroom). In september 2011 gaan we dan verder en bieden de optie circus aan in het derde jaar ASO of TSO.
Circus is een kunstvorm waar drie elementen de basis vormen: het lichaam, het object en de ruimte. De manier waarop die drie elementen zich verhouden tot elkaar bepaalt hoe een circusact eruit gaat zien. Die drie elementen vinden we terug in de opleiding: acrobatie en fysieke training (de artiest traint zijn lichaam door dagelijkse fysieke training), circustechnieken (hij kiest in zijn act een object om mee te werken, zoals een trapeze, kegels of een partner. Met dit object wordt ontzettend hard en met veel discipline geoefend) en circustheater (met drama en dans bepaalt hij hoe hij in de ruimte beweegt en zich verhoudt tot anderen).
De circusuren worden dus met een erg gevarieerd programma ingevuld. In het eerste en tweede jaar van het secundair betekent dit dat er wekelijks het volgende op het programma staat: 3 uur circustechnieken, 2 uur acrobatie en fysieke training, 1 uur dans/drama. Naast deze uren ziet het programma er net uit als elk ander programma in de A-stroom waar men niet voor Latijn kiest.
De toekomstmogelijkheden in deze richting zijn onbeperkt; zowel na ASO als TSO zijn alle opties voor hoger of universitair onderwijs mogelijk. Natuurlijk zijn deze leerlingen beter voorbereid dan anderen om een richting in de circus/dans/theaterkunst of sportwereld te volgen. Hogescholen voor Circuskunsten zoals die van Brussel, Tilburg of Rotterdam ondervinden nu tijdens de strenge audities vaak dat onze jeugd niet genoeg is voorbereid op hun richting. Deze humaniora biedt hiervoor zeker een oplossing.