>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #18 (maart 2009). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be
>> Auteur: Eva Kahan
Pyromantiek is naast vuur, theater en circus vooral ook vriendschap. En dit is geen promotalk, je ziet het gewoon aan de acts. Jan, Klaas, Antonio en Andreas staan op het podium, Ruben en Joost verzorgen de techniek. De fun van samen met je beste vrienden een voorstelling te kunnen maken en het belang van veiligheid en vertrouwen als je met vuur werkt, zijn voelbaar in al hun projecten. Ik ontmoet Andreas de dag na een memorabel optreden in Koksijde.
Andreas Ketels: “Het was de eerste keer dat we echt in de gietende regen hebben gespeeld! In zo’n omstandigheden hadden we ook kunnen stoppen, maar het publiek bleef zitten en we hadden echt zin om te spelen. Natuurlijk konden we door de regen niet alle acts uitvoeren, maar het is juist leuk om ter plekke een creatieve oplossing te bedenken. We hebben het ook wel echt koud gehad. Onze kostuums zijn eerder zomers, terwijl we nogal vaak in de winter spelen.”
Pyromantiek bestaat al een tijdje, hoe is het allemaal begonnen?
“We kennen elkaar van ‘Cirkus in Beweging’, het Leuvense circusatelier. Daar volgden we circusles en zaten we in de productiegroep ‘Kronkel’. Dat was een supertoffe groep met goede begeleiding, maar op een gegeven moment heb je de leeftijd en de goesting om zelf iets uit de grond te stampen, en dat hebben we dan ook gedaan. Niet toevallig zijn de mensen die mee Pyromantiek hebben opgestart diegenen waar ik het beste mee overeen kwam en het meeste vertrouwde. Omdat er vanaf het begin al het idee was om iets met vuur te doen, was dat vertrouwen echt wel belangrijk.”
De groep was er, nu nog een voorstelling…
“Onze eerste voorstelling ‘Eddy’ hebben we op drie avonden in elkaar gestoken omdat we gingen spelen op de opendeurdag van de circusschool. De repetities vonden in Jan zijn tuin plaats. Eigenlijk hebben we op die manier heel veel geoefend: de ene keer in iemand zijn tuin, een andere keer op iemand zijn oprit, … Dit laatste jaar beginnen we eindelijk een beetje geïnstalleerd te geraken: we kunnen nu oefenen en knutselen in onze eigen hangar. Dat werd ook wel echt tijd, want sinds vorig jaar zijn we begonnen aan een tweede voorstelling ‘Flamazin’. Voor deze voorstelling hebben we veel decor en techniek, en dat moet allemaal ergens opgeslagen worden. Voordat we over de hangar beschikten, oefenden we op een stuk braak land tussen de kippen en stond het materiaal in een paardenstal. Als we gingen repeteren haalden we overdag het decor uit die stal, bouwden alles op en tegen de avond wanneer we eindelijk konden repeteren, begon het al eens te regenen. Lap, een hele dag werk voor niets! De hangar die we nu hebben is groot genoeg om het decor binnen op te stellen: een ongekende luxe!”
Ging de creatie van ‘Flamazin’ even vlot als die van ‘Eddy’?
“We zijn omgekeerd te werk gegaan, want met z’n allen rond de tafel gaan zitten en nadenken over wat voor voorstelling we precies willen maken, dat is niets voor ons. We hebben eerst het decor ontworpen en gebouwd en daarin dan spontaan beginnen spelen en uittesten. Het PCT Dommelhof in Neerpelt heeft ons ontzettend geholpen bij de creatie van ‘Flamazin’. We hebben daar twee weken geresideerd. Voor ons betekent dat overdag slapen en ’s nachts repeteren. Overdag repeteren heeft niet veel zin, want al onze trucs lukken dan zonder probleem. Maar ’s nachts in het donker sta je daar met alleen maar je fakkels, die wel licht geven maar ook verblinden, en dan wordt het allemaal een pak moeilijker.”
Kregen jullie hulp van buitenaf voor regie, decorontwerp, techniek, …?
“Neen, eigenlijk doen en maken we bijna alles zelf. Alleen mijn broer Quintijn, die ESAC heeft gevolgd, is ons even komen helpen, en zijn vriendin Aline heeft voor de kostuums gezorgd. Het kan raar klinken, maar in al die tijd die we samen hebben doorgebracht om te knutselen, repeteren, spelen, … is er nog nooit ruzie ontstaan! Het is echt fantastisch om te kunnen samenwerken met vijf van m’n beste vrienden.”
Hoe ziet een speeldag eruit voor Pyromantiek?
“Het zijn vaak hele lange dagen! Voor een optreden moeten we ’s morgens soms heel vroeg vertrekken en ver rijden. Eenmaal ter plaatse bouwen we het decor op, wat toch makkelijk een halve dag duurt. Daarna spelen, alles afbreken en terug rijden. Vaak komt de zon al op voor we thuis zijn. Maar voor die lange dagen hebben we ondertussen een oplossing gevonden: we hebben ons een piepklein caravannetje aangeschaft. Na de voorstelling kunnen we blijven slapen met z’n zessen, verdeeld over camionette en caravan. Als Pyromantiek nu ergens aankomt om te spelen, is het bijna een echt dorpje dat we daar neerzetten! Je blijft ook slapen op de meest onmogelijke plaatsen: midden op de grote markt, in het stadspark, … We staan er op steeds bij het decor te kunnen blijven. Met al die vuurproducten kan je niet voorzichtig genoeg zijn. Er moet maar eens een klein kind op het idee komen iets mee te nemen om thuis te experimenteren. Dat willen we liever niet meemaken.”
Hebben jullie naast de voorstelling ‘Flamazin’ ook andere projecten?
“Ja, sinds kort hebben we ook vuurinstallaties. Die kunnen overal opgesteld worden met de bedoeling sfeer te scheppen en plekken waar mensen elke dag komen tijdelijk te transformeren. Met zowel de voorstelling als de installaties hopen we het publiek te raken, of toch even uit de realiteit te kunnen tillen. Ons opzet is geslaagd als een toevallige voorbijganger ons ziet spelen, blijft kijken en wanneer de voorstelling gedaan is, op zijn horloge kijkt en dan pas merkt dat er een uur gepasseerd is.”
Tot slot, is ‘Pyromantiek’ een kinderdroom die je hebt kunnen waarmaken?
“Als kind wou ik drie dingen worden: circusartiest, uitvinder of tovenaar. Wel, ik denk dat ik met Pyromantiek die drie redelijk benader!”