>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #18 (maart 2009). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be
>> Auteur: Roland Vermeylen
Januari is traditiegetrouw dé maand van de grote circusfestivals. Monte Carlo, Massy, Boedapest en op het einde van de maand het 30 jaar oude Cirque de Demain in Parijs.
De wortels van Demain gaan terug tot in 1958. Toen organiseerde de radio ‘Europe 1’-bezieler Louis Merlin voor het eerst zijn Gala de la Piste om oude artiesten te helpen. Toen Merlin stierf, werden in zijn Gala’s ook Bourses Louis Merlin uitgereikt voor jonge, Franse circustalenten. Dat gebeurde voor het eerst in 1977. Dominique Mauclair geloofde toen dat festivals een vernieuwende en vooral ook meer een verbindende blik op het circus zouden kunnen brengen. In 1974 was Prins Rainier de allereerste om het festivalidee uit te werken. In 1974 werden de eerste westerse circusscholen gesticht (Gruss en Fratellini). Er waaide dus een nieuwe wind door het circuslandschap. Maar Mauclair had het toch moeilijk om zich in de beginjaren te ontwikkelen.
Trendsetter
Vooral in de tachtiger jaren werd Parijs een échte trendsetter. Bijna jaar op jaar kwamen hier ‘grote’ performers tot leven. Hier werden de Russische regisseurs Valentin Gnoushev en later Alexander Grimaillo ontdekt. In die jaren kwamen ook grote clowns tot leven: David Shiner (1984), Peter Shub (1986), Jigalov (1992), om er maar een paar te noemen. Hier bouwden de ‘frères Taquin’ (1988) aan hun eerste successtappen. Mouvance (1989) opende met hun tango een heel nieuwe wereld aan de trapeze. In die jaren zag je in Parijs vaak voor het eerst Chinese, Koreaanse en Cubaanse (allen sinds 1981), Russische (sinds 1984) en Oost-Europese acts. Nu zijn deze acts bijna standaard geworden in elk top-circusprogramma. Maar ook Cirque du Soleil kreeg, snel na zijn oprichting, zijn eerste Europese erkenning in dit festival. Sinds midden jaren 1980 verdwenen stilaan de acts met dieren, hetgeen de Franse televisiezender France 3 deed afhaken als mediapartner.
Belgen
Op de dertig jaar haalden de Belgen tweemaal goud (de Taquins met hun automatische pop in 1988 en de burleske jongleurs Mark en Benji in 1997). Eenmaal ging zilver naar Line Carroll (de dochter van de clown Cabri) met haar excentrieke muziekact en tweemaal ging brons naar ons land. Twee Gentenaren wonnen brons. Roger Novarro (zoon van de stichter van de Gentse circusschool) haalde de derde plaats op het allereerste festival (1977) met zijn tempojonglerie. Gina Giovanni won terecht brons met haar krachtige handstandact (1990).
Het Cirque de Demain heeft een erg bepalende rol gespeeld in de verdere ontwikkeling van de circuskunst. Hier groeiden magische acts uit die totale vernieuwing in de schijnwerpers brachten. Parijs daagde de steeds meer openende circuswereld uit om verder te excelleren en innovatief-creatief verder te bewegen. Terzelfdertijd werden vele grenzen en muren gesloopt en gaf de diversiteit steeds weer energie, goesting en moed om verder te ontwikkelen.