>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #18 (maart 2009). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be
>> Auteur: Anne-Marijn Somers
Circusatelier Ell Circo d’ Ell Fuego startte vanuit een jongerencollectief. Het initiatief wou een platform bieden aan mensen die graag met circus bezig zijn. Het was de bedoeling om op dat vlak kennis en ervaring uit te wisselen. Ondertussen spreekt men er niet enkel over circustechnieken, maar ook van ‘sociale of culturele integratie’ en ‘inclusieve’ projecten. Een opsteker voor elk circusatelier. Administratief verantwoordelijke Kaat Mortier geeft meer uitleg.
Kaat Mortier: “Een tijdlang was er vooral een aanbod van korte reeksen maar dat werkte niet zo best. Iedereen moest op verschillende plaatsen tegelijk zijn, zo leek het wel. Wel was er elke week een succesvolle open training en liepen er tijdens de vakanties stages en kampen. Van daaruit groeide later de vraag om opnieuw met wekelijkse lessen te beginnen.”
Maar aanvankelijk lukten de lessen niet zo best. Dus..
“… gooiden we het over een andere boeg. Begin 2005 startte ons sociaal project. De aanleiding was eerder toevallig. De organisatie was bij de start op zoek naar een vaste uitvalsbasis. Het kreeg van de stad Antwerpen gratis een gebouw ter beschikking, gelegen tussen twee wijken met veel kansarmoede. De enige voorwaarde was dat onze organisatie ook voor deze mensen wat meer kon betekenen. We vonden ons in deze deal, want de droom rond sociaal circus kreeg meteen vorm. Voor de werving van jongeren zochten we contact met de jeugdraad en de verschillende buurtwerkingen. Om ons in de buurt bekend te maken, waren we op elk buurtfeest met een straatoptreden van de partij. Zo vonden we aansluiting met Kids Noord, een jeugdwerking die vooral met kinderen uit de wijken Dam en Seefhoek werkt. Via de plaatselijke verenigingen kregen we sneller krediet bij het doelpubliek, want deze mensen hadden doorheen de jaren al een vertrouwensband tot stand gebracht.”
En dat werkte?
“Het project liep van krokus tot de grote vakantie. De slotvoorstelling zorgde voor een ware toeloop. Vanaf 2006 moest de groep noodgedwongen worden ontdubbeld. Zo is er nu een groep waar nieuwelingen kunnen instromen. Een tweede groep werd hieruit gedestilleerd. Dat wil niet zeggen dat deze groep ook effectief beter is in het uitvoeren van circuskunsten. Ze willen gewoon echt wat bereiken en kunnen daarvoor de nodige discipline opbrengen.”
Ondertussen werden de wekelijkse lessenreeksen terug opgepikt voor de gewone doelgroep. Maar aangezien integratie enkel slaagt zonder echt onderscheid te maken tussen groepen…
“… werd bijvoorbeeld de krokusstage met opzet gemixt. Het werd zelfs een intercultureel kamp. We stellen vast dat leerlingen uit de middengroep op die manier gemakkelijk contacten leggen met de groep van Kids Noord. Zij komen nu ook steeds meer naar het vrij trainingsmoment. Dat engagement is echt niet evident. Intussen zijn er al kinderen uit deze groep die naar de gewone lessen komen én omgekeerd!”
“De gevorderdengroep van Kids Noord maakte afgelopen jaar ook een steltenparade met opvallende kostuums en installaties. Wij kozen bewust voor de steltenact omdat de kinderen vervangbaar zijn, de techniek eenvoudig aan te leren is en toch behoorlijk wat indruk maakt. Met andere woorden: het mist zijn effect niet. En nu wil de middengroep dat ook kunnen! Zo groeide daaruit het inclusief project ‘Straat op stelten’, dat kinderen uit beide groepen klaarstoomt voor deze techniek.”
Goed bezig. Een omgekeerde integratie!