>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #27 (juni 2011). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteur: Liv Laveyne
Antonio Terrones y Hernandez kreeg de liefde voor circus met de paplepel mee. Zijn vader was clown en stichtte het circusatelier Circolito in Mechelen. Zelf werd Antonio geen clown maar acrobaat. “Ik hou van de kick van het gevaar.” Nog maar pas afgestudeerd aan de Brusselse circushogeschool ESAC, werden zijn kunsten met het acrobatietrio Acrobarouf gespot door het wereldbefaamde Cirque du Soleil, dat vroeg om ruim twee jaar lang mee de wereld rond te toeren. An offer you can’t refuse.
Als kleine jongen zag Antonio zijn vader vaak optreden als clown. Het heeft zeker zijn liefde voor het circus en het artiestenleven beïnvloed, maar de echte klik kwam er in de lagere school. “In Steinerschool De Zonnewijzer in Leuven leerden we circus in de turnles en speelden we vaak met circusmateriaal tijdens de speeltijd. Een opendeurdag van de circusschool Cirkus in Beweging trok me helemaal over de streep.” Antonio werd geen clown als zijn vader, maar ontwikkelde een passie voor acrobatie. “Het was het gevaar die me aantrok. Nergens is de adrenaline die je door je aderen voelt stromen zo sterk als bij acrobatie. Je zoekt er echt de grenzen op van je fysieke kunnen.”
Terrones studeerde de afgelopen drie jaar aan de Brusselse circushogeschool ESAC. “Ik heb er bijzonder veel geleerd, niet alleen op vlak van circustechnieken maar ook op vlak van theater, dans en alles wat bij een creatie komt kijken. De opleiding was zeer zwaar, te meer omdat ik daarnaast ook nog andere voorstellingen speelde met Pyromantiek en Kronkel (de productiegroep van Cirkus in Beweging, red.). Maar je hoort me niet klagen: de reden om aan ESAC te gaan studeren, was net om professioneel verder te gaan met wat ik al zo gepassioneerd bezig was.”
Circus als een zeven-dagen-op-zeven passie, dat is wel het minste wat je kan zeggen, want daarnaast stichtte Antonio samen met Fransman Raphaël en de Griek Kritonas, die hij leerde kennen aan het ESAC, ook het acrobatietrio Acrobarouf. “De naam is een samenvoeging van acrobatie en het oud Franse woord ‘barouf’ wat zoveel betekent als kabaal of herrie. Want niet alleen onze wipplank maakt behoorlijk wat lawaai, als drie maten ondereen kunnen we er ook serieus wat van!” Acrobarouf maakt het tot zijn artistieke uitdaging om de gekende discipline van Koreaanse wip op eigenzinnige wijze te hanteren, door niet enkel en alleen maar erop te springen maar te vermengen met andere vormen van acrobatie, zoals banquine, main-à-main en grondacro.
De eigengereide stijl van Acrobarouf viel ook in de smaak bij de talentscouts van Cirque du Soleil want het trio werd gevraagd om op te treden in een nieuwe productie van het wereldgerenommeerde circus. “Het contract is voor een periode van twee jaar en een half. We zullen vooral spelen in Noord-Amerika en Canada.” Nochtans beweerde Terrones enkele maanden geleden nog in een interview met De Morgen dat hij nooit voor Cirque du Soleil zou willen werken omdat het te groot was en hij geen zin had om als een robot in een fabriek mee te draaien. “Maar na dit specifieke aanbod voor een nieuwe show en de vele gesprekken ben ik het anders gaan bekijken.”
“De act die we zullen brengen mogen we zelf in elkaar boksen. Het zal een onderdeel zijn van een grotere scène met meer acrobaten dan enkel ons trio Acrobarouf. De reden waarom Cirque du Soleil ons gevraagd heeft, is niet alleen voor onze technische mogelijkheden, maar ook voor onze artistieke visie, de stijl Acrobarouf. Voor de combinatie van die kwaliteiten zijn ze bij Cirque du Soleil gevallen. Als het hen alleen om een techniekje te doen was, hadden ze dat evengoed kunnen aanleren aan een topsporter.”
Toch heeft Antonio zeker getwijfeld over het aanbod. “Het is immers voor een lange tijd dat je je familie en vrienden moet missen. Maar dit is iets wat ik moet doen, nu ik nog jong en ongebonden ben. Deze ervaring kan ik eenvoudigweg niet laten liggen.”