>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #25 (december 2010). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteur: Maarten Verhelst
Jan Haegens, specialist op de ladder, is een onhoudbare waterval als hij in sappig Gents over Rusland vertelt. Hij heeft zes maanden stage achter de rug aan de Nationale Circusschool in Moskou, een van de bekendste circushogescholen ter wereld. ‘Het circus heeft er nog een gezicht dat wij niet meer kennen. Het was soms letterlijk terugkeren in de tijd.’
Jan Haegens begon zijn circuscarrière op 14-jarige leeftijd in de Gentse Circusacademie van Roger Novaro en Circusplaneet. Daarna trok hij naar Brussel voor een jaar Espace Catastrophe en drie jaar Ecole Supérieure des Arts du Cirque (ESAC), waar hij zich specialiseerde in ladder. Na enkele jaren actief als circusartiest in Zuid-Amerika en Frankrijk – bij Théâtre Nono – besloot hij zich nog verder te verdiepen in de ladderkunsten. In Moskou of all places.
Jan Haegens: “Al sinds mijn zestiende ben ik enorm geïnteresseerd in de Russische taal en cultuur. Via via wist ik dat er in Moskou een steengoede docent werkte die in zijn jonge jaren een fenomenale ladderartiest was, Alexander Toemafijesjoe. Ongelooflijk wat die gast vroeger allemaal kon. Hij bleek ook effectief een schitterende leraar te zijn en ik kon er goed mee opschieten. Nu moet je weten, om zoveel mogelijk geld binnen te halen zijn er in Moskou ongeveer 20 leerlingen per docent. Dat is enorm veel, de meeste leerlingen oefenen dan ook alleen. Je moet dus maken dat je bij het selecte clubje hoort waar de leraar in investeert. Ik was een van die gelukkigen.”
Je hebt zowel ESAC als de Nationale Circusschool van Rusland gevolgd, twee wereldwijd gerenommeerde opleidingen. Zijn er opmerkelijke verschillen?
Jan Haegens: “Moskou is van niveau zeker niet beter dan ESAC. De ingangsexamens zijn ook veel gemakkelijker, er lopen dus relatief veel middelmatige artiesten tussen. Qua vakken zijn er geen grote verschillen, maar waar Moskou echt in uitblinkt is de technische basis die de leerlingen meekrijgen: er wordt systematisch keihard gewerkt op afwerking. Je leert er niet veel nieuwe, zotte technieken, maar wàt je leert kan je gewoonweg perfect uitvoeren. De trainingen worden ook stelselmatig en heel secuur opgebouwd, waardoor de studenten zich praktisch nooit blesseren. Ik heb er in die zes maanden één jongen gezien die zich bezeerd had: bij het voetballen in het weekend (lacht). Een ander opvallend verschil was de oefenruimte: in ESAC heeft elke student zijn afgebakend terrein, in Moskou traint iedereen rats door elkaar: degene die niet in actie is, moet maken dat hij op tijd weg is. Dat was enorm wennen, maar uiteindelijk leer je wel perfect te timen en heel gefocust te werken. Een supergoede leerschool.”
Was het leven in Rusland niet te confronterend vergeleken met ons westerse luxebestaan?
“Het was echt bizar, op verschillende vlakken. De Russen van middelbare leeftijd hebben een enorme heimwee naar hoe het was tijdens de Sovjet-Unie, toen alles tot in de puntjes geregeld was. De jongeren van mijn generatie hebben die tijd nooit gekend en hebben een eerder fatalistische houding: het is hier dikke shit, we kunnen ofwel zuipen ofwel er het beste van maken. Ook het circus heeft nog een gezicht dat wij totaal niet meer kennen; het traditionele circus is er enorm populair. Clownerie is bijvoorbeeld erg belangrijk in Rusland, maar alle clowns spelen de grappen die al tientallen jaren bestaan. Het publiek kent die acts van buiten, maar vindt het steeds opnieuw fantastisch. Het was soms echt terugkeren in de tijd. Ik heb mij vaak zitten afvragen: stel dat ik in Rusland geboren was, zou ik dan ook voor circus gekozen hebben?”
En toch wil je terug naar Moskou?
“Ik ben er enorm door gefascineerd, niet in het minst door de Russische literatuur. Hoe ze alle publicaties en documenten tot aan de val van het communisme gearchiveerd hebben, is bewonderenswaardig. Mijn Russisch wordt beter en beter; ik wil graag een aantal razend interessante circusboeken naar hier halen en vertalen. En het is praktisch bijna onmogelijk, maar het is mijn droom om ook oude topdocenten van de Nationale Circusschool over te brengen voor intensieve masterclasses.”