>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #25 (december 2010). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteur: Roland Vermeylen
De Bouglione-familie heeft altijd zijn weg gevonden om zich apart in de wereld te positioneren. Al sinds het einde van de negentiende eeuw zwerven ze door Frankrijk en de omringende landen. De Bouglione-dynastie werd beroemd. In Parijs konden ze zowel het magisch, eeuwenoude Cirque d’Hiver (in 1934) als hun grootste concurrent, het Medrano-circus, (in 1963) kopen. Medrano werd in de zeventiger jaren afgebroken en herbouwd tot een groots appartementsgebouw, le Bouglione.
Maar de familie kreeg het moeilijk. Zakelijk gingen de circussen achteruit en de broers waren wellicht te veel gewend geraakt. Zoals vaak in familiebedrijven kreeg een van de generaties het erg moeilijk. De Bouglione’s verloren hun fascinatie voor kwaliteitscircus. De familie begon zijn naam door te verkopen aan andere families. Sommigen waren, net als zij, zigeunerfamilies. Op een zeker ogenblik reisden in Frankrijk wel zo’n dertig franse circussen onder de naam Bouglione (cfr. Zavatta vandaag). Het bracht hen elke maand een aardige som “huurgeld” op. Maar er roerde wat binnen de Bougliones. De jongste generatie wou af van de vicieuze cirkels waar hun oudere familieleden waren in gesukkeld. De familie besloot hun naam niet meer uit te lenen maar zelf weer kwaliteitscircus in het vaandel te dragen. Sinds 1999 blaast ze onder meer nieuw leven in de prestigieuze Cirque d’Hiver aan de Rue d’Amelot te Parijs.
Een van de neven, Alexandre Bouglione huwde met een Roemeense vrouw, Délia. Ze zochten verbindingen met Roemeense zigeunerorkesten en begonnen zo, op een braakliggend terrein in Parijs, hun Cirque Romanès. Zeventien jaar lang konden ze zo hun heel eigen programma, de Cirque Tsigane, brengen. Af en toe reisden ze naar enkele plaatsen en waren zo ook in Neerpelt te gast.
Elk Frans circus heeft rond zich een schare van notabelen en vip’s. Of het nu over de theatercircussen gaat, of over het zigeunercircus Romanès of over het hedendaagse Arlette Gruss, elkeen weet zich gesteund en wordt daardoor ook meer, dan bij ons het geval is, geïntegreerd in het gewone, Franse leven. Deze combinatie maakte ook dat Alexandre Bouglione en zijn Romanès dit jaar naar de wereldtentoonstelling in Shangai konden. Bij zijn terugkeer op Franse bodem werden zijn Roemeense muzikanten, net als zoveel andere Rom-zigeuners, aangemaand om Frankrijk te verlaten. Alexandre en zijn kompanen zagen deze Sarkozy – bedreiging als een bijzondere kans om zich binnen Europa te profileren. En zo geschiedde. De cirque Romanès werd in één adem samen genoemd met de Sarkozy-maatregelen. De naam Bouglione stond even weer, heel prominent, op de kaart in Europa.
In Parijs is er elk jaar een serieuze competitie om de schaarse, open terreinen en markten nog met circus en andere tentproducties te kunnen vastkrijgen. Ook voor Romanès geldt dit gevecht. Dus verbond hij ook nog deze plaatsstrijd met zijn gevecht om zijn Roemeens zigeunerorkest in Frankrijk te kunnen behouden. Hij deed dit erg knap en oprecht bewogen door de hele problematiek. Nu draait hij weer, sinds begin november, zijn eigen programma. Zijn tienjarig dochtertje, zijn vrouw Délia, hijzelf, enkele bevriende acrobaten én zijn Roemeense muzikanten spelen er opnieuw in hun romantisch tentje aan de Porte de Champerret.
Het hedendaagse circus is maar heel zijdelings verbonden met zigeunerfamilies. Nu reizen er nog steeds enkele kleinere families rond in Spanje, Duitsland en Frankrijk. Hun namen zijn weinig gekend. Een aantal trouwden zich in bij Duitse “kommediantenfamilies” die nu nog het merendeel van de, naar schatting driehonderd, kleinere, Duitse circussen uitmaken. Vandaar dat ook heel wat Duitse circusfamilies de Rom-taal kunnen verstaan en ook gebruiken. Maar de bekendste, Europese zigeunerfamilie pur sang blijven toch de Bouglione’s. En zij staan weer, dankzij Sarkozy en een heel alerte Alexandre, in de Europese kijker!