>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #29 (december 2011). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteur: Bauke Lievens
In deze nieuwe reeks interviews praat CircusMagazine met theatermakers, beeldend kunstenaars en dansers die volgens ons aan de slag gaan met een aantal basisprincipes van het circus. We gaan steeds op zoek naar hoe dit (vaak jonge) geweld uit de andere kunsten tegen het circus aankijkt en hoe hun werk hot circus topics als gevaar, concentratie, objecten, de dood, discipline, het lichaam, ambacht en dramaturgie behandelt. Gesprekken over kruisbestuiving, zeggingskracht en foute jeugdherinneringen. Of over hoe circus zich, bewust of onbewust schuilhoudt in de andere kunsten.
De spitsafbijter is Nick Steur, in 2011 afgestudeerd aan de Toneelacademie van Maastricht als theatraal performer. Steur maakte deze zomer furore op Theater aan Zee met zijn performance Freeze! (Laureaat Jong Theater). In deze voorstelling, die deze herfst ook werd geprogrammeerd op Theater op de Markt in Neerpelt, doet Nick Steur niets anders dan stenen op elkaar stapelen op de meest onmogelijke manieren. Stenen van alle mogelijke vormen, onbewerkt en grillig, balancerend op een oppervlak van spiegelglas. Steur laat het geheel gepaard gaan met een geluidsband die zijn performance ironisch becommentarieert, handig gebruik makend van een conceptueel discours dat zo uit een fancy catalogus voor hedendaags kunst lijkt te komen. Zelf beschrijft hij zijn werk als performatieve installatie. Of installatieve performance. Een boeiend gesprek met deze jonge maker over meditatie, stenen verzamelen en over het ‘schoone’ van ambacht.
Hoe was Theater op de Markt?
Nick Steur: “Heel tof. Er was veel publiek in een kleine ruimte voor mij, maar de performance zelf was heel fijn. Er zaten veel kinderen op de eerste rij te friemelen en smiespelen. Dan bedenk ik dat ik me weer extra moet concentreren en bij mezelf blijven. En dat is alleen maar goed, want dat is eigenlijk net het uitgangspunt van de voorstelling: me niet laten afleiden, blijven doen wat ik aan het doen ben. En gek genoeg werden die kinderen steeds stiller. Zelfs als het stapelen lukte en de sculptuur stond, kwam er helemaal geen waauw-reactie. Omdat ik zelf de spanning niet onderbreek wanneer iets lukt, blijft het publiek ook gewoon in diezelfde spanning zitten, denk ik.”
Was je verbaasd toen je voorstelling werd geprogrammeerd op wat toch wel hét circustheaterfestival van Vlaanderen is?
“Totdat ik in Neerpelt neerstreek had ik nog niet bedacht dat dit festival echt op circus gericht was. Er stond circustheaterfestival, dus ik dacht dat het een multidisciplinair festival was, met muziek, theater en ook circus. Ik was inderdaad een beetje verbaasd toen ik het programma ontdekte. En dan vooral omdat ik wat ik doe niet wil bestempeld zien als circus. Voor mij is het balanceren van de stenen geen kunstje. Freeze! is een volledig concept waarin decor en tekst even belangrijk zijn en waarin veel meer gebeurt dan alleen de actie. Ik zie het veel meer als een live performance dan als een act.”
In Freeze! doe je wel iets buitengewoons. Iets wat bijna bovenmenselijk lijkt, met een enorme concentratie en kunde.
“Ja, maar zo denk ik ook over hele goede acteurs bijvoorbeeld, dat is niet iets wat ik specifiek vind aan het circus. Dan denk ik ook: wauw, dit is goed gedaan, je voert me mee in een concentratie en een verhaal die voor jou spelen. Dat is ook echt ‘out of this world’, zeg maar. Maar inderdaad, de vorm van wat ik doe haakt natuurlijk wel goed aan bij circus.”
De manier waarop je het presenteert, op sokkels van spiegelglas, zet het gevaar en het risico van de mislukking in de verf, wat circus ook vaak doet. Waarom koos je voor spiegelglas?
“Het begon als een experiment. Het stapelen van de stenen speelt met je perceptie, vaak lijken ze te zweven. Dus wilde ik dat benadrukken door ze op een spiegelend oppervlak te plaatsen. En natuurlijk verhoogt het spiegelglas ook het gevaar van wat ik doe. Ik wilde heel graag dat wanneer iets valt, er ook iets stukgaat. Ik ben daar iets aan het maken, creëren, bouwen, maar ik wil ook het contrast laten zien: destructie, leegte, dood. Het is niet spannend wanneer je iets opbouwt zonder dat de mogelijkheid bestaat dat het kapot zou kunnen gaan. Ik vind het steeds een interessant gegeven dat mensen reageren met ‘oh, wat jammer!’ als er iets tegen de vlakte gaat. Maar destructie is voor mij evenwaardig aan creatie. Natuurlijk schrik ik ook vanbinnen, maar ik probeer daar afstand van te nemen om te kunnen communiceren dat het part of the deal is. Het is een beetje als een metafoor voor het dagelijkse leven, waarin het zoveel moeilijker is om iets nieuws op te pakken als je teveel stilstaat bij de vraag of je je aan iets hecht.”
Waaraan denk je als ik ‘circus’ zeg? Heb je daar een link mee of zie je enkel dames in foute glitterpakjes in je hoofd?
“Bij circus denk ik aan fysiek onmogelijke dingen die ik toch te zien krijg. Het oooh-moment. Heel cliché. Misschien is dat ook waar het circus vandaag van af wil door theatraler te zijn. En dat is jammer want die fysieke onmogelijkheid is misschien wel het meest interessante gegeven van het circus. Niet zozeer wat die jongleur daar zelf, als persoon, te zeggen heeft, vind ik boeiend, wel dat hij jarenlang geoefend heeft om ons die twee minuten te laten zien. Dat fysieke kunnen. Dat ambacht. Dat vind ik zo schoon in deze tijd. In die zin vind ik het bijna zonde dat circus ook multidisciplinair wil zijn, net als dans en zo. Al te vaak is het resultaat een slap aftreksel van de andere disciplines. Vreemd genoeg kijk je dan alleen nog naar datgene waar iemand het moeilijk mee heeft in zijn of haar persoonlijke leven. Dat zie je dan direct op de vloer omdat die persoon niet getraind is in zijn of haar opleiding om theater te maken of om iets te communiceren. Ik vind het net heel erg mooi dat circus gewoon de basis laat zien. Je ziet wat je ziet.”
Lijk je in die zin op de jongleur waar je het over had? Heb jij ook jarenlang geoefend om je stenen op elkaar te stapelen?
“Als kind woonde ik aan een rivier en ging ik vaak met mijn moeder stenen zoeken. Bij een kunstenaar thuis ging ik die dan verven en proberen balanceren. Natuurlijk ga je daarna naar school en doe je andere dingen. Maar zo’n anderhalf jaar geleden hervond ik plots op een strand dat ik dat stapelen nog steeds in mijn vingers had. Toen ben ik ergens aan de Franse kust twee dagen lang gaan bouwen en dacht ik ‘Hé, hier ga ik iets mee doen’.”
Is het stapelen een metafoor voor iets anders of gaat het voor jou om het pure ambacht van het op elkaar balanceren van stenen?
“Ik merk dat wat ik doe zo eenvoudig is, dat veel mensen er grote basisonderwerpen uithalen. Voor mezelf is het een oefening om me niet te laten afleiden van wat ik echt wil doen. Een herinnering ook telkens dat je er helemaal bij moet zijn, bij datgene wat je wil doen. Wij zijn eigenlijk de ganse dag verdeeld in ons hoofd. We zijn op zoveel plekken tegelijk. En die stenen stapelen is een meditatieve oefening, of het nu tijdens een voorstelling is of op een strandje. Het voelt enorm bevredigend omdat je voor honderd procent iets aan het doen bent. Helemaal in het hier en nu. En dan kun je echt ongelofelijke dingen bereiken. Dat laat ik graag live zien. Het klinkt misschien allemaal wat vaag spiritueel of zweverig, maar voor mij raakt het wel de basis van wat ik doe.”
Wat is de rol daarin van ambacht?
“Ambacht is ego-loos. Denk aan een smid. Die doet zijn werk, hij heeft een vak geleerd en doet dat de hele dag door. Of nog beter: een boer die van zonsopgang tot zonsondergang op zijn veld staat om aardappelen te rooien. Niemand ziet hem. Maar hij doet dat wel voor de ‘samenleving’, om het met een groot woord te zeggen. Ik denk dat ambacht een goede optie is om iets universeels te kunnen communiceren, als mooi contrast met het theater dat zoveel probeert te zeggen. In ambacht zit al zoveel zeggingskracht. Het zegt bijvoorbeeld heel veel over hoe we nadenken over nut en nutteloosheid, en over de plek van de kunsten in die spanning.”
Wat brengt de toekomst?
“Ik maakte dit jaar een lange reis door Schotland op zoek naar Andy Goldsworthy (Brits kunstenaar die sculpturen creëert in de natuur met organisch materiaal). Ik vind Goldsworthy een heel interessante artiest en kijk ook wel op naar wat hij doet. Op mijn reis maakte ik een paar werken in het landschap, met mijn stenen. Ik heb ook een heleboel materiaal meegenomen dat ik onderweg vond. Maar ik ben nu eenmaal geen beeldhouwer. Mijn ambacht wordt gedicteerd door de kwaliteiten en eigenaardigheden van het materiaal zelf. Ik verander daar niets aan. Op dit moment tracht ik dus een lijn te zoeken in al dat materiaal en al die stenen. Van 13 tot 17 december 2011 presenteer ik het resultaat van die zoektocht in de voorstelling Titled in het Huis van Bourgondië, een productiehuis voor theater en performance in Maastricht.”