Wie toevallig naar Ketnet kijkt, omwille van thuiswonend nageslacht of uit nostalgische overwegingen, zal misschien al eens voorbij ‘Hoodie’ gezapt zijn, een reeks over Brusselse jongeren die misdaden oplossen. Hun superkracht? Ze zijn enorm bedreven in parkour. Moeiteloos bewegen ze zich over hindernissen of springen ze van het ene flatgebouw naar het andere met hun spectaculaire moves. Deze acrobatische, urban sport kan je ook zelf leren en beoefenen in enkele circusscholen, waaronder de Brusselse circusschool Circus Zonder Handen.
Ik arriveer wat te vroeg in Molenbeek, waar in een basisschool de hoofdlocatie van Circus Zonder Handen gevestigd is. Nu is het hier nog rustig, maar binnen afzienbare tijd zal een bende enthousiaste ketjes binnenwaaien. Gezien de coronamaatregelen kunnen momenteel enkel de min-twaalfjarigen naar de circusles komen. Deze namiddag staat er een les parkour voor de leeftijdsgroep 9-12 jaar op het programma. Zonder Handen zet al enkele jaren in op het luik ‘Urban Circus’, waaronder de lessen Parkour, Tricking en Rope Skipping vallen.
De populariteit van parkour is de afgelopen tijd sterk toegenomen, hoor ik hier, zowel in de parkourclubs als in de circusscholen. Overal in Vlaanderen zagen ze het aantal inschrijvingen sterk toenemen. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de eerder genoemde Ketnetserie ‘Hoodie’. Zo doet productiehuis Hotel Hungaria, dat de reeks maakte, geregeld beroep op de expertise van Zonder Handen. Bijvoorbeeld voor een tour met de cast uit de reeks, waarbij lesgevers van Zonder Handen workshops parkour voor kinderen organiseerden in de Marollen.
***
Lesgever Xian is ook wat vroeger aanwezig en we zoeken een rustig plaatsje voor de les begint. Ik vraag me af hoe parkour, een sport die oorspronkelijk vooral op straat werd beoefend, zijn intrede deed in de circusscholen. “Parkour is eigenlijk een vorm van acrobatie, maar dan met objecten,” vertelt Xian. “Bij Zonder Handen waren er enkele lesgevers die zich hadden toegelegd op tricking, een bewegingsvorm die zijn oorsprong vindt in de martial arts. Vervolgens zijn we op zoek gegaan naar andere technieken die erbij aansluiten. Intussen is er al veel uitwisseling van parkour- en trickingtechnieken met de andere circuslessen.”
Gedurende het schooljaar zorgen Xian en zijn collega-lesgevers ervoor dat de parkouroefeningen nauwkeurig worden opgebouwd. In het begin focust hij met de kinderen op de basistechnieken. Wanneer de kinderen na enige tijd deze technieken onder de knie hebben, trekt Xian met hen naar buiten om ze daar uit te proberen. Zo verliezen de kinderen een ‘veiligheid’, maar blijven ze gefocust.
Sinds afgelopen zomer beschikt de circusschool ook over een mobiele parkourinstallatie waarmee ze rondtrekt in de Brusselse wijken. Het is een van de manieren om jongeren die niet meteen naar de circusschool zouden komen, ook te bereiken. Dit sluit aan bij het sociaal-inclusieve aspect van de circusschool: met haar werking probeert ze om zo veel als mogelijk drempels weg te nemen en circus voor iedereen toegankelijk te maken. En dat lijkt te werken. Ook tijdens corona zitten de oudere kinderen en jongeren niet stil: zo stippelde de circusschool een ‘parkourwandeling’ uit. “En onlangs hebben enkele jongeren uit de 12+ groep zelf een eigen Instagramaccount opgericht waarop ze hun tricks in Brussel showen,” geeft Xian mee.
***
Vandaag bestaat de groep uit een twintigtal jongens en meisjes die popelend op de Zweedse banken plaatsnemen. De trainers hebben al heel wat hindernissen opgesteld. De les begint met een stevige opwarming voor de kinderen, die meteen tussen alle objecten door hollen. Trainer Wassim spoort me aan om mee te doen. We krijgen ook enkele krachttrainingsoefeningen voorgeschoteld en onder andere de buikspieren worden losgegooid met wat ‘planking’.
En dan zijn we vertrokken voor anderhalf uur parkour. De zaal is opgedeeld in drie postjes waar de kinderen op verschillende elementen oefenen. Zo is er een postje met grote obstakelblokken waarvan de kinderen hun neerwaartse sprongen oefenen, een postje met bars waar ze ‘swings’ en acrobatische technieken oefenen en staan er drie grote matten om hun sprongen over lage obstakels te oefenen.
Drie jongens, duidelijk geroutineerde ‘traceurs’, nemen me op sleeptouw naar het postje naast de swingbars, waar ze op dikke valmatten hun tricks tegen de muur oefenen. Ze lopen op de muur af om een ‘wall roll’ uit te voeren, waarbij ze in een soort salto tegen de muur aan lopen. Ik word door hen uitgedaagd om een ‘wall spin’ te proberen, waarbij je een soort radslag tegen de muur maakt. De ketjes tonen mij in stapjes hoe ik een wall spin moet uitvoeren: om te beginnen met een hand op de valmat en een hand op de muur. Na enkele keren doe ik iets wat min of meer op een soort radslag lijkt. Samen met Xian probeer ik ook de aanloop naar een wall roll: hij vangt me op terwijl ik over de muur probeer te lopen. De elfjarige ketjes kijken toe en moedigen mij aan door bij elke half-gelukte poging “Netjes!” te knikken.
***
Tijd voor het volgende postje: de techniek bij de swings doet mij denken aan de vliegende trapeze die ik eerder uitprobeerde, al moet ik nog leren hoe ik op mijn tippen land. Dit doen traceurs immers om de schok van het neerkomen te absorberen en soepel over te kunnen gaan naar het volgende obstakel. De kinderen oefenen met veel enthousiasme, maar het valt ook op dat ze de opdrachten ontspannen en met de nodige focus uitvoeren.
Tijdens het laatste rondje probeer ik ook enkele sprongen van de obstakelblokken. De kinderen krijgen als oefening om van het ene naar het andere blok, enkele meters verder, te springen. Dat vinden ze duidelijk spannend, maar met de geruststelling van de lesgevers voeren ze de opdracht prima uit. Zelf waag ik me enkel aan een neerwaartse sprong naar een valmat, aangezien het leren landen cruciaal is. Ik leer om mijn landingen over te laten vloeien in een zachte koprol.
Een kwartier voor het einde van de les kondigen de lesgevers nog wat stretching aan. Dit wordt door de kinderen met boegeroep onthaald: ze willen immers hun parkourtechnieken zo lang mogelijk kunnen oefenen voor ze weer naar huis keren. Enkele kinderen filmen met hun smartphones hun coolste tricks. Na de les kan ik niet anders dan besluiten: binnen enkele jaren is er met deze traceurs van misdaad in Brussel geen sprake meer.
Dit artikel verscheen in Circusmagazine #66 (maart 2021) // Auteur: Hanna Desmet // Foto’s: Brecht Van Maele // All rights reserved