>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #41 (december 2014)
>> Auteur: Bram Dobbelaere
>> Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be
Verliefd worden is makkelijk. Verliefd blijven is een ander paar mouwen. Het vanzelfsprekende verdwijnt, sleur komt om de hoek kijken en voor je het weet is liefde een werkwoord.
Voor circusartiesten is het niet anders. Ze vallen als een blok voor trapeze, slap touw of Chinese mast. Het is liefde op het eerste gezicht. Alles lijkt wel vanzelf te gaan. Ze leven met hun uitverkoren loopbal, kegels of eenwieler in een roze wolk. Het is een vanzelfsprekend spel van geven en nemen. Elke training is een plezier, ze gaan samen met sprongen vooruit.
Helaas… eens de fysieke roes van de eerste aantrekking voorbij is beginnen zich de eerste barsten te vertonen. Ergens in de oneindige herhaling van fysieke inspanning en autistisch repeteren stapelen zich grote ergernissen en kleine frustraties op. Circusartiest en circustechniek keren elkaar de rug toe. Tijd voor een kleine pauze. Of voor een definitieve breuk…
Sommige artiesten kennen deze perikelen nooit. Ze flirten er links en rechts vrolijk overspelig op los. Ze springen zonder gewetenswroeging van de ene techniek op de andere, wisselen touwdansen af met acrobatie, vliegende trapeze of messenwerpen. Hier en daar wordt er zelfs, jonglerend op een rola rola, met een triootje geëxperimenteerd.
De romantische circusziel haalt hier echter zijn neus voor op. In het volle besef dat oude liefde niet roest, pakt hij zijn diabolo, bascule of ladder nog eens goed vast en verklaart repetitie na repetitie, voorstelling na voorstelling zijn eeuwige trouw, door goede en kwade dagen. Circus is een werkwoord.