>> Deze column verscheen in CircusMagazine #46 (maart 2016)
>> Auteur: Bram Dobbelaere
De start van elke circuscarrière is een roeping. Het is een vreemde, irrationele beslissing van het onderbewustzijn, die zich langs de weeë onderbuik en het bloedrode, kloppende hart een weg naar buiten baant. Een objectief onderzoek lijkt onmogelijk, dus rest er maar één oplossing… Een diepteonderzoek dat een drietrapsraket onthult, vanuit mijn onderbewuste afgeschoten om pas jaren later onafwendbaar mijn leven te veranderen.
1982. Ik hou me stil want het is al over bedtijd. Ik zit bewonderend te kijken naar Dirk Dobbelaere. Ons salon is zijn podium, en hij is in topvorm. De lachsalvo’s volgen elkaar op. De ganse volleybalploeg is bij ons uitgenodigd en de sfeer is uitgelaten. In het centrum van alle aandacht staat mijn vader. Hij houdt de gesprekken op gang, deelt de snedigste sneren uit en pareert andere met het grootste gemak. Hij scoort en laat scoren en entertaint een dozijn volwassen venten alsof het niks is.
1987. We zijn met het hele gezin op zomervakantie in Frankrijk. Op een terras, het kindermenu is net op. Uit een venster klimt een acrobaat in string en zijn katachtige vriendin. Ze klauteren over de reling van het balkon naar de dichtstbijzijnde boom, laten een touw zakken en voeren hun nummer op. Het terras valt stil, applaus weerklinkt en wanneer ze even later weer verdwijnen is er iets voorgoed veranderd. Wat? Was? Dat?
1998. Elf jaar later. Dirk van Boxelaere en Matt Ledding staan klaar. De naam is ToBe2. Hun voorstelling vlamt tegen vierhonderd per uur. Jongleren, acrobatie, bascule, loopladder en grappen volgen elkaar in een moordend tempo op. Ik zit te wippen op mijn stoel, ik heb net leren jongleren. Ze zijn cooler dan de coolste rockgroep. Geef mij straattheater en circus in plaats van Rock Werchter of Pukkelpop. Dit is het… Dit wil ik, nu nu nu!
Wie geroepen wordt, twijfel niet.
Het avontuur lonkt, het circus wacht!