>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #46 (maart 2016). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteur: Tom Permentier – Foto: Tom Van Mele
In deze rubriek lees je de mijmeringen van muzikant en circusliefhebber Tom Permentier, die onbevangen door het circuslandschap stapt en actuele kwesties naar voren schuift. Van kleine ergernissen tot grote dromen, Halsoverkop nodigt uit om mee te denken over circus, kunst en de wereld.
Een vakblad voor circusartiesten… Ik sta even stil bij het concept en denk wonderlijke gedachten. Niet dat de branche er geen recht op heeft, maar de gemiddelde Belg, wiens beeld op de circusartiest vermoedelijk nog achter de realiteit aanhinkt, zal toch even moeten wennen aan het idee. Je activiteit kan niet gek genoeg zijn of er wordt een magazine over gemaakt. Bestaat er dan ook een tijdschrift voor stukadoors? Voor kantklossers, kloefkappers of halvezolen?
Eigenlijk had ik het kunnen weten. Een dikke vijf jaar geleden dwaalde ik eens door de gangen van een jezuïetenklooster. Mijn aandacht werd getrokken door een vakblad voor jezuïeten, en dat bracht groot nieuws: Jezuïeten hebben de oplossing voor de bankencrisis! Ik dacht: ‘Nou breekt mijn klomp!’ Geen enkele politicus heeft eraan gedacht om dat blad er even op na te slaan? Hoeveel financiële ellende zou ons niet bespaard zijn, mocht we eens wat beter luisteren naar de jezuïeten? En te bedenken dat de oplossing in het doorsnee jezuïetenklooster bij u in de buurt te grabbel lag! Eerlijk gezegd, de baanbrekende headline kon me niet verleiden om het artikel in kwestie ook effectief te lezen. Wat had de inhoud ook kunnen zijn? ‘Wordt allen jezuïet en de grote wereldproblemen zullen als vanzelf oplossen’? Ik dwaal verder en denk aan al die misleide norbertijnen, cisterciënzers en kartuizers die zich van deur hebben vergist. Menig jezuïet verkneukelt zich er nog om.
Ik vergat het voorval, tot ik het CircusMagazine van september 2015 in handen kreeg. ‘Natuurlijk kan het circus de wereld redden,’ dixit Danny Ronaldo, u wel bekend. Hij bevestigt de boude stelling naderhand bij Friedl’ Lesage op Radio 1. We verdelen de taart: voor economische beslommeringen wenden we ons tot de jezuïeten, voor alle andere drama’s kunnen we rekenen op het circus. Of zijn er nog mensen met een afwijkende hobby die dit heilige clubje willen vervoegen? Hebben biljartspelers misschien een remedie voor de klimaatproblematiek?
Ik moet Danny krediet geven, hij zegt niet dat circus de wereld zál redden, of dat in de nabije toekomst ook van plan is. Misschien zit het circus op z’n luie krent in de zetel voor tv en vertikt hij het zijn formidabele superkrachten in daden om te zetten, maar daar kan Danny niets aan doen. Die wijst enkel op het potentieel wereldreddend vermogen van circus, in het bijzonder dat van de clown, die met universele humor mensen verbindt en hen tegelijk een spiegel voorhoudt. Persoonlijk zie ik een dompteur met bijhorende leeuw op elke straathoek ook wel zitten, in plaats van die mallotige agenten met hun aftandse matrakken, maar soit, Danny’s redenering is op zich valabel. Echter, tussen mens en ideaal hangt realiteit als een fijnmazig muggenraam met roestige scharnieren. Of anders gezegd: per persoon die aan de kar trekt, hangen er honderden aan de achterkant van die kar tegen te trekken, puur uit mensdom. Je hebt meer dan circus nodig om het tij te doen keren.
Kan circus de wereld redden, als we met z’n allen meer naar voorstellingen gaan kijken? Ik ga er mijn paard niet onder verwedden. Maar ik geloof wel in het omgekeerde. Als we met z’n allen meer naar voorstellingen gaan kijken, kan de wereld het circus redden! Want die vermaledijde bankencrisis zindert nog door de tentzeilen als een jachtige stormwind. Na het circus redden we dan de biljartspelers, de stukadoors, de kantklossers, de kloefkappers en de halvezolen. En tot slot: de jezuïeten.