>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #46 (maart 2016)
>> Auteur: Roland Vermeylen
>> Voor overname artikel: contacteer maarten[at]circuscentrum.be
Het Circusfestival van Monte Carlo vierde dit jaar zijn veertigjarig bestaan. Het werd een feesteditie – voor één keer zonder competitie – waar trouwe fan Roland Vermeylen niet op kon ontbreken. Zijn persoonlijke visie op het festival en welke betekenis het heeft voor het klassieke circus en zijn artiesten wereldwijd, lees je hier.
Toen Prins Rainier in 1974 zijn eerste Circusfestival opstartte, waren het voor het circus heel moeilijke tijden. Hij wou de vaak verguisde circuswereld openen voor de kritische, afstandelijke wereld. Hij wou de ‘noblesse’ van de circuskunst onderlijnen en de wereld laten zien hoe deze wereld, waar hij erg van hield, in elkaar stak. Hij wou het excellente promoten en een gelijkaardig proces als de ‘film-Oscars’ initiëren.
In de beginjaren kwamen veel circusleiders met hun beste artiesten naar Monaco. Ook de communistische staatscircussen van het Oostblok waren er. Rainier wou deze wereld verbinden. Ik zie hem nog scherp voor mijn ogen toen hij in december 1976 een grote groep circusmensen probeerde aan het vergaderen te krijgen. Zijn engagement was heel duidelijk. Maar de zaal reageerde koel en afstandelijk. Het Westen was vol achterdocht en het Oostblok sloot zich achter hun ‘ijzeren gordijn’. Rainier zag het gebeuren en zocht naar nieuwe uitwegen. Hij bleef open naar de circuswereld kijken en nodigde vooral steeds nieuwe partijen en landen uit. Stilaan kwamen de Russen, later de Chinezen, Koreanen en Cubanen naar Monaco. Eerst heel gesloten, later meer en meer open. Met uitzondering dan van de Noord-Koreanen die nog steeds gehuld zijn in een ontoegankelijkheid. Rainier reisde de hele wereld af en legde op zijn manier verbindingen. Lukte het initieel niet met vergaderen, dan kreeg hij wel het krediet én het aanzien van de hele wereld.
Nu, veertig jaar later, is de circuswereld opnieuw in moeilijk vaarwater. Het publiek heeft meer dan ooit zeer veel keuzes en alternatieven, de overheid wordt vaak steeds bureaucratischer en dwingender, de dierenactivisten verspreiden hun kijk via onbekende wegen voor het circusvolk en het circus heeft daarop geen passende strategie. De wereld verandert sneller en vaak ziet de circuswereld deze wijzingen te laat of zelfs niet.
De Russische dierenfluisteraar Pavlenko is ontgoocheld: “We verloren op korte tijd veel status, toeschouwers, ruimte om te werken en vrijheid. Onze wereld heeft warmte nodig om te ontplooien. Nu worden we omringd door vaak een vijandige, koude wereld die ons hardwerken en professionaliteit niet kent en ons toch veroordeelt.”
De Franse Alexis Gruss ziet meer mogelijkheden: “In 1974 begonnen wij ook de eerste westerse circusschool met Silvia Montfort. Later kwam Fratellini erbij. Het circus zorgt altijd voor controverse. In Frankrijk geniet het circus nog altijd van zijn ‘Noblesse’. Twee eeuwen na Philip Astley voelen we nog steeds de wortels van onze kunst. Backstage vieren we hier elke dag hoezeer circus wereldwijd is geëvolueerd. We voelen aan de lijve en in de vele verhalen hoezeer hier dezelfde constructs, dezelfde taal van respect, solidariteit en vrijheid wordt gesproken.”
In Monte Carlo was er dit jaar geen competitie. Om hun veertigste verjaardag te vieren, werden verschillende winnaars van vorige edities gevraagd om een soort ‘best of’ te creëren. Deze artiesten brachten niet alleen hun bekroonde acts, ook kwam er een mooie fusion tot stand. Zo werkten drie dierenleraars – de Engelsman Lacey, de Italiaan Nones en de Rus Pavlenko – samen met een groep jonge leeuwen van Lacey. Ook drie topclowns integreerden zich. En acrobaten: de Amerikaanse Miller bouwde samen met de Russische Anastasia Makeeva een bijzondere luchtact uit. Het gaf vaak spetterend circus, ook al duurde het soms erg lang (voorstellingen van zes uur!). Maar het gaf zowel in de tent als backstage een heel feestelijk gevoel. Artiesten konden vaak samenwerken met hun levensvoorbeelden of leermeesters.
Prins Albert gaf dit jaar toch onverwacht één Gouden Clown: aan zijn zus, Stéphanie, die in navolging van Prins Rainier haar leven nu grotendeels aan het circus wijdt. Ook het publiek koos zijn favoriete act. De Vlaams-Duitse familie Cassely-Gossing kreeg de publieksprijs voor haar baanbrekend acrobatisch samenspel met hun olifantenkudde. Naast de voorstellingen waren er ook een reeks workshops van de Wereldfederatie en de Europese Circusassociatie (ECA). Op de druk bijgewoonde persconferenties werd er gereflecteerd over de circuskunst en waar ze nu staat. Nieuwe scholen en festivals werden voorgesteld. Duidelijk werd dat Rusland, Oekraïne en Hongarije opnieuw willen investeren in innovatie, opleiding en research.
De familie Cassely-Gossing kreeg de publieksprijs voor haar acrobatisch samenspel met een olifantenkudde (c) Centre de Presse Monaco – Charly Gallo
Levensverhalen
Mij blijven de levensverhalen fascineren. Zo maakte ik in 1996 voor het eerst kennis met het Chinese echtpaar Baohua-Zhendan. Wu Zhendan danste op de schouders en armen van haar man en kon zo perfecte pirouettes draaien. Acrobatisch ballet waar wijlen Maurice Béjart een bijzondere bewondering voor had. Ook de huidige leider van de het Monegaske ballet Jean-Christophe Maillot vindt deze act een wereldwonder. Het koppel werkt voor de circusgroep van het Cantonese leger en kon met hun act de hele wereld afreizen. Nu zijn ze zelfs gepromoveerd tot Kolonel. Twintig jaar later is het artistieke niveau van hun act nog altijd bijzonder hoog. Ik herinner me nog hoe ze in 1996 een uniek voorbeeld van openheid waren bij de persontmoetingen. Nu blijven ze even toegankelijk. Ondertussen is Wei Baohua 45 jaar geworden en Wu 36. Ze hebben samen een zoon van 6 jaar.
Wu: “Naar Chinese normen gaan we als artiest serieus over de leeftijdsgrens, die rond de 32 jaar ligt voor acrobaten. We beleven zo’n plezier aan ons dagelijks werk dat we niet aan ophouden willen denken. Ik kan hier elke dag mijn ziel in leggen. Hier ligt mijn hart en in het samenleven met mijn man haal ik mijn motivatie. Elke dag beoefenen we Oosterse meditatie; dat is de bron voor onze kunst. Ons samen man-en-vrouwzijn is een aanstekelijke inspiratie. Nu geraken we aan de grens van ons fysiek kunnen en hier in Monaco willen we onze laatste voorstelling geven. Des te meer omdat we nu in China nog gemakkelijker aan gezinsuitbreiding mogen denken, willen we celebrerend ophouden.”
Dat het innerlijke leven van topartiesten uiteindelijk dé bron wordt van hun bijzondere uitstraling als topperformer, wordt vaak geïllustreerd door hun verhalen. Anastasia Makeeva brengt een heel sensuele en moeilijke luchtact waar ze poëzie, gevaar en een extreem sterke professionaliteit aan elkaar koppelt. “Mijn lichaam kent de ingewikkelde oefeningen helemaal van buiten. Ik deed mijn act zoveel keer dat het helemaal geroutineerd is geworden. Automatisch. Het opbouwen van deze professionaliteit kostte me veel ervaringen en dagelijks oefenen. Maar nu ga ik meer dan ooit weg van het fysieke. Mijn act zit in een flow en ik concentreer me nu op wat ik voel. Toch blijft het ook niet alleen bij mezelf. Ik werk er meer en meer aan om elke keer weer verbinding te kunnen leggen met het publiek. Mijn act brengt een wisselwerking van energie. Als ik het publiek kan raken, dan komt hun energie terug naar mij.”
In het gala werkt Anastasia samen met de Amerikaanse Miller een experiment van luchtacrobatie uit. Miller: “Ik ben nu weer genezen van mijn kanker. Het is een mirakel dat ik hier terug kan werken. Meer nog, ik heb de energie om verder te experimenteren. Het is niet alleen het publiek dat deze stroom weer op gang krijgt. Het is vooral ook deze context van collegae die hun leven met elkaar delen, die bij mij wonderen creëert. Daarom ben ik dit festival zo erkentelijk. Het biedt een platform voor samen excelleren.”
Waar staat Monte Carlo nu?
Rainier wilde circus meer visibel maken en vensters openen voor en naar deze wereld. Het circus heeft zich inderdaad meer geopend naar binnen toe. Nu verwoorden deze artiesten hun eigen ervaringen. Hun eigen praktijktheorie kunnen ze samen ontdekken. Samen willen ze excelleren en Monte Carlo is vaak een ijkingsmomentum waar zowel de rijke traditie als fascinerende vernieuwingen aan bod komen. Veertig jaar later is deze wereld meer met elkaar verbonden. Er is de ECA, de wereldfederatie, de federatie van circusscholen. Recente ervaringen met wetgevingen kunnen worden uitgewisseld. Vijfduizend artiesten uit meer dan veertig landen hebben in Monte Carlo een platform gevonden.
Naar buiten toe is deze wereld ook meer geopend. De Gouden clowns spreken wereldwijd voor zichzelf, elk jaar kijken miljoenen televisiekijkers naar het nieuwe festival. Alexis Gruss verwoordt het heel scherp: “Monaco inspireert ons en ons publiek. Hier kunnen we onze levenswortels scherper stellen. Hier is aandacht voor ons verleden, is er nieuwsgierigheid voor het heden en groeit er een intelligente kijk op de toekomst. Twee eeuwen na Astley is circus springlevend. Rainier heeft al deze vensters met ons, met een talrijk publiek én de wereldpers geopend. Daarom verdient hij deze erkenning en deze feestelijke hommage.”
>> 19 tot 29 januari 2017: 41ste editie