Ga maar eens op café met zo’n expert van de Chinese mast, een ‘master’ zoals Ward Mortier het noemt (‘mastodont’ was mijn keuze geweest). Voor je het weet staat hij daar in het midden van de ruimte zijn trucs aan een denkbeeldige paal te tonen, waar iedereen het kan zien. Dan sta je daar te kijken naar onbeschrijfelijke lichaamskronkels en denk je bij jezelf: ‘moet ik dát vertalen naar het Nederlands?’ Het lijkt soms meer op Chinees, maar dit lexicon zou toch al wat licht in het duister moeten brengen.
Achtjes De artiest springt heen en weer tussen twee masten en draait bij het vangen ook nog rond de mast. Zijn baan lijkt van bovenuit gezien op een acht (bk).
Brandwonde Naast occasionele enkel- en schouderblessures, zal de mastacrobaat vooral moeten leren leven met brandwonden. Wie zijn grip verliest schuurt immers met handen en benen naar beneden (gm).
Casse-gueule Een truc waarbij twee masten nodig zijn. De artiest hangt met handen en benen aan de ene mast, zijn rug naar de andere gericht. Hij springt naar de andere mast toe en vangt die enkel met zijn benen (bk).
China Een oervorm van Chinese mast zou een traditioneel groepsgebeuren zijn in China waarbij mannen hun kracht konden tonen (rp). Als solodiscipline in het circus is Chinese mast nog jong en vooral in Frankrijk ontwikkeld, waarbij men gek genoeg de palen verfde met een opgewarmd mengsel van motorolie en hars, waardoor de handen van de artiesten al snel pikzwart zagen (wm).
Core-stability Oftewel rompstabiliteit, moet sterk ontwikkeld zijn bij artiesten van de Chinese mast, net als coördinatie en uithoudingsvermogen, opdat de bewegingskwaliteit van het lichaam niet wordt gehinderd door de constante ritmeveranderingen van de bewegingen (jh).
Dégoulinade De artiest start helemaal bovenin de mast en kabbelt als een bergriviertje via verschillende posities naar beneden (wm).
Dissociatie Chinese mast vraagt van de artiest zowel veel trekbewegingen als duwbewegingen. Ter vergelijking: trapezisten focussen meer op trekken en dragers bij acro-porté moeten vooral duwen (gm). De combinatie van beide krachtinspanningen vergt zowel bij statische als bij dynamische figuren een sterke dissociatie: de bewuste omgang van de spierspanning, waarbij ook rekening wordt gehouden met de ontspanning van bepaalde spieren. Zonder die actieve recuperatie lukt het niet om een act aan de mast vol te houden (wm).
Dolfijn Weer een truc die twee masten vereist. De artiest springt als een dolfijn, weliswaar achterover, van de ene naar de andere mast en vangt die met zijn benen (bk).
Drop Er wordt gesproken van een ‘drop’ als de artiest van boven naar beneden valt en daarbij de paal niet raakt, een typische truc aan het einde van een act (gm).
Feiyue Wie intensief de Chinese mast beoefent, zal om de twee à zes maanden nieuwe schoenen moeten kopen. Sportschoenen van het merk Feiyeu, die ook bij sommige vechtsporten en parkour worden gebruikt, zijn een interessante keuze. Als je daar nog eens de zolen van gladschuurt, gaan ze iets langer mee. Zonder groeven zal de zool minder scheuren (gm).
Free boule De artiest maakt een soort horizontale pirouette rond de mast en grijpt die vast door van zijn lichaam een bolletje te maken (gm).
Grip Essentieel voor de artiest van de Chinese paal is een goeie grip hebben. Voor openluchtshows betekent regenweer extra gevaar, maar ook met zweethanden dreigt de artiest weg te glijden (gm).
Hinkstapsprong Als je meerdere masten hebt, kan je de ‘hinkstapsprong’ doen, waarbij je bovenop de mast staat en van top naar top springt (bk).
Korset Net als de schoenen zal ook de kledij van de artiest op de Chinese mast geregeld gewisseld moeten worden. Het is gebruikelijk dat de artiest twee lagen kledij draagt: de eerste laag bestaat dan uit een goedkope loopbroek en een strak T-shirt, de tweede laag is al eens een jeansbroek en een T-shirt met lange mouwen, hoewel lichtjes opgerold omdat de polsen vrij moeten zijn. Synthetische stoffen zijn uit den boze, want die dreigen te smelten van de opwarming bij het schuren. Wel kunnen een steunverband over de biceps of een korset nuttig zijn bij bepaalde trucs, zoals free boule of drops (gm).
Neopreen Tegenwoordig hebben Chinese masten een omhulsel van neopreen, het materiaal waaruit ook duikpakken worden vervaardigd, of rubber. Neopreen heeft iets minder grip dan rubber, en moet ongeveer om de twee maanden vervangen worden. Rubber, al dan niet gevulkaniseerd, dreigt dan weer gemakkelijker te verschuiven als het niet goed aan de paal plakt (gm).
Paaldansen Zoals wel vaker in de circuswereld worden namen van trucs al eens geleend bij gymnastiek of dans. Sinds het paaldansen een competitieve sport is, is daar ook een repertorium aan benamingen ontstaan die overwaaien naar de Chinese mast. Paaldans kan inspirerend zijn voor Chinese mast, net als breakdance of de absurde knopen uit de Indische paalsport ‘Mallakhamb’ (jh).
Pendulair Een ‘mât pendulair’ is een mast die ophangt aan één punt en dus de grond niet raakt. Hiermee kan rondgezwierd worden (wm).
Perche Als een paal met hulpstukken wordt gedragen door iemand, wordt gesproken van een ‘perche’, een term die ook in de wereld van de bascule voorkomt, als een acrobaat landt op een stoel bovenop zo’n paal (wm).
Ratches De bovenkant van de mast heeft doorgaans vijf gaten om spanbanden of ‘ratches’ aan vast te hangen. Drie spanbanden zijn in principe genoeg, die langs verschillende kanten uiteenlopen om elk op een eigen punt verankerd te worden en zo de mast stabiel te maken. Die ankerpunten kunnen bomen zijn, betonnen blokken of piketten, in sommige theaters zijn er ankerpunten in de vloer aangebracht. Ook trekhaken van auto’s kunnen dienen (gm).
Slide Het verschil met een ‘drop’ is dat de artiest bij een ‘slide’ de paal niet loslaat. Hierbij is de kans op brandwonden groter, maar de kans op kleerscheuren weer kleiner (gm).
Vlag Een klassieke figuur voor mastartiesten. Bij de ‘human flag’ neemt de artiest met beide handen de mast vast en hangt zijn opgespannen en opengesperde lichaam als een vlag. De ‘pieds de fer’ is het omgekeerde, dus hangt hij met de bovenste voet rond en de paal en de onderste voet op de paal. Dan is er onder meer nog de ‘jarret’, waarbij het vasthaken aan de paal niet met de bovenste voet gebeurt, maar met de knieholte (jh).
>> Met dank aan Jesse Huygh (jh), Benjamin Kuitenbrouwer (bk), Giel Meneve (gm), Ward Mortier (wm) en Rens Planckaert (rp). Lees alle voorgaande lexicons op www.circuscentrum.be/lexicon
>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #59 (juni 2019) // Auteur: Tom Permentier // Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.