Auteur: Nathalie Allard (B)
Residentie: Subcase (Stockholm, SE), 13 > 16 februari 2013
Bron: Unpack the Arts (download de volledige pdf van deze residentie)
Subtopia… het lijkt de naam van een onbestaand land, al dan niet in een ander sterrenstelsel. Of een plek waar utopie werkelijkheid wordt. Onmogelijk? Niet echt. Subtopia is geen net uitgevonden woord voor een net ontdekt land. Dit verhaal is net iets realistischer dan dat. Het was de Britse topograaf Ian Nairn die in 1955 met de term op de proppen kwam. Hij doelde daarmee op de plekken rond een stad die door de mazen van de stadsplanning waren geglipt en daardoor hun ziel waren kwijt geraakt. De verloederde voorsteden dus, waar elke straat en elk appartementsgebouw er hetzelfde uitzag: grauw, grijs en ongezellig. Niet meteen de associatie die het woord bij mij oproept. Maar goed. Gelukkig er is nog een ander Subtopia, eentje dat wel meer aansluit bij mijn fantasiewereld.
Kunstfabriek
Zo’n plek is Alby, Botkyrka. Een stadje ten zuiden van Stockholm in Zweden waar beton en leegstand de hoofdtoon voeren. Waar er heel veel werkloosheid en een lage opleidingsgraad heerst. Marginaal dus. En te mijden. Een verloederde voorstad: een subtopia. Tot zo’n 15 jaar geleden. Toen werd een ander Subtopia geboren. Een gebied van 14000m2 dat vroeger in handen was van gsm-fabrikant Ericsson, werd herop gewaardeerd. Het moest een soort van kunstfabriek worden. Een plek waar creatievelingen, filmproducers en vooral circusartiesten hun eigen wereld konden scheppen. Met succes want ondertussen doen 50 organisaties er hun ding en werken er 300 mensen. Kruisbestuivingen tieren er welig en heel wat filmscènes worden er ingeblikt, daar komen ze zelfs voor vanuit Hollywood: The Millennium Trilogie is hier gedraaid, om een voorbeeld te noemen. Het grauwe voorstadje heeft met Subtopia de grootste creatieve plek in Zweden gekregen. Het is ook de plaats waar Subcase doorgaat: een circusbeurs waar programmatoren van over heel Europa op af komen om Scandinavisch hedendaags circus te ontdekken. Overgoten met een Catalaans sausje dit jaar, want die regio was te gast.
“Hedendaags circus…” hoor ik u denken. “Wat is dat…?” Nycirkus in het Zweeds. Nieuw circus dus. Nieuw in de zin dat er geen dieren meedoen, en dat er ook geacteerd, gedanst, gezongen,… mag worden. Dat shows meer voorstellingen worden mét een verhaal en dat artiesten transformeren naar personages. Want die artiesten, die willen meer dan imponeren, ze willen ontroeren, begeesteren! Frankrijk breekt als eerste met de oude vertrouwde chapiteau, dat gebeurt zo eind jaren ‘60. Andere landen waaronder Spanje, Nederland en België volgen en ook het Hoge Noorden loopt er al snel warm voor. Maar ontroeren, dat kan natuurlijk op 1001 manieren dus ging ik op die theaterbeurs op zoek naar extremen. Naar tegenpolen. En gevonden heb ik ze. De Catalaanse compagnie Los Galindos bracht met Maiurta een heel intieme en persoonlijke voorstelling, Zweedse reus Cirkus Cirkör pakte het met Knitting Peace veel grootser aan. Twee mooiere tegenpolen konden er niet zijn: de ene uit het Hoge Noorden, de andere uit het exotische zuiden, de ene groot en bombastisch, de andere klein en intiem.
Cirkus Cirkör: Impress to express
We schrijven 1995: op reis in Parijs verliest de 25-jarige Tilde Björfors haar hart aan het hedendaags circus. Ze beslist om haar eigen gezelschap op te richten. Een naam vinden was ook niet moeilijk: Cirkör: een samenvoegsel van cirque en cœur, maar dan op z’n Zweeds. Haar missie: “Groot dromen en groot leven!” Ondertussen zijn we bijna 20 jaar verder en is Cirkus Cirkör uitgegroeid tot het Cirque du Soleil van Europa, met een iets rauwer kantje. De karavaan streek al in meer dan 30 landen neer en meer dan 1 miljoen mensen hebben een show gezien en kennis gemaakt met het modern circus uit het Noorden. Cirkus Cirkör toert momenteel met 3 verschillende voorstellingen en in thuisbasis Subtopia -hier is het weer- stoomt nieuw talent zich klaar in Cirkuspiloterna, Cirkörs eigen professionele circusschool. Want voor dit gezelschap is educatie een even belangrijke pijler als optreden. Niet enkel voor professionelen, elk jaar leren meer dan 20.000 kinderen en volwassenen de kneepjes van het vak van een legertje internationale lesgevers. Zo maakt Cirkus Cirkör het nieuwe, hedendaagse circus toegankelijk voor een breed publiek. Ook voor zij die dromen van een bestaan als circusartiest. Vroeger kon je moeilijk toetreden tot een circusgezelschap als je niet in een circusfamilie geboren was, met initiatieven zoals dit is de drempel veel minder hoog. Plus: Cirkörs uitverkochte voorstellingen zorgen ervoor dat meer mensen in contact komen met deze nieuwe kunstvorm. Het is een zeer productief circus ook, nu al wordt naarstig aan een nieuwe voorstelling gewerkt voor 2014, want elk jaar pakt het gezelschap uit met een nieuwe creatie.
Die van 2013 is net in première gegaan. Niet in Stockholm, wel in Marseille. Knitting Peace heet ze. Tweeledige naam en dat geldt ook voor de voorstelling. Met een adembenemend decor waar de kleur wit, touwen, koorden en ander breiwerk overheersen, word ik meteen op het verkeerde been gezet: want hoe romantisch de setting er ook uitziet, ze is het niet. De trapeziste raakt verstrikt in dat web van koorden, nagelbijtend zie je haar een touwladder opklauteren waarvan de tredes een na een naar beneden vallen tot ze in de nok van het dak geen andere keuze heeft dan zich over te geven aan het lot. Ondertussen klinkt de hele voorstelling lang bezwerende muziek van multi-instrumentalist Samuel ‘LoopTok’ Andersson. Een man met een naam, in Zweden toch.
Die grote namen werken graag samen met Cirkör: het is het oudste, grootste en meest populaire circus in Zweden en bij uitbreiding Scandinavië. Tilde Björfors laat het managen van haar circus ondertussen aan een ander over, het artistieke roer heeft ze nog steeds stevig in handen. “Ik vroeg me af waarom iemand zijn hele leven wijdt aan het lopen op een koord.” zegt ze over Knitting Peace. “Je wordt er niet echt rijk of beroemd van en de kans op blessures is groot. Dus waarom doet iemand dat?” Ze stelde de vraag ook aan psychologen, filosofen en zelfs aan hersenchirurgen. “Het gaat om het streven.” zegt ze. “Het ergste dat kan gebeuren in iemands leven is dat je je doel bereikt en dat je niks nieuws vindt om voor te gaan. Een circusartiest probeert het onmogelijke mogelijk te maken. Telkens opnieuw.”
Maar het is balanceren op een slappe koord. Cirkus Cirkör krijgt wel eens de kritiek niet vernieuwend genoeg te zijn, op veilig te spelen en té commercieel te werken. Ja, het decor en de acts zijn ongezien: denk maar aan Alexander Weibel, de koorddanser die –o ironie- op een slappe koord ook nog even zijn viool ter hand neemt en foutloos, zonder enige hapering, een nummer begint te spelen. De Spanjaard doet het en maakt zo het onmogelijke mogelijk. Het puntje van mijn stoel was de hele voorstelling mijn beste vriend. Alleen: het wordt wel wat veel Alex op den duur en op die manier speelt Cirkör inderdaad op veilig. De andere artiesten vallen daardoor jammer genoeg een beetje in het niet en raken bijna letterlijk verstrikt in de draden, koorden en touwen die zo centraal staan op scene.
Maar toch: Cirkus Cirkör laat je verdrinken in een burleske circuswereld. Het decor is een visueel hoogstandje, onder andere ontsproten uit het brein van set designer Fanny Enocq. Ze is er vier maanden mee bezig geweest. “Er is wat afgebreid bij Cirkör. Vooral dan door de Finse Aino Ihanainen. Handstand-artieste en begenadigd breister.” weet Fanny. “We gebruikten het restproduct van katoenen T-shirts voor het breiwerk en de organisatie Warm Stockholm voorzag bomen, hekken en zelfs de spiegels in onze toiletten van een gebreid jasje.”
Maar of breien ook effectief wereldvrede kan bevorderen, zoals Tilde probeert aan te geven met deze show, da’s nog maar de vraag. “Dat is het nu juist” repliceert ze. “De meest onmogelijke vorm van streven is wat de beweging Breien voor Vrede doet. Maar ik geloof dat elke verandering begint bij een individu. Trouwens, deze show geeft geen antwoorden, ze stelt enkel vragen.”
Los Galindos: Express to Impress
Heel anders gaat het er aan toe daar in het zuiden, bij Los Galindos. Marcel Escolano zou eigenlijk in de voetsporen van zijn vader treden en bakker worden, maar toen hij op zijn zestiende kennismaakte met een paar circusartiesten, hield hij dat plan voor bekeken. Hij wilde reizen en in circus had hij daarvoor de perfecte partner gevonden. Hij verloor zijn hart niet enkel aan het circus, ook aan Bet Garrell. Bet was trapeziste, net zoals Marcel en met z’n tweetjes brachten ze de eerste trapeze-act op straat. Later richtten ze samen Los Galindos op, dat was in de herfst van 1991. Vier jaar later maakte de hele wereld –nu ja, vooral Europa- kennis met hen. Los Galindos: het klinkt als een familienaam, maar dat is het niet. “Het bekt gewoon wel lekker” lacht Marcel, ondertussen 45 jaar. “Als iedereen zou doen wat ie graag doet, dan denk ik dat de wereld kan veranderen, want dan kan niemand je nog iets opleggen. Dus: dit gezelschap heeft maar één doel: doen wat je graag doet. Altijd.” Maar je kan niet eeuwig trapezist blijven natuurlijk, op een bepaald moment wil het lijf niet meer mee. “Bet had het daar heel erg moeilijk mee en ik ook, maar meer nog dan trapezist ben ik een clown. En daar ben je nooit te oud voor, integendeel. Ik wilde een heel persoonlijke voorstelling maken: over het leven, mijn leven.”
Dus belde hij muzikant Marc Vila, om te vragen of hij zin had om mee na te denken, wat te improviseren. Die stemde in en zo begonnen de repetities van een verhaal dat organisch moest groeien. Want Marcel had geen vaststaand script. Eigenlijk had hij helemaal niks, dat is er gekomen toen hij samen met een schrijnwerker de yurt aan het bouwen was waar de voorstelling in zou doorgaan. “Terwijl ik het hout aan het schaven was voor de balken van het dak werd ik terug gekatapulteerd naar mijn kindertijd. Ik zag mezelf in de bakkerij van mijn vader, spelend met bloem en deeg en toen wist ik: daarover wil ik vertellen. Ik wil een ode brengen aan het artisanale, aan het métier!” Met deze nieuwe voorstelling, Maiurta, trekt het gezelschap al 3 jaar door Europa. “Toch noem ik ze nog nieuw. Een voorstelling heeft tijd nodig om te rijpen, te groeien en te gisten. Net zoals het brood in de bakkerij van mijn vader.”
En dus is circus, net zoals een bakker: een métier, zijn métier. Al doende geleerd, maar slecht in het aanleren aan anderen. “Ik heb ooit een circusschool opgericht” vertelt hij. In Barcelona. En hoewel hij vindt dat delen het allerbelangrijkste is in het leven hield hij het na 5 jaar voor bekeken. “Dat was niet ons levensproject” glimlacht hij.
En ook dat is niet verwonderlijk eigenlijk. Marcel hield altijd al meer van het kleine, had nooit zin om uit te groeien tot een groot gezelschap. En ook dat trekt hij in alles door: bij Los Galindos geen grote circustent, -er is plaats voor 100 man in de yurt- én ook geen grote trucs. “Ik wil het metier laten zien, maar daarom hoef ik niet de meest spectaculaire stunt te tonen.” Dat was duidelijk ook de drijfveer in deze voorstelling. Hier komt geen énkele truc aan te pas: hoogstens gejongleer met 3 bekers en een zucht naar een trapezenummer, een herinnering aan vervlogen tijden. Daardoor duurt het even voor je meegezogen wordt in de voorstelling. Maar Marcel kneedt en deelt: emoties, herinneringen, ja ook popcorn, en hij is er goed in. Het is aandoenlijk hoe hij met knikkende knieën in een retro-circuspakje de wereld aan zijn voeten heeft liggen, een trapeze die rakelings over de hoofde van het publiek scheert. Dat publiek dat wacht. Op die éne truc: springt hij of springt hij niet… “ Ik ben 12 jaar trapezist geweest” mijmert Marcel. “Maar ik was elke keer opnieuw bang als ik de trapeze moest los laten en door de lucht vloog. Het is dat gevoel dat ik probeer op te roepen.” Ontroerend ook hoe hij een poëtische wereld creëert met bloem en vingerstapjes. Klein, gevoelig, intiem. “Ik heb het publiek graag dicht bij mij: ik moet hen kunnen voelen, horen en zien. Ja, zelfs kunnen ruiken.” Wat hij het allerliefste wil? “Sterven in de ring, want een clown ben je voor het leven.”
Ik slik. En daar is het weer. Ontroering. Emotie. Ik veeg de bloem van mijn mouw en merk dat ik alweer op het puntje van mijn stoel zit. Ditmaal niet van spanning, maar van vertedering. Want hoe verschillend beide gezelschappen ook zijn: ze hebben ook heel wat gemeen. Begeestering. Bevlogenheid. Passie. En vooral: een dromerig circushart. Een utopie? Niet echt.
>> Lees alle artikels van Unpack the Arts
>> This project has been funded with support from the European Commission. This communication reflects the views only of the author, and the Commission cannot be held responsible for any use which may be made of the information contained therein.